Ik draag dit verhaal over aan mijn grote broer die ondanks alles toch een geweldige broer probeert te zijn. Om privecyredenen verander ik de namen in dit verhaal.
Ik zal eerlijk zijn, ik was geen gemakkelijke baby, totaal niet. Krijsen kon ik als de best en het was steeds aan mama om me het zwijgen op te leggen. Mijn grote zus en broer stonden wel elke avond aan mijn wiegje te kijken hoe ik in mijn kleine neus peuterde, op de slurf van mijn knuffelolifantje zabberde en hoe ik mijn schattige handjes in mijn mond stak.
Ik hield ervan om dingen in mijn mond te stoppen, het was een hobby geworden. Een keer, toen mama buiten prei aan het plukken was, kon ik het niet laten om zo een rauw stuk prei met aarde en al te bepotelen met mijn speeksel.
Het allerliefst had ik de auto's van mijn broer. Ik weet niet wat het was maar daar was zo iets aantrekkelijks aan dat mijn kleine handjes steeds weer de neiging hadden om de auto's met mijn mond kennis te laten maken.Natuurlijk kon hij er niet tegen, hoe zou je zelf zijn als je kleine zusje je speelgoed zou volkwijlen?
Achja, hij moest er maar mee leren leven, want ik was te koppig om ze terug te geven.Uiteindelijk schepte het wel een band van broeder-en zusterliefde, want we speelden vaak met elkaar; riddertje, duplo, puzzelen...
We maakten veel ruzie maar dat was normaal en dat werd nog wat erger toen we er nog een broertje bij kregen. We wisten het altijd wel snel op te lossen, en verder te spelen.Toen ik 6 jaar was en Daniël 8 werd veranderde dit. We maakt meer ruzie, begrepen elkaar niet meer en konden het steeds minder met elkaar vinden. Hij was niet meer de broer die hij eerst was, de spelletjes moesten steeds gaan zoals hij het wilde en ik had hier weinig tot geen inbreng in. Ik kon er niet tegen dat hij alleen aan zichzelf dacht en alle aandacht van mijn ouders opslokte.
Maar wat ik niet zag of niet wilde zien, was dat hij het moeilijk had, in angst leefde en om de haverklap een aanwezigheid voelde van mensen die hem kwaad wilde doen. Het Klinkt ongeloofwaardig en totaal niet eng, maar voor hem was het alsof hij in een levensechte nachtmerrie was beland, waarin iedereen zegt dat er niks aan de hand is en jij toch iets verschrikkelijks meemaakt.
Veel besefte ik nog niet, maar nu kan ik jullie wel zeggen dat het spreekwoord "elk huisje heeft zijn kruisje" geen fabeltje is.
JE LEEST
Every house has his cross (Nederlands)
No FicciónEen Nederlands spreekwoord is ongrijpbaar in het Engels. Maar wie Nederlands én Engels kan zal de zin wel begrijpen. Als ik je zou vragen om Autisme te definiëren, me te vertellen hoe mensen met autisme (en specifieker MCDD) zich gedragen en waarom...