Nachtmerries

86 1 1
                                        

Aanbevolen muzikale begeleiding: Bryan Adams - Sound the Bugle, Joel Adams - Please don't go, Obliviate - Harry Potter & Statues - Harry Potter

De verhitte conversatie tussen Adaline en Helena was achteraf iets waar een klein kind nog geen ruzie om zou maken. Waar de ruzie om ging wist Adaline niet eens meer, waarschijnlijk iets kleins zoals een plek in de klerenkast. Zij en de blonde Helena hadden nog even doorgekibbeld, maar hadden mekaar doodgezwegen toen ze naar bed gingen. Die nacht lag Adaline te woelen in haar bed. Ze was diep in slaap toen ze opeens allerlei beelden voorbij zag flitsen.

Adaline opende haar ogen en het enige wat ze om zich heen zag was een oude ruïne, in een donker bos. Het was midden in de nacht, en het enige licht wat ze zag was de halve maan die een beetje op de bomen scheen. "Hallo?" riep ze. Maar niemand antwoordde. Was ze dan alleen? Waar was ze überhaupt? Het enige wat ze hoorde en zag was het ruisen van water, en de ruïne die door het maanlicht werd verlicht. Opeens zag ze in haar ooghoek een lichtflits. Ze keek in een seconde om, maar zag niets. Had ze dit dan verbeeld? Dat moest wel. Adaline haalde diep adem. Dit was niet echt, dit was niet echt, totdat ze nog een lichtflits in haar ooghoek zag. En nog een. Ze draaide zich weer om en keek om zich heen. Waar kwam dat licht vandaan? Ze keek weer om zich heen en ze zag nog een lichtflits voorbij schieten. Maar het leek alsof er iets in die flits zat. Oké, ze wist dan nu nog steeds niet wat het was, maar waar kwamen ze vandaan? Ze probeerde de bron te achterhalen, maar dat lukte niet. "Wie is daar?" probeerde ze nog een keer. Ze begon te lopen, ookal had ze geen idee waar ze liep. Uit het niets schoot er opeens een lichtflits vlak langs haar heen. Hij leek een bepaalde richting op te gaan. Ze zette het op een rennen, al had ze geen idee waar ze naartoe rende. "Wacht! Wacht op mij!" riep ze. Adaline had geen idee waar ze rende, totdat ze tegen een boom aan liep. Ze viel op de grond en kreunde even. Die kwam harder aan dan gedacht. Terwijl ze zichzelf ontdeed van de bladeren keek ze op. En daar zag ze het. Verderop stonden een paar gedaanten, waarvan ze er eentje uit duizenden herkende.

Aan de rand van het meer zag ze haar vader staan, maar dan was alleen zijn bovenlichaam enigszins verlicht. Dat tengere figuur, en bovenal zijn neus. Dat kon alleen maar haar vader zijn. Hij was echter niet alleen. Ze zag er nog een gestalte bij staan. De man was een stuk groter en sterker dan haar vader. Dat kon ze zo zien, maar wie was hij. Ze kwam dichterbij, en hoorde haar vader tegen de man praten. "Kom je je belofte inlossen?" De grote man zei niets, en ze vroeg zich af waarom niet? "Geef me de jongen." Toen keek de man pas op. "Nee. Je krijgt hem niet." Ze hoorde haar vader schaterlachen. Ugh, dat was iets wat ze totaal niet miste aan hem. "Hij is alles wat ons dierbaar is. Alsjeblieft.. Pak onze juwelen, pak alles wat we hebben, maar niet onze -" De man werd onderbroken. "Niet jullie lieve zoontje. Hoe sentimenteel." Het was soms eng hoeveel ze van zichzelf in hem herkende. Nu ze in Auradon was had ze niet meer zo'n voorbeeld om vanaf te spieken. Wellicht was dit haar kans om te bewijzen dat ze zelf slecht kon zijn, zonder de hulp van haar vader. Terwijl ze erover nadacht bulderde haar vader weer. "Ik heb al veel te lang gewacht. Als jij hem niet aan mij geeft, dan ga ik hem zelf wel halen." Het volgende moment stond er opeens een paard naast haar vader, die hij besteeg en daarna  wegreed van de grote man. "Stop! Alsjeblieft! Ik weet hoe ik je kan betalen.." schreeuwde hij. Haar vader stopte en keek hem met een grijns aan. "Ze zijn ook allemaal hetzelfde. Geef op." De man ging op zijn knieën. "Ze is weer in verwachting.. van een meisje.." "Ik wilde een jongen. Dat heb ik je heel duidelijk gezegd." De man keek haar vader weer aan. "Alsjeblieft.. Ik zou mijn eigen leven voor hem geven. Alles om hem bij zijn moeder te houden." Haar vader dacht na. Wow, hij dacht na. Het enige wat ze voor een moment hoorde was het ritselen van de bomen die hen omringden. Van haar voet voelde Adaline amper meer iets. Ze was veel te gefocust op wat er voor haar ogen gebeurde. "Geef me de ring," gebood haar vader. De man knikte en gaf de ring aan hem. Monsieur d'Arque bestudeerde de ring, en met magie dupliceerde hij de ring. Opeens zag ze een blauwe flits voor haar ogen en voelde ze dat ze weggeslingerd werd.

Adaline gilde en zat het volgende moment rechtop in haar bed. Haar ademhaling oppervlakkig, haar voorhoofd bedekt met zweetdruppels. De kamer om haar heen was donker, en het enige wat ze hoorde was Helena die mompelde dat ze haar mond moest houden. Adaline reikte naar het glas water naast haar bed en nam er een slok van. Toen ze weer iets gekalmeerd was ging ze weer in haar bed liggen en probeerde ze weer rustig te slapen. Niet dat dat lukte. Adaline was zelden overstuur om iets, maar dit raakte haar op de een of andere manier. Ze voelde zelden medelijden om iemand, maar die man.. Oké, ze was nog geen dag in Auradon en nu al werd ze zo soft als een donskussen. Ze zuchtte en ging daarna weer op haar kussen liggen. 

Terwijl Adaline een poging deed om weer in slaap te vallen, en nog wat te rusten voor haar eerste schooldag, lag koning Ben te woelen in zijn bed, en wakker schrok van iets. Ook hij ging rechtop in zijn bed zitten, maar het enige wat hij nog herinnerde was een windvlaag die hem opeens wegblies. Wat hij niet zag, was dat zijn ogen lichtblauw gloeiden, en hij besefte ook niet dat dit nog maar het begin was van alles wat Auradon te wachten stond.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 16, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Auradon SecretsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu