Hoofdstuk 9

130 22 27
                                    

Fenna

Zacht sla ik mijn armen om Milou heen. Af en toe laat ze nog een snik horen maar haar ademhaling wordt al snel weer regelmatiger. "Het komt wel goed. Het is voorbij, je bent veilig hier", zeg ik voorzichtig. In situaties als deze ben ik niet al te goed maar ik moet er nu voor Milou zijn. De jongens staan een beetje ongemakkelijk om ons heen. Hun ogen staan vol medelijden maar ze blijven er als een stelletje zoutzakken staan. Ik wrijf over Milou's rug en langzaam maar zeker kalmeert ze. "Het gaat wel weer", zegt Milou terwijl ze haar laatste tranen wegveegt. Vragend kijk ik haar aan. "Weet je het zeker?" "Ja, ik heb dit wel vaker. Ben eraan gewend geraakt denk ik", zegt ze zacht. Ze staat op en mompelt dat ze even naar boven gaat. Riv haalt de dvd uit de dvd-speler en kijkt me machteloos aan. "Denk je echt dat ze oké is?", vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. "Ze zegt van wel. Meer kan ik er ook niet van maken.", Kaj zucht luid. "Niks kan hier ook ooit normaal gaan," hoor ik hem nog murmelen voordat hij de kamer uitloopt.

Er valt een fijne stilte. Geen ongemakkelijkheid, maar gewoon even rust. Ik kijk tevreden naar de klok. Achtendertig uur. Zolang is het geleden dat ik wat heb gegeten. Mijn maag is inmiddels gestopt met knorren maar de duizeligheid neemt toe. Voorzichtig sta ik op, wetend dat er een kans bestaat dat ik om kan vallen. Ik slof naar de kast met alle tekenspullen en pak wat potloden en een schetsboek. Vrolijk plof ik op de bank. Na het gedoe hier de laatste tijd heb ik echt even behoefte om mijn hoofd leeg maken. Ik leg het schetsboek op mijn schoot.

Na een klein halfuurtje begin ik een droge keel te krijgen. Ik leg de tekenspullen naast me. "Wil jij ook iets te drinken?", vraag ik Riv nog voordat ik op sta. "Een glaasje cola gaat er altijd in", zegt hij glimlachend. Ik loop naar de keuken maar bij elke stap die ik zet word ik duizeliger. Eenmaal in de keuken klem ik mezelf vast aan het aanrecht. De zwarte vlekken beginnen voor mijn ogen te dansen. Ik voel mijn benen slapper worden en de angst giert door mijn lijf. Ik weet dat dit niet de gewoonlijke duizeligheid is van de afgelopen dagen. Alle controle over mijn lichaam lijkt te verdwijnen en ik zie vrijwel niks meer. Ik voel mezelf nog met een harde dreun op de marmeren keukenvloer vallen voordat ik volledig weg ben.

"Volgens mij wordt ze wakker jongens!", hoor ik vaag een stem in de verte zeggen. Voorzichtig probeer ik mijn ogen te openen. Het keukenlicht schijnt zo fel dat ik ze vrijwel meteen weer dicht moet knijpen. De stemmen klinken als een soort ruis. Rumoerig, hard en vooral niet te verstaan. Het enige waar ik nu aandacht voor heb is de kloppende hoofdpijn en de sterke pijn bij mijn heup. Aarzelend doe ik nog een poging om mijn ogen te openen. Ik knipper een paar keer als het felle licht weer verschijnt maar het gaat al wat beter. Langzaam maar zeker komt mijn volledige zicht terug en staren vier paar ogen mij aan. Tot mijn verbazing is Jamel er ook. "Hoi", fluistert Milou. "Hoe voel je je nu?" "Slecht", weet ik uit te brengen. Behoedzaam ga ik rechtop zitten, de pijn negerend. "Hier heb je wat te drinken," zegt Kaj en hij duwt een glas cola in mijn hand. Verbaasd kijk ik ernaar. Ik dacht dat het wel duidelijk was dat ik dat niet drink. "Ik heb liever water," zeg ik en ik zet het glas cola naast me neer. Riv pakt het glas en geeft het weer aan me. "Je moet wat suikers binnen krijgen. Je ziet toch wat ervan is gekomen. Het heeft lang genoeg geduurd", zegt hij. Ik word overspoeld met een ellendig gevoel, alsof ik me niet al vreselijk voelde. Ik weet dat het slecht voor me is maar ik kan het niet stoppen. Het gaat niet meer over dun willen zijn of eten, het gaat zoveel verder dan dat. Ik ben te diep in mijn eetstoornis gezakt om eruit te komen en dat weet ik verdomd goed. De rest kijkt me vol wanhoop aan. De druk die nu op me staat is groots en ik weet niet meer wat ik moet doen. Drinken of afwijzen? Proberen weer te leven of mezelf verder de dood in duwen? Trillend breng ik het glas naar mijn lippen. Ik neem een grote slok en word meteen overspoeld door de grote hoeveelheid koolzuur. Een warme traan rolt over mijn wang als ik nog een tweede en zelfs een derde slok neem. Verslagen zet ik het lege glas weer naast me. Milou slaat haar armen om me heen en fluistert: "We zijn zo trots op je." Riv pakt het glas naast me vast. "Goed gedaan", fluistert hij nog voordat hij opstaat en het glas bij de afwas zet.

De afgelopen uren hebben Milou en ik eindeloos gepraat. Over ons leven voordat we hier kwamen, wie de knapste jongen hier is en andere typische meiden-dingen. "Ik snap echt niet waarom mensen dat kopen. Het is net een rompertje maar dan voor volwassenen," zegt Milou lachend. "De modewereld is vreemd." Ik sta op van Milou's bed en kijk snel of er niemand in de buurt van de kamer is. Grijnzend kom ik weer de kamer in en laat mezelf op het bed zakken. "Waarom deed je da-" "Wie vind jij de knapste jongen hier?" giechel ik. "Oh nee." Milou begint ook te grinniken. "Nou?" vraag ik nieuwsgierig. Milou gaat wat meer rechtop zitten. "Geen idee, ze zijn allemaal niet echt mijn type, ik heb trouwens thuis al iemand die ik leuk vind", zegt Milou met een serieus gezicht "Jij?" "Daar heb eigenlijk niet aan gedacht", stamel ik. "Ja, dat weet je wel!" zegt Milou terwijl ze me begint te kietelen. "Kom op, vertel! Ik stop niet tot je het zegt!" "Oké Oké, maar dan moet jij het ook zeggen", weet ik uit te brengen tussen het lachen door. Ze stopt met kietelen en zegt: "Als het echt moet denk ik dat ik Kaj het leukst vind", zegt Milou giechelend. "Dan is het mijn beurt zeker?" Milou zit met een kwaadaardig gezicht 'ja' te knikken. "Uhhh, ik denk dat Riv het schattigst is", zeg ik aarzelend. "Ik wist het! De manier dat je naar hem kijkt." Ik voel mijn gezicht rood worden. "Aaw, Fenna is verliefd", zegt Milou lachend. "Nee, we zijn alleen vrienden!" schreeuw ik net iets te hard. "Ik maak maar een grapje", antwoordt Milou. We lachen er allebei om en gaan verder met ons gesprek.

Ik loop over de gang om water te gaan halen als ik ineens geschreeuw hoor van boven. Snel ren ik de trap op. Het geschreeuw gaat over naar een ijselijke gil die door merg en been gaat. Milou is ook naar boven gegaan en kijkt me bang aan. Ik ben er vrij zeker van dat dit Jamel weer is. Een paar dagen geleden gebeurde precies hetzelfde. Riv en Kaj zijn inmiddels ook naar boven gekomen, wat mijn vermoeden bevestigt dat Jamel in de kamer zit. Door enkel een paar angstige en verbaasde blikken te delen weten we wat ons te doen staat: naar binnen gaan.

Vol spanning open ik de deur. Jamel is helemaal rood aangelopen en het is angstaanjagend om te zien hoe fel hij schreeuwt. Mijn blik valt op het rode notitieboekje dat voor hem ligt.

Ik loop naar de kast die nog open staat. Ik trek de la open en kijk tussen alle notitieblokken, schriften en los papier. Mijn oog valt op een heel schattig rood notitieboekje. Voordat ik het open kan slaan grist Jamel het uit mijn handen. "Die is van mij",zegt hij nors.

Terwijl de jongens Jamel tegen de grond drukken om hem rustig te maken pak ik het boekje op. Ik ben niet zoals zij. Ze liegen. Ik ben niet een van die freaks wat ze ook zeggen! Laat ze stoppen, ik kan niet meer. Ik schrik van de woorden die ik lees. Zijn we zo erg geweest voor Jamel? Een diep schuldgevoel begint op te borrelen maar ik kan het niet laten om verder te lezen. Ik ben normaal. De stemmen zijn normaal. Ik hoor niet bij de freaks want de stemmen zijn normaal. Wacht wij zijn niet degenen waar hij over schreef. Hij hoort stemmen!

"Wat staat erin?" vraagt Kaj terwijl hij de spartelende Jamel zo goed mogelijk vasthoudt. "Ik wil hier weg. Laat de stemmen stoppen", citeer ik. "Laat mij eens lezen", zegt Milou en ze neemt het rode boekje van me over. "Er staat dat hij ons freaks vindt, en dat hij niet zoals ons wil zijn, maar hij hoort stemmen die hem vertellen dat hij ook een freak is", schreeuw ik boven de brullende Jamel uit. "Hij heeft ze ook namen gegeven, Vince en Mason", zegt Milou.

Plots is Jamel stil en lijkt hij uit zijn trance te komen. Met grote ogen kijkt hij ons een voor een aan tot hij zijn boekje ziet. "Geef dat onmiddellijk hier!", zegt hij kwaad. "We weten al wat erin staat", zegt Riv. "Waarom houden jullie me vast. Ga van me af!", schreeuwt Jamel terug. "Eerst rustig worden", oppert Kaj. "Ik ben al rustig", zegt Jamel ongeduldig. Echt geloofwaardig klinkt het niet maar hij wordt losgelaten.

"Waarom vertelde je niks? Wij hebben wel allemaal ons verhaal gedaan." Milou kijkt hem vragend aan. Nonchalant haalt Jamel zijn schouders op. "Weet ik veel", mompelt hij. Ik rol met mijn ogen. Hier hebben we ook veel aan. "Wil je erover praten of niet?", vraag ik maar. Het ziet er niet uit alsof we iets uit hem gaan krijgen. "Nee, niet echt", zucht Jamel. "Nou uhm, denk er de volgende keer aan dat je gewoon naar ons toe kan komen als je iets dwars zit. Erover praten is altijd beter dan in een boekje opschrijven", vertelt Riv. Jamel knikt aarzelend. Voor nu is dat genoeg, we hebben het immers over de koppige Jamel.

Five-teensWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu