2

143 13 1
                                    

'Hey Mireille, dankje dat ik het boek mocht lenen,' zeg ik. 'Ik heb echt tot diep in de nacht gelezen, maar ik heb het nog niet uit.' 
Ze wuifde met haar hand. 'Dat maakt niets uit, ik zie het wel verschijnen. Dus je vind het leuk?'
'Ja, het is vooral heel interessant om in het hoofd van de vampier te kijken,' zeg ik glimlachend.
'Ja? Uhm, weet je, ik heb thuis meer van zo'n boeken. Ik weet niet of je het interessant vind,' begint ze ongemakkelijk. Ik kijk haar aan. 'Meen je dat? Dat zou eigenlijk best gaaf zijn,' zeg ik. Mireille glimlacht en zet haar ronde glazen goed.
'Dan zie ik je na school wel bij mijn kluisje. Het zijn die rijen bij de uitgang.'
'Dankje,' zeg ik als we wegloopt. Ze zwaait kort naar me en loopt het lokaal uit. Ook ik loop het lokaal uit.
Ik ga naar mijn volgend lokaal en ga op mijn vaste plek zitten. Niet dat mensen zich daaraan houden. Al snel komt Paul naast me zitten.
Een ander klasgenoot komt langs en stopt.
'Kom naar achter,' zegt deze. Paul schudt zijn hoofd. 'Nee man. Dit is economie. Moet me echt even concentreren,' zegt hij. De ander haalt zijn schouders op en loopt door.
'Niet dat dat gaat lukken,' mompelt hij, maar ik kan het horen. Zijn blik kruist de mijne.
'Wat?' zegt hij onschuldig. 'Jij mag er ook wel wezen.'
Ik rol mijn ogen en richt me op het bord.
'Hey, het is een compliment hoor,' zegt hij, zijn boeken openslaand.
Ik werp hem een wat-denk-je-zelf-blik en focus me op de leraar die zijn les wilt beginnen.

Mireille kijkt om zich heen terwijl ze op me wacht. Ik glimlach naar haar als ik naast haar sta.
'Hi. We kunnen gaan?' vraagt ze, waarop ik knik.
'Yup. All set,' zeg ik, en laat mijn jas even zien. 'Oké. Het is niet echt ver fietsen hoor. We zijn er binnen elf minuten als we op een normaal tempo fietsen,' zegt Mireille terwijl we beginnen met lopen.
'Wat is normaal tempo?' vraag ik.

Al snel blijkt dat een normaal tempo bij Mireille niet zo snel is dan dat ik ben gewend te fietsen. We fietsen wel via een mooie weg; je rijdt een stuk in een bosachtig gebied.
Ik snuif de lucht op en zucht. Mireille glimlacht. 'Heerlijk, hè? Het is hier zo fijn om te komen. Ook als het geregend heeft. Alles ruikt dan zo...'
'Naar regen,' ben ik haar voor en we lachen.
'Ja, naar regen,' herhaalt Mireille.
'Zeg, Mireille, die interesse voor vampiers...'
'Zeg gerust maar obsessie. Het begon twee jaar terug. Het is niet echt heel bijzonder, ik lees er gewoon heel veel over.'
Ik knik om te laten weten dat ik het gehoord heb en ontwijk een tak.
'Hoe zit dat met jou?' vraagt ze.
'Het zijn interessante wezens. Denk jij dat ze echt bestaan?'
Mireille zucht dromerig. 'Ergens zou dat geweldig zijn! Het onsterfelijk leven. Zien hoe de wereld steeds meer verandert.'
Steeds verder kapot gaat zul je bedoelen.
'Maar aan de andere kant... al de slachtoffers die je moet maken. De mensen die je verliest. De bloedlust... ik zal nooit zeggen dat ze niet bestaan. Misschien zijn ze er wel, alleen zijn ze heel goed in verstoppen. Willen ze niet opvallen voor de mensheid. Aangezien ze zelf ook mens zijn geweest, denk ik dat ze wel weten wat er gebeurd als de verkeerde mensen te weten komen waar ze leven.'
'Ja. Ja daar heb je gelijk in,' zeg ik.

Bij Mireille thuis is er niemand. Mireille pakt snel koekjes en drinken uit de keuken en loopt de trap op.
'Deze kant!'

Ze heeft een grote slaapkamer. Een muur wordt helemaal bezet met de reus van een boekenkast die ze bezit. Mijn oog valt meteen op de categorie waarin ik het meest geïnteresseerd ben. Ik loop ernaartoe. 'Je hebt ze al gevonden.' Mireille komt naast me staan. 'Koekje?'
Ik pak het aan en bekijk de titels.
'Hm, Bloedzuigers?' zeg ik. 'Dat is een erg dik boek.'
'Ja. Dat is een boek waarin je alles over vampiers kan vinden. Echt gaaf. Als ik er een tegenkom, ik weet wat ik moet doen als een vampier mijn bloed wilt stelen!' zegt ze. 'Aanrader,' voegt ze eraan toe.
Ik glimlach naar haar en kijk naar andere boeken, maar besluit dat ik Bloedzuigers mee naar huis neemt.

'Je hebt nog een broertje?' vraag ik als ik de foto's op haar kamer zie. Mireille glimlacht. 'Ja. Hij is twaalf nu. Mack heet hij,' zegt ze.
'Leuk,' zeg ik gemeend.
'En jij?'
'Niet dat ik weet. Ik ben geadopteerd toen ik drie was.'
'Weet je helemaal niks over je biologische familie?'
'Jawel. Mijn oma bezocht me heel vaak. Ze stierf een poosje terug.'
'Oh,' zegt ze, waarschijnlijk niet goed wetend wat ze moet zeggen.
'Wil je ook wat drinken?'

Het is zeven uur als we nog twee minuten van mijn huis verwijderd zijn.
'Dankje dat ik je boeken mag lenen,' zeg ik. 'Tja, je kunt een andere vampierliefhebber toch niet in de steek laten?'
Ik glimlach naar haar en we fietsen mijn oprit op.
Ik zet mijn fiets tegen het huis neer en kijk naar Mireille.
'Je mag best wel binnenkomen, hoor,' zeg ik.
'Weet je het zeker? Ik bedoel,--'
Ik schud mijn hoofd. 'Het gaat beter met haar. Gister is ze zelfs gaan douchen! Je kunt echt gerust binnenkomen.'
Ik maak de deur open en maat haar binnen.
Het huis is netjes, alleen is Cecile er niet te bekennen. 'Mam?' roep ik. Ik loop naar boven en check de bovenverdieping. Mireille volgt me.
Een opgelucht gevoel begint zich in mijn buik te nestelen. Zou ze naar buiten zijn gegaan?
'Volgens mij is ze naar buiten,' zeg ik terwijl ik de badkamer deur open maak.
Mireille kijkt naar binnen en haar ogen worden groot.
'Oh my...' fluistert ze verschrikt. Ik volg haar blik en hap naar adem. Mijn moeder ligt op de badkamer vloer, haar haren verspreidt als een waaier op de grond in een plasje bloed.





Blood CastleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu