Deel 2 - Hulp Van Vega

476 9 6
                                    

Even later zitten de drie thuis op de bank. Vladimir heeft net thee gezet en geeft een mok dampende honingthee aan Keelin. Ze zijn alle drie geschrokken van het avontuur in het bos, misschien dat de thee hen goed doet. En misschien dat de thee Keelin doet praten. Ze zit nog altijd stilletjes op de bank. Vladimir wil graag weten wat er is gebeurd, maar Wilko is hem voor:

"Weet je nog iets?"

Wilko ziet hoe Keelin slikt en dan een slok thee neemt. Ze staart vreemd uit haar ogen, alsof er iets is, maar ze het niet wil zeggen. Hij kijkt naar Vlad die op het puntje van de bank zit. 

"Ik weet het niet precies," zegt Keelin plots, "maar..." ze zet de thee op haar schoot en zoekt naar woorden. "Ik heb het gevoel dat..." 

Wilko ziet hoe Keelin haar hoofd schudt. Hij is nu wel erg nieuwsgierig. "Wat is er Keelin?"

De blondine kijkt ernstig op naar Wilko en staart dan weer naar de tafel: "Inktzwarte lokken, grote ogen, een gouden gewaad." Ze verheft angstig haar stem: "Een gouden slang op haar hoofd en ze zei iets. Iets van 'Serenma'."

"Wacht!" Roept Vlad. Het lijkt alsof Keelin een wezen omschrijft. Misschien heeft iemand haar aangevallen en omschrijft ze de dader. Als dat zo is, dan moet Vega dit horen. Vladimir loopt naar het boek. "Vega!" 

"Wat is er Vladimir?" De geest in het boek aait over zijn kin. 

"Keelin, vertel nog eens," gebaart Vlad.

Wilko staat op en gaat naast Keelin zitten. Hij voelt dat hij haar moet steunen, want ze lijkt niet op haar gemak. Terwijl Wilko een arm om haar heen slaat, herhaalt ze haar woorden:

"Inktzwarte haren, grote ogen en een gouden gewaad. " Haar ademhaling versnelt. "Rook en een slang op haar hoofd." Keelins schudt haar hoofd. "Ik voelde vanmorgen al iets duisters. Het lijkt wel of ik verzwakt ben."

Vladimir knikt. "Wat is dit Vega?"

"Bovenste plank, boek vijf, hoofdstuk zeventien." 

Vladimir snelt naar de boekenkast en pakt een donkerblauw, oud boek. Hij legt het neer en bladert naar het juiste hoofdstuk. "Anchesenamon?" Leest hij de titel van de pagina. 

Vega knikt: "Anchesenamon, de vrouw van Toetanchamon. Uit het oude egypte."

"Oke," Vladimir houdt zijn vinger bij de omschrijving: "De Anchesenamon is een wraakzuchtig wezen, die in staat is anderen te vervloeken en te verstenen. Haar levensdoel is de afstammeling van Amneris vinden. Ze kan plotsklaps verschijnen met de vraag: 'Serenma, geef me de afstammeling van Amneris! Ed Em feeg'. Haar blik is duister. Enkel en alleen de traan kan haar verslaan. "

Er gaat een rilling over Wilko's rug en hij kijkt naar het meisje naast zich. Keelin heeft veel geluk gehad. Ze had wel vervloekt kunnen worden, of versteend!

Vladimir slaat het boek dicht: "We hebben dus te maken met een kwaadaardig wezen. We moeten haar terugsturen naar de onderwereld, voordat ze de inwoners van Schemermeer iets aan doet."

Keelin slaat Wilko's arm van haar af en loopt naar de deur. Binnen een seconde is ze weg. Wilko fronst. Als Keelin maar niet alleen op pad gaat om dit wezen te verslaan. Blijkbaar denkt Vladimir er ook zo over: "Wil Keelin nu in haar eentje Anchesenamon pakken, omdat ze vanmorgen is aangevallen in het bos?"

"Ik hoop het niet."

"Doe voorzichtig!" Zegt Vega.

De twee jongens knikken. "Doen we." Dan lopen ze de kamer uit. 


Wilko stapt als eerste naar buiten. Hij zet een paar stappen op de middeleeuwse keien en blijft dan verschrikt staan. Achter hem komt Vlad. Hij sluit de deur en blijft dan ook staan. Zijn ogen worden groot als hij het plein bekijkt. De mensen die zonet op het terras zaten te kletsen zitten er nog steeds, maar dan versteend. De haren, de ogen en zelfs de kleding van de mensen is één grote grijze massa geworden. Hier en daar zit zelfs een scheur in de menselijke rotsblokken. 

Schemermeer is in een kil, verlaten dorp veranderd. Nergens nog is het geluid te horen van spelende kinderen of roepende koopmannen. Het leven staat stil. Alles is versteend. Hier en daar ritselt een blaadje over de grond, geduwd door de wind. De wind, het enige bewegende element in Schemermeer, samen met de leden van de Nachtwacht. 

Angstig kijkt Wilko achterom naar zijn Vlad. Vlad slikt. Dit is het werk van Anchesenamon. Ze is sneller dan ze hadden gedacht. 

Dan ziet de oudste van de nachtwacht hoe Wilko naar de oude boom bij het terras rent.

"Sacha!" 

Wilko hurkt neer bij bij de wortels van de boom. Tegen de boom zit Sacha, versteend. Ze was vrolijk op het moment dat het gebeurde, want haar ogen lachen. 

"Sacha toch"

Wilko schudt zijn hoofd en aait over het stuk steen wat vroeger Sacha's wang was. De blik in haar ogen maakt dat Wilko alles op het spel wil zetten om Anchesenamon te pakken. Ze zal boeten voor wat ze het dorp heeft aangedaan. 

"Wilko!!! Help!!"

In een snelle beweging kijkt Wilko achterom richting de stem. Het is Vlad, die getransformeerd is naar zijn vampier-gedaante. Meteen ziet Wilko waarom. Recht voor Vlad staat Anchesenamon. Om haar heen schijnt een fel licht, maar haar haren zijn pikzwart. Net als haar ogen. Haar handen gaan in grote bewegingen heen en weer. 

"Serenma! Geef me de afstammeling van Amneris! Ed em feeg!"

Wilko twijfelt geen moment. Hij maakte een duikbeweging met zijn nek en laat zijn tanden zien: het teken van zijn transformatie. "Wraahh!!"  Zijn ogen lichten op en over zijn gezicht verschijnen wilde haren. Binnen enkele seconden is het gebeurd: hij is een weerwolf. Met grote passen komt hij bij Vlad aan. De twee knikken. Ze zijn goed op elkaar ingespeeld en hoeven geen woorden meer te gebruiken om een aanval te bedenken. Wilko duikt op de geest af, terwijl Vlad zichzelf onzichtbaar maakt en achter haar gaat staan. Ze is ingesloten. Maar dan gebeurt er iets wat ze niet verwachten. Anchesenamon verdwijnt. Alleen rook blijft achter.

"Waar is ze?!" Roept Wilko.

Vlad is weer zichtbaar en kijkt in het rond. "Daar!" Zijn vinger wijst richting het bos.

De Egyptische VloekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu