het begin

7 1 0
                                    

Zittend op een houten bankje waar de splinsters zich elk moment in je hand kunnen kerven, kijk ik vooruit. Elisa de persoon naast me zwaait met haar hand voor mijn ogen, 'waarom droom jij toch altijd? Luister je wel naar wat ik aan het zeggen ben? Dus die jongen zei toen...' eigenlijk droom ik niet, ik staar gewoon voor me uit en ik luister niet want het interesseert me ook totaal niet, denk ik bij mezelf. Ik hoor wel dat ze aan het ratelen is maar niet wat ze zegt, die knop heb ik uitgezet. 'Dus' zegt elisa, wat denk jij? Vroeger zou ik helemaal flippen omdat ik niet heb gehoord wat voor af ging maar nu kan het me niets meer schelen, 'waar maak jij je in godsnaam druk over elisa? Zeg ik met een zucht. Ze draait zich naar mij 'pardon? Ik lucht hier heel mijn hart en jij vraagt me af waar ik me druk over maak? De laatste tijd doe je echt anders, ik weet niet wat je bezielt maar het is niet leuk zo misschien moet jij eens zeggen wat er met je is?' Vraagt ze op een toon dat me beveelt te antwoorden. ' er is niets' zeg ik. Want er is ook echt niets. Dat woord niets wat betekent dat? Ik denk alleen aan niets, de wereld is niets waarom dan nog druk maken om 'niets'? 'Blijkbaar is er wel iets he'! Roept ze, ik schrik me uit mijn gedachten en kijk haar aan. Ze kijkt mij boos aan en staat recht, ' sorry hade maar ik weet niet meer wat aan te vangen met jouw zolang jij niet open tegen mij bent neem ik liever afstand' ze wacht op nog een antwoord van mij. Ik heb geen gelaatsuitdrukking want het boeit me niet. Ze zucht kwaad en stapt weg. Ik neem een sigaret en steek hem aan, roken is het enige waar ik elke dag naar uit kijk elisa weet niet dat ik rook en dat is het beste anders krijg ik daar nog een preek over. Ik kijk weer voor me uit recht naar een jongen die op een bankje voor me zit, hij leest een boek. Het heeft een blauw groene kaft maar verder kan ik niets zien. In zijn rechterhand heeft hij ook een sigaret vast. Hij heeft een kaaklijn, bruine lange haren tot zijn schouders en heeft losse kleren aan, het is een skater dat zie ik aan zijn skateboard 'haha' ik lach luidop met mijn eigen domme grap. Plots kijkt hij me aan, hij ziet dat ik naar hem kijk en hij kijkt terug recht in mijn ogen. Zijn ogen zijn blauw groen net als het boek.

depressieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu