Proloog

149 10 1
                                    

We staan voor het donkere huis en kijken omhoog. Een onheilspellende wolkenmassa siert de lucht. Ik krijg meteen kippenvel over mijn hele lichaam. Ik wou dat ik thuis was, ik vertrouw het hier voor geen meter.

Ik denk aan thuis, de mooie blauwe lucht met geen enkele wolk. De mooie palmbomen die hier en daar staan. Een bliksemflits en gedonder in de verte brengt me weer in de realiteit.

We moeten naar binnen anders is het misschien te laat. Ik kijk naar Katherin, ze ziet er even bang als mij uit. Maar ik weet dat er ook veel moed en doorzettingsvermogen in haar zit.

Uiteindelijk durf ik me te bewegen, waar ik de moed vandaan haal weet ik niet.

Ik pak haar hand vast en knijp er zachtjes in. We kijken elkaar nog even aan en dan lopen we naar binnen.

Het is helemaal donker binnen op een lichtje na. Midden in dat licht zit een meisje vastgebonden op een stoel.

Haar donkerbruine haar hangt voor haar gezicht zodat je het niet kan zien. Haar armen zitten onder het bloed en er zitten scheuren in haar prachtig witte jurk.

Even heb ik het idee dat ze niet meer leeft maar dan tilt ze heel voorzichtig haar hoofd op, ze kijkt naar ons, glimlacht en dan valt haar hoofd weer terug. Haar ogen zijn dicht en er druppelt langzaam wat bloed uit haar mond.

'We moeten opschieten' zeg ik. Samen rennen we naar haar toe en proberen we de touwen los te maken.

'Hahahaha, dachten jullie werkelijk dat het zo makkelijk zou zijn. Jullie komen hier binnen rennen en proberen mijn schat van ontelbare waarde mee te nemen'. 'Jullie kunnen van mij aannemen dat ik dat niet laat gebeuren!'

'Je kunt ze niks maken' hoor ik met een zachte en beverige stem achter me.

Julliet zit rechtop in de stoel en kijkt met een blik van haat naar boven. Ik kijk meteen ook omhoog en zie een man in een bruine met groene outfit staan.

Zijn bruine lokken schieten alle kanten op zodat hij een weelderige coupe heeft. Zijn diepblauwe ogen zijn prachtig. Ik zou erin kunnen verdrinken.

Ik kijk verder en zie dat hij een soort armband omheeft, het ziet eruit alsof het van touw gemaakt is. Het gevoel bekroop me dat hij heel machtig was.

Ik kijk nog een keer naar zijn pak, hij lijkt op een jager. Dan zie ik iets bruins bij zijn schouder uitsteken wat me nog niet eerder is opgevallen. Een boog.

Hij ziet dat ik hem aandachtig aan het opnemen ben en er verschijnt een brede grijns op zijn gezicht. Naast me zie ik dat Katherin ook betoverd is door zijn uiterlijk.

Ik schud haar door elkaar en zeg tegen haar dat ze hem niet rechtstreeks in de ogen moet aankijken.

Ik heb het gevoel alsof ik word aangestaard en draai me om. Mijn hart maakt een sprongetje van schrik, hij staat nog maar 3/4 meter van ons vandaan.

Hoe is hij zo snel beneden gekomen en waarom hebben we hem niet gehoord? Ineens verandert de grijns op zijn gezicht in een grauwe en geniepige uitdrukking.

'Katherin, Lisette vlucht!' Hoor ik Julliet schreeuwen. Met die woorden worden haar ogen wazig en blijft ze voor zich uitstaren.

Ik begreep dat we te laat waren en wou me omdraaien om te vluchten, maar zag dat we omsingelt waren.

Er stonden nog minstens 8 van die jagers om ons heen. We wisten dat we geen kant op konden. We zouden onze teleportatie spreuk kunnen gebreuken, maar we hadden samen nog net genoeg om 1 persoon te vervoeren.

Katherin keek me met een zelfverzekerde blik aan en ik wist meteen wat ze ging doen. 'Nee Katherin, ik kan je hier niet achterlaten!'

'Je zult wel moeten, jij bent veel belangrijker dan ik, jij moet de uitverkorene opleiden'. 'Maar....'

Ze liet me niet uitpraten maar begon te zingen. Ik wist dat ik haar niet kon tegenhouden en begon mee te zingen.

Als ik dat niet deed zou de spreuk haar zo verzwakken dat ze misschien wel nooit meer de oude zou zijn.

Toen het einde van het lied naderde zag ik de tranen in haar ogen springen, ook zag ik vanuit mijn ooghoeken de jager die ons aanstaarde langzaam naar ons toelopen.

Hij was er bijna maar hij was al te laat, het lied was voltooid en ik voelde dat het werkte.

Het ene moment zag ik nog dat de andere jagers de strijd met Katherin aangingen en het andere moment zat ik in de gezamelijke kamer van de engelestudenten op mijn knieëen te huilen.

Zo wat vonden jullie ervan? Zou ik door blijven schrijven? Moet ik langere hoofdstukken maken?

In ieder geval moeten jullie me wel waarschuwen als ik spelfouten maak.

Ik hoop dat jullie het erg spannend vonden en me veel likes geven.

JustNaomi

Anthem of the AngelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu