💥Hoofdstuk 23

826 31 0
                                    

'Wat doe je hier ?'. Ze kijkt me bang aan en als ik haar handen zie weet ik waarom. Snel sleur ik haar naar binnen en gooi de deur dicht. 'Wat heb je gedaan !'. Ik pak haar polsen vast. 'Van wie is dit bloed !' 'Claire kalm aan'. Christian komt aan lopen en bekijkt Esmee. 'I-Ik ...uhm...' 'Esmee'. Ik laat haar los. 'Van wie is dat bloed' 'Dat weet ik niet' 'Bulshit' 'Claire'. Ik kijk Christian fel aan. 'Bemoei je er niet mee. Ik weet wat ik doe'. Hij zucht diep en knikt. 'Esmee' zeg ik kalm. 'Van wie' 'Er was een man. Hij volgde me. Sleurde me een steegje in...raakte me aan waar ik het niet wilde. Ik gilde om hulp maar niemand hoorde me. Hij had een mes bij en die pakte ik....'. Christian en ik kijken elkaar aan. 'En toen ?' zeg ik. 'Hij probeerde mijn broek uit te trekken maar ik stak het mes in zijn arm...toen in zijn schouder...toen in buik. Hij had pijn en uhm...'. Ik sluit mijn en zucht diep. 'Ga verder' 'Ik hield het mes vast en toen...het bloed' 'Esmee heb je hem vermoord ?' 'M-Misschien'. Ik open mijn ogen. 'Jij hebt dat ook gedaan' mompelt Esmee. 'Dat was...'. Ik bal mijn vuisten en loop weg. 'Laat haar haar handen wassen en breng haar hier weg voordat ik straks...'. Ik zucht diep. 'Kom Esmee' zegt Christian. Ik zucht diep.

Ze heeft een persoon vermoord die ze eens niet kent. Ja hij wilde haar aanranden alleen geef een trap, of een keer steken in zijn arm was goed genoeg. Ze zag hem doodgaan. Ik ken haar. Ze bleef wachten tot hij doodbloede. Dat ze met de opmerking komt dat ik het ook doe...ja ze heeft gelijk maar dit moest. Ik had er lang mee gewacht maar het moest. Ze heeft het hier gedaan in New York. Waar ze hem zo kunnen vinden. Mijn broers en zussen hebben onze vader meteen verbrand. Haar vingerafdrukken zitten nog op dat mes.

'Christian...ik ben zo terug' 'Waar ga je heen ?' 'Esmee waar heb je hem vermoord ?' 'Uh ik geloof een straat hier vandaan' mompelt ze. 'Je gelooft' mompel ik. 'Bedankt. Rover !'. Rover komt aan rennen en draait rondjes. 'Let op haar'. Ik trek mijn schoenen aan en pak mijn jas van de kapstok. Ik loop met Rover mijn appartement uit. Rover begint aan de vloer te snuffelen. Bloed. Ik zucht diep. 'Kom maatje' mompel ik. Ik volg het bloedspoor en Esmee lijkt met de trap te zijn gegaan. Rover volgt de spoor en we komen beneden uit. Een oude vrouw kijkt verbaasd naar het bloed. 'Oh jeetje' mompelt ze. Ze kijkt me aan. 'Wat is dit ?' 'Dat zoek ik zelf ook uit mevrouw'. Rover loopt naar de vrouw toe en besnuffelt haar. 'Oeh wat een lieverdje'. Ze aait hem over zijn kop en kijkt me weer aan. 'Een fijne avond, lieverd' 'U ook' knik ik. Ik loop de lobby uit en Rover volgt me.  Hij loopt druk rond. 'Wat is er maatje ?' 'We hebben het lichaam gevonden'. Ik draai om en Waters komt aanlopen en Leroy loopt achter haar. 'Leroy wat doe jij hier' 'Ik uhm vond het lichaam en ja toen kwam...zij'. Ze gaan voor mijn neus staan. 'Waar is ze' 'Dat ga ik jou niet zeggen Waters'. Ze zucht en knikt. 'Waar is ze' mompelt Leroy. We kijken elkaar strak aan. 'Je bent er nog niet klaar voor' zeg ik zacht. Rover gaat voor mijn voeten zitten. 'Ik wil haar zien'. Ik zucht diep. 'Prima' 'Leroy ?'. Ik kijk over mijn schouder en Sophie komt aanlopen. Haar hakken klakken op de stoep. Ze kijkt van mij naar Leroy. 'Sophie' zegt Leroy mompelend. 'Ik hoop dat Tony niet bij je is' zegt ze kalm. Zo kalm dat het eigenlijk eng is. 'Uhm' zegt Leroy stotterend. 'Waar is hij ?' 'Achter je'. Sophie zucht en stopt haar handen in haar jaszakken. 'Wat een leuke vrienden bij eenkomst' gromt ze.

'Wat drinken bij mij ? Dan vertellen we elkaar lekker alles wat we de afgelopen jaar hebben uitgespookt ? Ja goed idee!'.

Iedereen kijkt me vals aan. 'Dan niet' mompel ik.

I did choose him 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu