Ik loop naar school, wat ongeveer 20 minuten is. Ik kijk maar de andere mensen. Je kan duidelijk zien wie een Engel is en wie een Duivel. De Engelen dragen lichte kleuren. Meisjes hebben vaak jurken of rokken aan en dragen hun haar meestal los. De jongens dragen vaak een pak.
De Duivels daarentegen dragen zwart en donkere kleuren. Hun kleding moet praktisch zijn en fijn zitten. De Duivels zijn de hardwerkende mensen. De meeste zijn heel behulpzaam en sociaal. Toch hebben ze vaak de banen waar je hard moet werken en maar weinig geld voor krijgt. Persoonlijk vind ik het niet eerlijk want zij doen het harde werk en krijgen er niks voor terug.
Ik loop het schoolplein op en zie iedereen buiten staan. Ik loop snel naar Vienna. "Wat is er hier aan de hand?"
"De schoolleiding vond het een goed idee om ons samen te voegen met een andere school."
"Wat?" Ik keek haar vragend aan. Ons samenvoegen met een ander school?
"Ze willen dat we meer mensen leren kennen en meer leren over andere mensen." Ze rolt met haar ogen, "Echt onzin als je het mij vraagt."
"Allemaal even opletten." Onze directeur liep naar voren en schraapte zijn keel. "Jullie zullen in meerdere groepen worden verdeeld en gaan dan naar jullie klas waar de kinderen van de andere school wachten."
In deze buurt zijn er twee scholen. Er is niet veel verschil tussen ze maar de meeste Engelen gaan naar onze school en meer Duivels naar de andere.
De directeur riep een paar namen, waaronder Vienna en ik. We lopen achter een docent aan, naar het lokaal waar de andere kinderen wachten. Daar aan gekomen nemen we plaats.
"Oké ik moest jullie de plattegrond laten zien, want die hebben jullie nu." Normaal gesproken mag je zitten waar je wil dus zuchten een paar personen.
Ik kijk naar Vienna, normaal gesproken zitten we altijd naast elkaar. Ze draait met haar ogen en kijkt naar de plattegrond. "Ik zit voorin bij de docent." Ze kreunt en gaat op haar tafel liggen.
Ik kijk snel waar ik zit, achteraan bij het raam. "Yes ik zit achteraan."
"Waarom heb jij altijd geluk?" Ze komt weer overeind en kijkt weer naar de plattegrond. "Ik zit tenminste naast een meisje in tegenstelling tot jou."
Dan zie ik zijn naam.
Daimon Brice
Ik weet niet of ik dat nou geweldig of verschrikkelijk vind.
"Iedereen opstaan en loop naar je nieuwe plek, we hebben niet de hele dag."
Ik sta op en loop naar achter. Daar zit hij, op mijn plek bij het raam.
"Op de plattegrond staat dat ik bij het raam zit." Daimon kijkt naar me en als hij me herkent begint hij te grijnzen.
"Jij ook hier, Engeltje?" Hij staat op en schuift een plek op.
"Je kan me gewoon Angel noemen hoor. Gisteren zei je dat als je me naam zou weten je me met die zou aanspreken."
"Ik zei dat ik je zo zou noemen als ik wilde zolang ik je naam niet wist. Ik heb nooit gezegd wat ik zou doen als ik je naam wist." Hij glimlacht, waarbij één mondhoek omhoog gaat.
Ik sleun mijn hoofd in mijn handen en zucht. Dit zou nog wel eens heel vermoeiend kunnen worden.
Ik loop naast Vienna naar onze volgende les, geschiedenis. "En hoe is de jongen waar je naast zit, Daimon volgens mij."
"Hij is oké."
"Meer niet?"
Ik denk even na, "Hij kan heel irritant zijn."
"Op een goede of slechte manier?"
"Weet ik niet, allebei denk ik." Ik word rood, ik hoop niet dat ze meteen de conclusie trekt dat ik hem leuk vind. Niet dat dat zo is maar Vienna probeert me al een tijdje aan een jongen te koppelen. Het maakt haar niet uit wie als hij maar knap is.
"Oehhh, na school vertel je me alles wat er is gebeurd vandaag." Ze knipoogt naar me en loopt naar haar plek.
Ik zucht en loop naar mijn plek toe en zie dat Daimon weer aan het raam zit. "Hoe vaak moet ik nog zeggen dat ik bij het raam zit?"
"Waarschijnlijk nog zo een duizend keer." Hij staat weer op en ik ga zitten. "Waarom wil je eigenlijk zo graag bij het raam zitten?"
"Dan kan ik uit het raam kijken als ik me verveel." Ik pak mijn boeken uit mijn tas.
"Kan ik een pen van je lenen?" Ik zucht, bij de vorige lessen vroeg hij ook om een pen en ik word er helemaal gek van.
"Hou maar. Als je hem kwijt raakt is het je eigen probleem."
"Duidelijk. Morgen zal ik mijn eigen spullen meenemen."
"Ik hoop het." Mompel ik.
"Vandaag gaan we het hebben over de voorspelling over de Zes." Onze geschiedenis docente, mevrouw Van Pijl, is de beste docent ooit. Ze geeft altijd samenvattingen van de toets en legt duidelijk uit. Bij geschiedenis luister ik alleen maar naar wat ze zegt, normaal gesproken maak ik aantekeningen maar geschiedenis kan ik gewoon onthouden, als ik het interessant vind tenminste.
"In het jaar 0 was er een voorspelling dat er zes personen zouden zijn die deze samenleving zouden kunnen laten instorten." Ze laat een tekening zien met daarop zes mensen die ieder rode streepjes hebben op een bepaald deel van hun lichaam. Het aantal streepjes verschilde per persoon waaraan je hun gave kon zien. "De eerste heeft de kracht van tijd, de tweede van de elementen, de derde van manipulatie, de vierde van telekinese, of te wel dingen verplaatsen zonder het aan te hoeven raken, de vijfde van de zintuigen en over de zesde is niks bekend."
"Daimon welke kracht zou jij willen?" Het meisje dat voor ons zit, heeft zich omgedraaid en kijkt hem verwachtingsvol aan. "Waarschijnlijk de tweede hè, ik hoorde dat je best goed bent met vuur besturen."
"Dat is zeker waar." Daimon kijkt weer naar voren, hij heeft duidelijk geen zin om met haar te praten.
"Nu in 1537 zijn er discussies over de Zes, moeten we ze hun gang laten gaan of niet? Jullie mogen nu met de persoon naast je het erover hebben wat jullie vinden."
Ik draai me naar Daimon en vraag aan hem, "Nou wat vind jij er van?"
"Weet niet. En jij?"
"Ik denk dat ze niet gestopt moeten worden. Deze samenleving is niet voor iedereen geweldig. Zij kunnen daar wat aan doen en het is een voorspelling dus die komen altijd uit, toch?"
Daimon lacht naar me, met een mondhoek omhoog en zijn wenkbrauw ook een beetje omhoog. "Ik denk dat je gelijk hebt."
"Ik heb altijd gelijk." Ik lach en doe een hairflip.
Daimon moet ook lachen en we concentreren ons weer op de les.
JE LEEST
The Fallen
Science FictionWe zijn met drie groepen: de Engelen, de goede, de Duivels, de slechte, en de Gevallenen, de misdadigers die weg gestuurd zijn naar de aarde. Maar de Engelen zijn vreselijke mensen, de Duivels zijn juist de goede en de Gevallenen de onschuldigen. Er...