Hoofdstuk 1

55 5 42
                                    

Het nu:

Ik open mijn ogen. Het felle licht van de zon die net door mijn gordijn heen schijnt irriteert me mateloos. 'Boom, opstaan het is ochtend!', mijn tweelingzus, Quin, komt boven op mij springen. Kreunend probeer ik haar weg te duwen. 'Rot op Q, ik probeer te slapen.' Ze ontwijkt me makkelijk. Wat is ze toch een irritant sportief persoon. 'Nope, je moet opstaan, want het is de eerste schooldag!'Quin is zo een persoon die dol is op school. Ik haat haar soms echt. In de ochtend dan. Moeizaam sleep ik mezelf uit bed.

'Hoi pap.' Ik geef pap William een kus op zijn wang. 'Morgen papa.' Ik geef ook papa Ivar een kus op zijn wang. Ik zal even het leuke familie verhaal van ons vertellen.

Toen William King en Ivar Tree kinderen adopteerde leek het hun wel leuk om toepasselijke namen te geven. Dus toen ze Isaac adopteerde besloten ze hem Isaac te noemen omdat dat wel een beetje op Ivar leek. Toen adopteerde ze een tweeling die geen tweeling is. Ik en mijn zus dus. Ze noemde Quin zo omdat haar achternaam King was. En hoe grappig is het nou als je Koningin Koning heet? Echt te grappig voor woorden! En mij noemde ze Willow, omdat die naam wel een beetje op William lijkt. En ook omdat mijn achternaam Tree zou worden. En hoe leuk is het nou als je je kind Wilg Boom noemt? Toch hilarisch? Kuch, kuch. En daar komt dan dus ook mijn bijnaam Boom vandaan.
Voor de duidelijkheid Quin en ik zijn geen echte tweeling. Maar we zijn op dezelfde dag geboren en hebben allebei donker haar. En het leek onze vaders dus ook leuk om een tweeling die geen tweeling is te nemen. Onze vaders waren in hun hippie tijd, toen ze ons kregen, nogal jolig.

'En Boom zin in school?' William keek me vragend aan. Ik wierp hem mijn "why do you even have too ask this?" blik. 'Ik wel!' Vrolijk begint Quin uit te leggen waarom ze oh zo veel zin heeft in school. Isaac ploft op zijn stoel naast mij. 'Koninginnen zijn raar vind je ook niet?', mompelt hij zachtjes tegen mij. Ik knik. Ik kan het vaak beter met Isaac vinden dan met Quin. Ik hou zielsveel van haar daar niet van, maar het nadeel van een tweelingzus hebben die niet je tweelingzus is, is dat je niet veel op elkaar lijkt. We zijn wel allebei altijd vrolijk. Maar daar blijft het dan wel bij. Ik zal onze eigenschappen wel even uitleggen.

Ik ben vrolijk, sociaal (behalve in de ochtend, heb altijd een ochtendhumeur), geef nogal snel op en ben lui.
Quin is vrolijk, sportief, droomster, muzikaal, geduldig en ze houdt van leren. Raar kind dat ze is.

"Boom schiet op, zometeen komen we nog te laat!", schreeuwt Quin uit het raam van Isaacs auto. Isaac begint te toeteren. Zuchtend gris ik mijn rugzak van de vloer en ren naar de auto. "Tot vanmiddag!", roepen Quin en ik tegen onze vaders. Hun zwaaien braaf terug.

Bij school aangekomen parkeert Isaac zijn auto op de parkeerplaats. Naast ons staat een grote zwarte truck. Die heb ik hier nog nooit gezien. Zo een auto zou me wel opvallen'. "Hey Boom, hoe was je vakantie?" Mijn vriendinnen kwamen naar me toegelopen. Irene, Louise en Jade. Geen van ons heeft wat met elkaar. Dat hadden we afgesproken sinds we in de eerste klas bij elkaar in de klas kwamen. We waren allemaal verschillend.

Irene was die perfectionist, aardig en lees verslaafd. Louise was Louise, verslaafd aan haar mobiel en nogal raar, je moest haar en Beth (de ander van ons vriendinnen groepje die nu nog nergens te bekken was) niet naast elkaar in een klas hebben dan zou het in een ramp uitlopen. Jade was de duistere van ons, in kleding en muziek smaak dan, ze leek heel eng, maar eigenlijk was ze super lief. Tegen de personen die ze mocht dan. Ze kon wel een beetje bitchie overkomen en gemeen en ze was een einzelgänger. Ze was ook de langste van ons vieren. Ik ben even lang als Irene.

"Doei zus", riep Quin tegen me en renden naar haar vriendin die ze onmiddellijk vol op de mond zoende. He dat meisje had ik nog nooit samen met Quin gezien.

"Meiden, er is een nieuwe jongen en meisje bij ons op school!", roept Beth uit. Beth is de ander van ons vrienden groepje. Beth is de raarste. Beth was die romantische en meisjes gek. Ze had om de twee weken wel weer een nieuwe vriendin, nogal druk (ook zonder dat ze suiker op had), deed altijd alles zonder na te denken (maar dan ook alles). Omdat ze een jaar ouder is dan ons, ze was blijven zitten, zou je denken dat ze de verstandigste was. Wel absoluut niet. Zo blijkt maar weer dat de oudste en kleinste blijkbaar niet de meeste verantwoording hadden.

"Oh en mag ik raden Beth, ze heeft al jouw nummer?", vraagt Irene grijnzend. "Wat nee? Hoe kom je daar nou weer bij!", riep Beth dramatisch uit. "Ik heb haar nummer." Voegde Beth grijnzend toe. Ik rolde met mij ogen. "Wacht zei je nieuwe jongen?", vroeg ik verbaast. "Ja hij is best knap, ook al is het geen vrouw. Maar dat is toch best wel duidelijk. Hij kwam me wel vaag bekend voor, alsof ik hem eerder in de stad heb gezien", ratelt Beth verder. Ik luister al niet meer. We luisteren volgens mij allemaal niet meer. Irene leest haar boek terwijl ze leest en Jade kwam haar vriendin tegen dus die zien we later pas weer terug. Alleen Louise lijkt nog te luisteren.

Beth, ik en Irene lopen samen het lokaal Engels binnen. Mevrouw Dongen kijkt op en knikt naar ons. Waarschijnlijk omdat ik een keer niet te laar ben. Quin wuift naar me en gaat dan verder met haar vriendinnen. Beth en Irene gaan naast elkaar zitten. Dat betekent dat Irene oplet en Beth haar schrift vol tekent en uiteindelijk alles moet overschrijven van Irene. Quin komt naast mij zitten. Volgens haar is het belangrijk om naast elkaar te zitten. Tweelingconnectie noemt ze het. Het argument "we zijn geen tweeling, biologisch gezien" werkt helaas nooit.

"Class silence please", zegt mevrouw Dongen terwijl ze met een houten blok op de tafel mept zodat ze de aandacht krijgt. Jammer, ik was net van plan om de hele les slapend door te brengen. "We have a new classmate", zegt ze en ze steekt haar hand uit naar de deur waar een jongen door naar binnen loopt. Hij zag er knap uit, blond haar en zwarte kleding. Zijn ogen waren zo blauw dat het bijna leek alsof ik mezelf erin zag weerspiegelen. Ik had die ogen eerder gezien, de jongen kwam me heel bekend voor. "Dat is de nieuwe jongen", sist Beth.
"Do you want to tell us something about yourself", vraagt mevrouw Dongen vriendelijk.
"Hi, I lived here before. And my name is Jamie."

Mijn mond valt open. Jamie, hij is teruggekomen.

Why am I different?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu