Hoofdstuk 36 - Het einde?

1.1K 47 15
                                    

"RILEY? WAT IS het probleem nou? Je weet wat mijn moeder gezegd heeft. We moeten terug naar Nederland. De vlucht vertrekt om zeven uur vanavond, ze heeft hem omgeboekt'' hoor ik Sem klagen.

Sinds ik haar verteld heb dat ik weet van haar geheim wil ze niet meer normaal tegen me praten. Ik had nooit gedacht dat Sem me op mijn zenuwen zou kunnen werken. Natuurlijk, dit is zo met bijna al je vrienden, maar Sem? Sem!

''Ik weet het oké, maar ik moet Matthew vinden voordat we vertrekken, begrijp je dat dan niet? Hij heeft tegen me gelogen Sem,'' klaag ik.

Ik heb genoeg boeken gelezen om te weten hoe mijn vakantie gaat eindigen. Ik kan niet geloven dat een jongen zoals Matthew, zo lief en zorgzaam, zomaar recht in mijn gezicht heeft staan liegen. Een leugen voor eigen bestwil? Oké dan, maar waar hij over gelogen heeft, dat is wel wat meer dan dat.

Mijn gedachten kunnen geen rust vinden, net als mijn lichaam. Ik trek mijn kleding vluchtig uit de doos onder het tweepersoonsbed en prop alles terug in mijn koffer, die zich open op het bed bevindt. Ik prop alles zo snel mogelijk weg. Ik wil niet weg. Ik wil antwoorden.

''Matthew dit, Matthew dat. Ugh,'' zucht Sem. ''Riley, wake up! Ik en Stef hadden je nog zo gewaarschuwd dat dit zou gebeuren. Matthew is gewoon een achterbakse asshole, niets meer en niets minder. Kan je dat nou echt niet geloven? Ben je zo naïef?''.

Als ik hardhandig mijn toilettas uit het kastje boven het bed haal valt de hele inhoud in een keer leeg op het dekbed. Douchegel, shampoo, elastiekjes, tandpasta en nog veel meer. Ik word er gewoon agressief van. Ik trek de spullen van het bed af en smijt ze terug in mijn koffer. Daarna prop ik mijn boeken en oplader erbij en sluit de rits van het ding.

''Nee! Ik ben niet naïef. Voor het eerst in mijn leven heb ik écht wat voor een jongen gevoeld en dan moet het zo eindigen? Ik dacht het niet!'', zeg ik beslist. ''Zeg maar tegen Stef dat ik zelf wel een taxi regel naar het vliegveld, ik moet Matthew vinden.''

Sem durft me niet aan te kijken wanneer ze haar eigen spullen terug stopt in haar koffer. Ze zwijgt, alsof niets wat ik zeg belangrijk is en loopt dan de wc van de stacaravan in. Als ze de deur dicht doet weet ik niet hoe snel ik hem moet smeren.

Ik trek mijn koffer van het bed af en draag deze mee naar buiten. Stef zit op een van de klapstoelen met zijn hoofd in zijn handen, voorover gebogen. Hij heeft nog niets tegen me gezegd. Niet één woord.

Ik dump de koffer naast zijn stoel en knip mijn vingers om zo zijn aandacht te krijgen.

''Heb jij me ook nog wat te zeggen? Of ben ik te naïef om naar je te luisteren?'', vraag ik beledigd.

Stefs handen zijn intussen gestopt met trillen. Het probleem is dat hij zo opnieuw een paniekaanval kan krijgen. Het stopt pas als hij met zijn eigen ogen gezien heeft dat het goed gaat met zijn moeder.

Stef laat zijn handen naast zich neervallen. Onder zijn ogen bevinden zich donkere wallen en zijn haar is een groot vogelnest vol klitten. Pas als zijn ogen contact maken met de mijne zie ik dat ik dat niet had moeten vragen. Ik ben het slachtoffer niet, dat is Stef.

Ze zeggen altijd dat je je hart moet volgen, maar welk stukje kan ik straks nog volgen als mijn hart in stukken gebroken is? Dan is het niet meer zo gemakkelijk.

''Sorry, Stef ik –,'' maar hij onderbreekt me gelijk.

''Je bent niet naïef Riley. Je bent gewoon verliefd. Ik kan het aan je zien,'' zegt hij vermoeid. ''Je moet niet alles geloven wat graaf Dracula zegt, weet je.''

Ik haal mijn hand aarzelend langs zijn voorhoofd, welke een tikkeltje heet aanvoelt. De zon lijkt ons vandaag wel weg te willen branden.

''Dank je Stef,'' fluister ik.

De Fling (✔️) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu