Hoofdstuk 1 De landing

5 1 0
                                    

Ik schrik wakker van een enorme klap. Mijn ogen schieten open. Mijn ogen schieten de ruimte rond. Ik weet gelijk waar ik ben. NEE, dit kan niet waar zijn! Ze hebben me gewoon.. Jaha had beloofd het niet te doen en hier zit ik dan toch, in het landingsschip naar de aarde met 99 andere mensen van mijn leeftijd.. Ik raak lichtelijk in paniek. Mijn ogen schieten langs een aantal gezichten. Allemaal bang. De ruimte begint zich met rook te vullen. Er is iets goed mis en we gaan volgens mij ook veel te snel naar beneden. Ik zie een vier jongens op de grond liggen, bewusteloos. Wat is daar gebeurd? Waarom zitten ze niet in de riemen, net als de rest? Het meisje naast mij grijpt mijn pols beet. Als ik mijn hoofd naar haar toe draai, zie ik dat ze haar ogen stijfdicht heeft. Aan de overkant van mij zit een donkere jongen die bezorgd naar het meisje naast mij kijkt. Het schip lijkt nog in een extreme versnelling te komen als het opeens met een harde klap ergens op terecht komt. Ik mag toch hopen dat het de grond is en niet een of andere berg of iets. Ik probeer mezelf te dwingen om een paar keer goed in en uit te ademen om mijn hartslag omlaag te krijgen, maar dat is bijna onmogelijk in zo'n situatie. Iedereen schrikt zich dood als de schermpjes aanvliegen en kanselier Jaha verschijnt. Hij steekt een heel verhaal af en ik krijg maar een paar woorden mee. Mount Weather, voorraden, zoeken, laatste mensen... Maar ik kan alleen maar naar hem kijken en denken hoe hij mij dit aangedaan kon hebben.

Ik kom weer een beetje bij zinnen als er door de kabine geroepen wordt. "Hey Wells, waarom heeft je vader je hier naartoe gestuurd? Moet de baas komen lopen spelen?" Dat komt van een jongen met stijl achterover gekamt haar, een spitse neus en een uitdrukking in zijn gezicht die mij totaal niet bevalt. Zijn blik gaat naar de jongen die tegenover mij zit. Ik heb nu pas door dat ik tegenover de zoon van de kanselier zit. Ik had hem in alle hectiek niet herkend. Waarom hebben ze hem nou meegestuurd met de 100? Die jongen gaat het hier heel moeilijk krijgen. Hij zal altijd de zoon van de kanselier blijven en genoemd worden. En als ik even goed de kabine rondkijk, zullen er genoeg jongens en meisjes zijn die hem eraan willen helpen herrineren. Wells slaat zijn ogen neer. De jongen die dat tegen hem gezegd had, doet zijn riemen af en dat lijkt voor de rest wel een soort toestemming om het ook te doen. Het meisje naast mij komt ook in beweging. Het meisje heeft haar licht blonde haar bij elkaar gebonden in een vlecht die tot iets over haar schouders valt. Ze vliegt naar het de kabine zwevers en knielt bij een van de jongens die op de grond lagen, neer.

Ze schudt hem zachtjes aan zijn schouders. "Finn? Finn? Gaat het?"

Die vraag resulteert in een ferme kreun van de zwevende jongen, die blijkbaar Finn heet. Het meisje slaakt een diepe zucht. Ik loop naar een van de andere jongens die op de grond liggen en ik voel hun pols. Shit.. hij is dood.. Het meisje met het lichtblonde haar checkt de pols van de andere twee, kijkt mij aan en schudt haar hoofd. De roekeloosheid van deze jongens zorgt er al voor dat we nu al met 97 zijn. Het meisje wijst naar de trap die wijst naar de deur en wenkt me.

"Kom, we gaan naar de anderen. Hier doen we later wel wat aan. Misschien kunnen we ze begraven, maar dan moeten we wel eerst zien waar we geland zijn."

Ik knik. Ze heeft gelijk. Ik wil er wel bijstaan als de deur opengaat. Het meisje helpt Finn overeind en ondersteunt hem naar de trap. Wells loopt er achteraan. Ik sluit de rij.

Eenmaal beneden in het ruim is het niet normaal druk. Iedereen staat op een kluitje te dringen voor de deur. Naast de deur staat een lange jongen in een bewakerskostuum en achterover gekamt haar, waar allerlei plukjes tussenuit pieken, alsof ze weer in hun oorspronkelijke model willen schieten. Hij probeert de menigte te sussen volgens mij. Ik kan het niet goed horen omdat ik achteraan sta. Opeens voel wordt de menigte wat onrustig en iedereen begint te fluisteren. Mijn blik valt naar de trap, waar een meisje naar beneden komt. Hmm, ik dacht toch echt dat ik de laatste was in de kabine. Het gefluister komt ook bij mij aan.

RadioactiveWhere stories live. Discover now