11.

65 4 2
                                    

~~~Romy~~~

Ik loop door. Mijn rugzak voelt zwaar aan. Het meer glimt voor me. De zon staat vel. Midden in het meer staat een bord. Met de tekst: "Pas op een slang!" Ik trek een wenkbrauw om hoog. Een slang. En dat bord staat midden in het meer. Hoe komt dat bord daar? Vraag ik me zelf af. "Met een bootje of zo iets." Mompel ik. Ik loop door naar een glad plekje een meter of 10 van het meer vandaan. Ik doe mijn rugzak af. Zet hem voor me op de grond neer en ga zelf op mijn knieën zitten. Ik rits mijn rugzak open. Haal een blauw kleedje eruit en leg het op de grond neer. Ik haal wat dennenappels onder het kleedje uit en zet mijn rugzak op het kleedje neer. Ik haal 1 van de 2 thermoskannen die ik mee heb er uit. En ik pak mijn broodtrommel met 8 broodjes er uit. Ik doe de thermoskan open en neem een slok thee. Ik doe mijn broodtrommel open en pak een boterham met kaas eruit. Neem een hap. En nog een paar happen. En nog een paar slokken thee. Ik pak nog een boterham maar nu met kipfilet. Ik eet hem helemaal op. En drink nog een hele grote slok. Dan stop ik de eet spullen in mijn rugzak. Ik sluit mijn ogen. En geniet van de zon. Romy je hebt werk te doen flitst er door mijn hoofd heen. Romy je hebt werk te doen. Met tegenzin doe ik mijn ogen open. En met tegenzin sta ik op. Ik pak mijn rugzak op en rits hem dicht. Pak het kleedje op en loop het bos in. Het is een open plek. Als ik me moet voorbereiden dan doe ik dat niet hier.

Ik loop door het bos. Mijn voeten leiden me naar een dichte plek heen. Zodra ik daar ben zet ik mijn rugzak neer. Het kleedje laat ik vallen. Ik kijk aandachtig om me heen. Hoge dichten bomen. Goed genoeg om in te verstoppen. Dicht op elkaar. Kan ik van de ene boom naar de andere. Fijn. Ik rits mijn rugzak open. En haal een flesje eruit. Het flesje is de grote van een kleine tube tandpasta, elmex (tandpasta merk). Deze zet ik op de grond neer. Dan haal ik een mantel uit mijn rugzak. Een schut kleurige mantel. Die leg ik voorzichtig op het kleedje neer. Snel doe ik mijn vest uit. Prop hem in mijn rugzak. Ik pak het flesje op. Draai de dop er af en knijp er in. Er komt groen, zwart, bruinig spul uit. Dat smeer ik op mijn armen. En op mijn gezicht. En de rest smeer ik uit op een blaadje. Het blaadje doe ik in een plastic zakje en leg er een knoop in. Het plastic zakje stop ik in mijn rugzak. In een vloeiende beweging doe ik mijn schut kleurige mantel om. Stop het flesje in mijn rugzak en rits hem dicht. Dan doe ik mijn rugzak om en pak het kleedje beed. Snel klim ik de boom in. Doe daar mijn rugzak af en leg het kleedje neer. Ik bind het kleedje vast aan mijn rugzak. Snel maak ik mijn rugzak met een touw vast aan de boom. Zodat die er niet uit kan waaien. Dan haal ik een lang stevig touw uit mijn rugzak. Knoop die om mijn middel en schouders heen. Dan doe ik mijn rugzak dicht. Daarna klim ik van boom naar boom naar de rand van het bos.

Als ik bij de laatste boom ben zie ik het meer voor me schitteren. Het bordje met "Pas op een slang!" Staat afgelegen in het midden van het meer. Ik doe de kap van mijn mantel over mijn hoofd heen. Zo kunnen mensen me minder snel zien. Hier wacht ik. En wacht ik. Ik wacht net zolang. Tot op het punt dat ik iets verdachts zie. Ik heb alle tijd nu Vader een week naar het buitenland is om wijn te proeven. Nu ik wacht flitsen er gedachtes door mijn hoofd heen. Hoe zou Tomas eruit zien na al die jaren. Zou Roos blij zijn met wat ik doe? Weet Bilbo echt mijn geheim? Ik ben zo diep in gedachten verzonken dat ik niet gemerkt heb dat er mensen voor bij lopen. Ik schrik op van stemmen. "Hier liep dat mens in!" "Inderdaad. En ze is niet meer terug gekomen." "Ja ja dat weten we al!" Roept iemand hard. Verstijft kijk ik het groepje personen na. "Weet jij nog hoe ze eruit zag? DDZ?" "Hoe moet ik dat nou weten? Dat ik nou de rechterhand ben betekend nog niet dat ik alles weet!" Zegt de derde fel. Die stem. Ik ken die stem ergens van. Ik denk en ik denk. Maar kom er niet achter. Voorzichtig volg ik ze. "Verander dan! Dan kun je haar spoor ruiken." "Oké oké ik verander al. Wacht even." Zegt de derde. Hij kijkt even om zich heen. En dan staat daar ineens niet meer een jongen van een jaar of 16, maar een zwijn. Ik knipper met mijn ogen. Maar nog steeds staat er een zwijn. Ik kom meteen in actie. Ik haal snel mijn ketting onder mijn t-shirt vandaan en hou hem stevig vast. "Je bent van edelheid je bent van goud. Je bent van alles waar ik van houd!" Mompel ik. "Verander me nu! Ook al is het dag. Alsjeblieft!" Mompel ik tegen mijn ketting. Mijn ketting begint te gloeien. Snel hang ik hem aan een takje. Haal het touw om mijn lichaam vandaan en bind die om de dikke tak heen. Dan pak ik mijn gloeiende ketting beed. Doe hem weer om. Zodra de ketting mijn lichaam aan raakt groeien mijn nagels. Snel trek ik mijn schoenen uit. Bind ze aan elkaar vast en zet ze vast tussen 2 takken van de boom. Ik doe ook mijn mantel af. Die hang ik bij mijn schoenen. Dan komen er allemaal haren op mijn lichaam. Al snel ben ik helemaal veranderd. Ik brul. En spring dan uit de boom. Recht voor het zwijn en twee oudere mannen. Ze dragen wapens en een symbool van een slang. Ik brul nog een keer. De mannen deinzen bang achter uit. Allen het zwijn blijft staan. Dan veranderd hij terug in een mens. Ik zet dreigend een stap naar voren. En kijk het mens dat net nog een zwijn was recht in de ogen.

<><><><>

Oké! Einde hoofdstuk. Lekker flauw hé. Comment om te zorgen dat ik verder schrijf! Nog een fijn weekend mensen! En ik hoop dat jullie veel plezier hebben met schrijven. ;)

Roozz_4

Necklace of the nightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu