Na de lunch ga ik naar Yavanna toe, die zelf blijkbaar net bij een strandtentje heeft gegeten met Eva. Ze wacht op me voor de deur van het appartementencomplex waarin ze verblijft en samen lopen we naar binnen.
'Is Eva er ook?' vraag ik nerveus. Ik moet gewoon weten hoeveel mogelijk bemoeizuchtige luistervinken er in de buurt zijn, ook al weet Eva ongetwijfeld alles al over mijn relatie met Yavanna.
'Nee,' antwoordt mijn vriendin. 'Die is gaan zwemmen met Enrico. Ik hoop maar dat ze niet al te verliefd op hem wordt, want die gast breekt sowieso haar hart. Hij is echt het type dat elke twee weken een andere toerist opduikt. Even aangenomen dat hij het er bij eentje tegelijk houdt tenminste.'
'Dat probleem heb je niet zo snel met meisjes, hè?'
'Nee, maar ik heb jou. Langer dan twee weken. Dat is veel leuker.'
Behalve als het in de krant staat, denk ik onbewust, maar ik zeg het niet hardop. Ik loop gewoon zwijgend de trap op. Dit gesprek bewaar ik wel voor als we veilig binnen de muren van het appartement zijn.
Op de goede verdieping aangekomen opent Yavanna de deur van het appartement en loopt voor me uit naar binnen. Ik sluit de deur achter me voordat ik haar volg naar de kleine woonkamer, waar zij inmiddels op de bank neer is gezakt. 'Waarom wilde je me nou spreken?'
'We staan in de krant,' antwoord ik terwijl ik naast haar ga zitten. 'Er staan foto's van ons in de Telegraaf terwijl we dansen. Ze weten het.'
'Dus?' Yavanna lijkt zich van geen kwaad bewust. Voor haar is het alleen maar iets dat toch ooit moest gebeuren. Voor mij is het meer dan dat.
'Dit is niet het goede moment.'
'Wanneer dan wel? Ik heb juist geleerd dat als je op het goede moment wacht, je het uitstelt tot nooit. We kunnen dit beter nu meteen doen. En trouwens, je doet alsof het iets ergs is wat wij doen. We zijn alleen maar verliefd, hoor.'
'Dat weten wij wel, maar de media blazen alles zo op en helemaal nu Johnny net gearresteerd is. Ik kan dit er niet bij hebben.'
Yavanna rolt met haar ogen. 'Sorry hoor.'
'Doe nou niet zo stom.'
'Nee, jij doet stom. Weet je wat? Had nog maar een fles wodka leeggelurkt. Dan had je die krant nooit gelezen.'
Geschokt kijk ik haar aan. 'Wens je me nou dóód?'
'Nee, natuurlijk niet, idioot. Alleen een dag langer in coma.' Dat laatste komt er mokkend uit, als een klein kind dat eigenlijk wel weet dat ze fout zit. 'Je geeft me gewoon het gevoel dat ik niet belangrijk ben.'
'Natuurlijk ben je dat wel.'
'O ja? Waarom draait alles dan altijd om jou?'
'Alles draait niet altijd om mij.'
'Rot op, Annick.'
Verbijsterd blijf ik zitten. Wat wil ze nu dat ik zeg? Ze snapt toch wel dat ik het niet makkelijk heb nu?
'Ik meen het, hoor. Ga weg.'
Aarzelend kom ik overeind. 'Oké, goed dan. Ik weet niet waarom je nu ineens zo doet, maar ik wil je niet kwijt.'
Er komt geen antwoord. Ze blijft alleen maar voor zich uit zitten staren, wachtend tot ik vertrek.
Dat doe ik dan maar. Met gebogen hoofd slenter ik naar de voordeur. En net als ik die dicht wil trekken, hoor ik haar stem.
'Ik jou ook niet.'
JE LEEST
Trauma's van een popprinses
RomansaDe afgelopen drie jaar zijn niet makkelijk geweest voor Annick. Getraumatiseerd door haar ex, onderwerp van vele roddels en haar geloof in de liefde verloren kan ze zich alleen maar storten op haar muziek. Maar nu staat ze op het punt om opnieuw ver...