Vragen & antwoorden

73 3 0
                                    

Toen de dokter weg was, bleven mijn ouders nog. Hier was ik erg blij mee, want dan hoefde ik niet alleen te zijn in de vreemde ziekenhuis. Het is een hele tijd stil, het is geen ongemakkelijke stilte maar meer een stilte waar iedereen aan het denken is. Toch verbreek ij de stilte met een vraag die al een heel tijd door mijn hoofd tolt. "Wat is er eigenlijk gebeurt?" Aarzelend zie ik mijn moeder naar mijn vader kijken, ik zie dat ze niet weer hoe ze het me moet vertellen of of ik het wel aan kan. Dan begint mijn vader: "Wij weten niet alles, maar je hebt een ongeluk gehad op de terugweg van school. Wat er precies daar is gebeurd weten wij niet, Emma was bij je. Denk je dat je het aan kan als Emma morgen langs komt om te vertellen hoe alles is gebeurt?" "Ja, ik wil graag weten wat er gebeurt is." "Oke ik zal Emma vanavond bellen, goed?" "Ja, maar wat weten jullie wel van wat er gebeurt is?" Vraag ik, want ik van Emma weet wat er is gebeurd word ik niet veel wijzer. Dit keer begint mijn moeder een beetje aarzelend, maar ze begint wel. "Ik kwam thuis van het boodschappen doen en hoorde de telefoon rinkelen, toen ik hem op nam kreeg ik Emma aan de lijn. het eerste wat ze zei was: 'Eindelijk, je neemt op, ik had al drie keer gebeld. Sandra ligt hier op de op de grond en de ambulance komt er aan. Kunt je misschien naar het ziekenhuis komen, maar de ambulance komt nu, dus ik moet ophangen. Komt u alstublief zo snel mogelijk.' Dit hele gesprek heb ik geen woord uit gebracht. Ik was zo geschrokken, maar snel belde ik je vader op dat hij ook naar het ziekenhuis moest komen. Je vader schrok net zo erg als ik toen ik hem vertelde dat jij een ongeluk had gehad. Toen we hier aan kwamen waren ze druk bezig om je te redden, want je had zo veel pijn, maar gelukkig was je niet bij bij zijn. Emma vonden we ergens in een wachtkamer. Ze was zo aan het huilen, ze probeerde ons uit te leggen wat er was gebeurt, maar het lukte niet. Toen hebben we gezegt: 'vertel het maar aan Sandra als jullie het allebei aan kunnen.' Ze is vervolgens elke dag hier geweest om te kijken hoe het met je ging. Je heb een week geslapen, dat is ook wel goed voor je geweest. Dan kon je lichaam in alle rust herstellen. Dag en nacht zijn je vader en ik hier omstebeurd geweest. Hopen dat je wakker werd. Je bent wel een paar keer wakker geweest, maar dan was je zo moe dat je bijna gelijk weer in slaap viel. We waren ook heel blij toen je vandaag echt wakker werd. Tja en nu zitten we hier." Ik was wel even stil, wat moet Emma toch zijn geschrokken zijn. Na een korte stilte zeg ik: "Wat lief dat jullie altijd zijn gebleven en Emma elke dag is gekomen." "Maar meiske, dat is toch vanzelf sprekend, we houden zo veel van je." zegt mijn moeder. "Maar meisje het is al laat aan het worden probeer vannacht lekker te slapen, ik zal Emma bellen of ze morgen na school even wil komen om je te vertellen wat er gebeurd is en haar natuurlijk te vertellen dat je weer wakker bent." zegt mijn vader. "Vindt je het erg als wij allebei weg gaan?" vraagt mijn moeder aan mij. "Ja" antwoord ik, ze hebben al zo veel naast me gezeten, een week lang elke dag, elk uur, elke minuut, elke seconden. Wat zijn ze toch lief en zorgzaam, zodra ik weer op de been ben ga ik ze op de een of  andere manier bedanken.

de droomWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu