Er weerklinkt luid gekreun en gejammer vanuit de kamer achter de deur. Bij elke schreeuw kijk ik terug angstig op naar de deur. Daarna zakt mijn blik weer naar de spierwitte muren en naar de blinkende vloer. De scherpe geur van poetsmiddel dringt mijn neus binnen. Opnieuw een kreet. David legt zijn hand over de mijnen, die wit zien omdat ik ze zo hard samenpers.
"Het komt wel goed met haar, Eliza. Het is Jenn. Ze is een zeer sterke vrouw," probeert hij me gerust te stellen. Ik slik en zucht. "Ik heb meer stress, dan ze zelf had om die kamer binnen te gaan." Een geforceerde glimlach doet een poging om door te breken. Het lukt me half. "Ik weet het," antwoordt David, "maar jij hebt dan ook voor alles stress." Ik duw mijn schouder tegen de zijne, iets dat nog steeds zeer weinig effect heeft, en ontken zijn beschuldiging. "Ik durf te wedden dat je zelfs stress hebt over hoe je je sokken moet aantrekken," gaat hij verder. "Dat is niet waar! Ik weet heus wel hoe ik mijn sokken moet aandoen." David grinnikt, "Als jij het zegt, prinses."
Ik merk op dat het al even stil was in de kamer. Zou het voorbij zijn? Een paar tellen later gaat de deur open en verschijnt er een lijkbleke Will. David en ik staan beiden recht. "En?!" vraag ik.
"Het is... het is zó klein," mompelt Will. Ik lach en geef hem een knuffel. "Al goed dat het zo klein is, stel eens voor anders..." grijnst David. "Och, kan je nu ooit eens iets zinnigs zeggen?" vraag ik hem. Daarna draai ik me terug naar Will: "Mogen we Jenn en de baby zien?"
"Momenteel handelen ze de laatste zaken af en dan verplaatsen ze haar naar een aparte kamer om te bekomen." Ik knik, "Goed, dan wachten we nog even. Moet er nog iemand koffie?" De beide jongens schudden hun hoofd. "Oké, tot zo! Niet weglopen, want dan weet ik jullie niet meer te vinden in dit gigantisch ziekenhuis." Ik volg de pijl cafetaria die op de grond geschilderd is en vind uiteindelijk de koffieautomaat. Eindelijk, koffie! Ook al was het misschien reeds mijn 3de bekertje. Terwijl het straaltje uit de machine loopt, kijk ik naar de mensen rondom me. Oudere mensen in een rolstoel die samen eten met hun familie, een jonge vrouw vastgemaakt aan een baxter zit alleen aan een tafeltje in de hoek en een groepje verpleegsters lacht in het midden van de grote hal. Een korte biep laat weten dat mijn koffie klaar is en ik keer terug naar de jongens. David staat alleen op me te wachten bij de deur waar ik de twee jongens heb achtergelaten.
"Will is al met Jenn mee naar haar kamer, nummer 213. Let's go." Ik volg braaf David een verdieping naar beneden. Uiteindelijk komen we uit bij de juiste kamer.
"Kijk naar dit kleine patatje!" Will springt recht uit zijn zetel naast het bed en zwaait trots met zijn armen naar het kleine mensje dat in Jenns armen ligt. De baby draagt een schattig blauw mutsje.
Jenn ziet er een beetje bleekjes uit, maar haar ogen fonkelen en liefdevol houdt ze het kleintje tegen zich aan. "Kijk, Jill, dit zijn Eliza en David," fluister ze. Daarna kijkt ze op met brede glimlach op haar gezicht.
"Ik ben zo blij voor je!" zeg ik opgewekt terwijl ik op de rand van het bed kom zitten. "Hoe is de bevalling verlopen? Ik hoorde nogal veel... Het klonk nogal..."
"Dat maakt niet uit. Het viel best mee en nu heb ik hem. Dat was het allemaal waard." Ik geef haar een kneepje in haar been. "Je hebt het zeker en vast geweldig gedaan!"
Plots maakt de baby een zacht geluidje en schopt hij een beetje ongecontroleerd met zijn korte beentjes. Iedereen in de kamer kijkt lachend toe. Zelfs David zwijgt.
"Zo te zien zal hij een danser worden zoals zijn mama," grinnikt Will.
De rest van de namiddag blijven we bij Jenn. Eventjes komt er een verpleegster langs om nog wat papierwerk af te handelen. Jenn zou nog een drietal dagen in het ziekenhuis moeten blijven liggen.
's Avonds vertrek ik met David naar mijn vaders huis, aangezien we daar afgesproken hebben om samen te eten. Aan tafel ligt ik hem in met alle details over Jenn en de baby. Hij gaat graag om met kinderen, dus ik beloof hem volgende keer mee te nemen naar het ziekenhuis.
Wanneer we het kleine appartementje verlaten, overvalt een schuldgevoel me. Mijn vader woont tegenwoordig alleen in deze groezelige buurt. Mijn broer heeft het nest ook verlaten om op zijn eentje te gaan wonen en ik leef al een tijdje bij David. Maar papa wilt nooit het geld accepteren dat ik, uiteraard met behulp van David, hem aanbiedt om een mooiere woonplaats te vinden. "Ik zit hier goed en heb een dak boven mijn hoofd, warm, stromend water en elektriciteit. Meer moet dat niet zijn," is steevast zijn antwoord.
De ruitenwissers van Davids auto gaan wild heen en weer 'dankzij' het typisch Engelse weer. Uiteindelijk rijden we zijn landgoed weer op. Hij parkeert voor de deur en we rennen zo snel mogelijk naar binnen. Ik trek mijn vochtige jas uit en hang hem open om te drogen. Vervolgens installeer ik me in de zetel en bel eventjes naar Jenn om te horen hoe het met haar en de baby gaat. Alles is in orde. Ondertussen komt David aangedragen met twee gevulde wijnglazen die hij op het salontafeltje zet. Hij steekt een paar kaarsjes aan in de kamer en daarna laat hij zich naast mij in de zetel vallen. Ik neem afscheid van Jenn en kijk hem vragend aan. "Ik wou het gewoon gezellig maken," zegt hij nonchalant terwijl hij zijn schouders ophaalt. "We zullen eens kijken wat er op tv te zien is." David grijpt naar de afstandsbediening en begint te zappen. Hij stopt bij een actiefilm. De rest van de avond hangen we gezellig in de zetel wat tv te kijken, wijn te drinken en te babbelen.
~***~
Hier is hij dan eindelijk! Het eerste deeltje van het derde deel. Let's do this!
Hoe gaat het met jullie allemaal? Het is zooooooooooooooo lang geleden! :0
JE LEEST
The Badboy's Game - Schaakmat (#3)
Teen FictionDavid en Eliza zijn terug, en dus ook Jake! Hij is weer thuis van Rusland en heeft heel wat te vertellen. Ook de liefde tussen Will en Jenn is nog niet uitgedoofd. Het leven kan toch niet mooier zijn? Dat hadden ze maar gehoopt, al gauw loopt de sp...