Hoofdstuk 10

19 2 2
                                    

"Psst, Maanpoot." Maanpoot hoorde de stem van Staartpoot in zijn oor. "Hé, Maanpoot." Staartpoot keek hem bezorgd aan. Maanpoot stond op. "Hmm... Wat is er? Het is nog nacht." Antwoorde Maanpoot slaperig.
"Ik moet je wat vertellen." Maanpoot snapte niet waarom hij zo bezorgd keek. "Kom," zei hij tegen Maanpoot. "dan gaan we even naar buiten."

Donkerhart srond weer op de wacht. "Wat gaan jullie doen?" Vroeg hun vader. "Even een blokje lopen." Zei Maanpoot, terwijl hij naar Staartpoot keek. Donkerhart knikte. "Oké." Zei hij. "Maar wel voorzichtig hoor. Straks is er weer een moord." Zei hij bezorgd. "Kom," zei Staartpoot. "dan gaan we."

Eenmaal in het bos aangekomen stopte Staartpoot met lopen. Hij keek Maanpoot aan. "Maanpoot?" Vroeg hij op een vreemde toon, die Maanpoot nog nooit bij hem had gehoord. "Je kan allen tegen mij en Dauwpoot vertellen hé?" Zei hij geruststellend. "Ja, dat weet ik, maar het is gewoon een beetje ongemakkelijk om te zeggen." Hij keek naar de grond.
"I... Ik denk dat ik een medicijnkat wil worden." Zei hij opeens. "Wat?" Vroeg Maanpoot verrast. "Waarom?" "Gewoon... Ik heb denk ik een droom gehad van de SterrenClan." Zei hij.

Ondertussen liepen ze verder door het woud. "Ik zag een groen oog. Ik hoorde een stem. Hij zij dat er een kat in de Clan ziek was. Daarna zag ik het kamp van de DonderClan. Overal lag bloed en ik zag Sterkster in het midden staan. Uit zijn bek droop bloed." Staartpoot trilde toen hij het zei. "Toen hoorde ik de stem weer. Hij zei: Dit is het lot van jou Clan, als je ze niet helpt. Ben je bereid om een medicijnkat te worden?"

Warrior Cats: De Eerste Maanenschijn, Het BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu