Hoofdstuk 12

19 4 1
                                    

Maanvacht keek het kamp rond. Overal waren katten met elkaar aan het praten. Opeens stond Donkerhart op. "Lichtster, ga je vanavond echt naar de SchaduwClan grens?" Vroeg hij bezorgd. "Blauwstaart en Maanvacht zijn nog maar net krijger en..." Lichtster zwiepte met haar staart als gebaar dat hij stil moest zijn. "Ik snap dat je bezorgd bent om je zoon, maar hem zal niets overkomen. Blauwstaart en Maanvacht hebben Sterkster- omdat hij geen leider is, noemen we hem voortaan Sterkhart- al een keer eerder verslagen. Dat kunnen we weer doen." Zei ze rustig. Donkerhart ging weer gespannen zitten.

Toen iedereen weer wat rustiger werd, kwam Lichtster op Maanvacht en Blaustaart af. "Ga maar wat eten, jullie hebben het nodig." Ze liep rustig naar haar hol. Maanvacht keek hem na.

"Lichtster, wacht!" Hoorde Maanvacht van achteren komen. Hij zag Rozenpels naar het leidershol rennen. Ze was kennelijk bezig met kruiden mengen. Dacht Maanvacht. Hij rook dat een sterke geur haar omringde. Zijn gedachte werd onderbroken door de mauw van Blauwstaart. "Kom je?" Zei ze zo rustig mogelijk. "We moesten wat eten van Lichtster." Zei ze. Maanvacht merkte dat ze gespannen was en legde zijn staart op haar schouder. Samen liepen ze naar de hoop verse prooi.

Maanvacht slikte een hap woelmuis door. Hij hoorde de ingang van Lichtsters hol ritselen. Rozenpels liep uit het hol en keek zoekend naar de open plek. Uiteindelijk bleef haar blik rusten op Maanvacht en Blauwvacht, waarna ze naar hun toe liep.
"Ik moet jullie kruiden voor kracht geven, voor het gevecht." Zei ze. "Neem jullie eten maar mee,dan kunnen jullie de kruiden met een hap vlees eten." Riep ze achter haar rug om. Maanvacht en Blauwstaart volgde haar.

"Blegh!" Zei Maanvacht nadat hij de kruiden had gegeten. Ze smaakte vies bitter. Hij zag Blauwstaart met haar tong uit haar mond met haar kop schudden. Even moest hij zich inhouden om niet te gaan spinnen. "Lach niet!" Zei ze boos toen ze Maanvacht zag. "Nee, natuurlijk niet!" Zei Maanvacht op een sarcastische wijze. "Hou eens op!" Rozenvachts haren gingen overeind staan. "Jullie moeten je voorbereiden! Dit is een belangrijk gevecht!" Maanvacht keek naar de grond. "Sorry." Zei hij langzaam. Haar haren gingen weer liggen. "Ga nu maar naar het krijgershol, jullie kunnen beten even gaan uitrusten." Zei ze rustiger. "Oké." Zei Blauwstaart. "Kom, dan gaan we." Maanvacht knikte. Samen liepen ze naar het krijgershol.
Misschien is dit de laatste wel de laatste keer. Dacht hij bij zichzelf. Toen ze aankwamen ging hij liggen, waarna hij direct in slaap viel.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Sep 12, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Warrior Cats: De Eerste Maanenschijn, Het BeginWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu