3

124 12 7
                                    

A/N: Sorry, in dit hoofdstuk veel tijdsprongen. Als er iets onduidelijk is, ask! Xo en veel leesplezier!

Ik staar naar het tafereel. Personen die langs me rennen, lichten in mijn ooghoek die fel knipperen, een hand op mijn schouder. Het gebeurt, maar het lijk alsof ik hier degene ben die dood is. Alsof ik hier diegene ben die als een geest kijkt naar hoe haar levenloze lichaam weggedragen wordt.

Het is te laat om iets te doen. Dat weet iedereen, alleen niemand durft het me te zeggen.
De vragen worden aan Mireille gesteld in plaats van mij. Ze weten dat ik niet zal gaan reageren.

Ik kom uit mijn trans als er opnieuw een hand op mijn schouder wordt gelegd. Ik duw hem van me af en loop snel het huis in, naar mijn kamer en doe de deur op slot.

Ik laat mezelf op het bed zakken en kijk via het raam hoe mijn moeder de ambulance in wordt geschoven.
Er wordt op de deur geklopt.
'Amaryn Langen?'

Ik kijk toe hoe de klink omlaag wordt geduwd, maar er komt geen beweging in de deur. Ik sta langzaam op en haal het van zijn slot af. Een blonde agente kijkt me vol medelijden aan.

*

'Het is oké als je je examens later maakt,' zegt mevrouw Koxs begrijpelijk. 'Je hebt je eerste examen morgen al.'

'Ik denk dat het beter is als ik ze nu maak. Ik heb geleerd zoals je voor een examen zou moeten leren, zonder een zelfmoord van je moeder ertussen,' zeg ik. Mevrouw Koxs trekt zich terug.

'Als dat is wat je wilt, ben ik er oké mee. Als je iemand wilt om mee te pra-'
'Dank u, mevrouw,' kap ik haar vriendelijk af. 'Ik zal er zeker over nadenken.' Ik pak mijn tas nadat ze me toegeknikt heeft en loop het kantoortje uit.
Op dit moment voel ik niks. De echte pijn komt later pas.

*

Donderdag 19 september. Het is een zonnige dag voor begin herfst.
Voor de begrafenis van je eigen moederfiguur.

Ik kijk rond. Kenden al deze mensen haar? Ik verstijf als ik hem zie staan met zijn nieuwe vriendin. Onze blikken kruisen elkaar en hij komt op me afgebeend.

'Het spijt me zo erg, meisje,' zegt de man die mijn vader moet voorstellen.
Pleegvader ook nog.
'Waarvoor precies? Omdat je je beseft dat ze weg is omdat jij haar hebt verlaten?'

Hij zucht en kijkt naar het graf.
'Waarom ben je überhaupt hier?' ga ik verder. 'Kom op, Aam. Het was eerst mijn vrouw,' zegt hij. 'Ja, totdat je haar liet stikken voor een jonger exemplaar. Hoe durf je haar hier te laten zien. Ik wens dat je verdwijnt, Henry. Je hebt de praatjes gehoord, ze is begraven. En sorry, mensen mogen mij alleen bijnamen geven als ze iets voor me betekenen. Mensen zoals mama, die door jou nu onder de grond ligt. Verdwijn,' spreek ik, hem niet aankijkend.

'Ama-'
'Ga.' Ik kijk hem aan. 'Ik wil dat je gaat.'
Pijn en spijt is in zijn ogen te zien. 'Het spijt me, Amaryn.'
Ik zeg niks en staar hem met een lege blik aan. Langzaam draait hij zich om naar zijn nieuwe verloofde en gaat hij weg, met nog een blik op mij geworpen te hebben.

Mireille komt naar me toegelopen. Het is koffietafel nu, en alle mensen die het nodig vonden iets tegen me te zeggen hebben hun zegje wel gedaan.
'Hey,' zegt ze zacht. 'Weet je, als je bij mij wilt logeren omdat je niet alleen wilt zijn ofzo, je bent altijd welkom.'

'Dank je Mir. Maar het is oké. Onze examens zijn achter de rug, ik red het wel,' zeg ik, naar de mensen starend.
'Oké,' zegt ze.
'Zeg, wil je even lopen?' vraagt ze dan. Ik kijk haar aan. 'Ja, dat klinkt als een plan,' zeg ik.

We lopen naar buiten.
'Weet je wat er is gebeurd?' vraagt ze.
'Ze zeggen dat ze het zelf heeft gedaan,' zeg ik. 'Ze vonden een leeg potje met pillen in de wasbak. Ze denken dat ze op het randje van de badkuip is gaan zitten en is toen gevallen.'
'Het spijt me, Amaryn. Wat ga je nu doen? Ik zag je net met je vader praten.'

'Ik heb hem weggestuurd. En weet ik niet. Ik weet niet als er nog familie is die me kan opnemen.'
'En ik weet zeker dat je niet alleen bent, Amaryn. Het komt wel goed met je,' zegt Mireille.

Als ik thuis ben, ga ik naar mijn kamer. Ik ben niet alleen. Ik denk na over welke familieleden er waren. Mijn pleegvader was had geen broers of zussen, maar ik wil sowieso niks met hem te maken hebben. Mijn pleegmoeder...
Had twee zussen. Een die gestorven is en de andere zit in het bejaardentehuis.

De verhalen van mijn grootmoeder schieten me zomaar opeens te binnen. Ze vertelde dat ze een dochter had die er net zo geïnteresseerd in was als zij. Vampiers.
Zou het?
Ik doe mijn ogen dicht om een vlaag van misselijkheid te onderdrukken. Ik heb drie dagen amper gegeten. Ik voel me zwak.
Ten eerste, hoe erg geloof ik dat vampiers echt zijn?
En ook al bracht mijn grootmoeder de verhalen zo geloofwaardig, lag dat niet gewoon aan mijn kinderfantasie?

Ik pak het boek van Jenna Olivers en begin te lezen. Ik ben op bladzijde vijfendertig als ik merk dat het dezelfde dingen zijn die mijn grootmoeder me vertelde.

Ik blader door en zie op het einde van het boek haar email adres staan.
Zou ze haar gekend hebben? Of is dit toeval?

Blood CastleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu