Hoofdstuk 2 De vlinders

3 0 0
                                    

Het groepje jongeren loopt door de bossen en probeert elkaar ondertussen beter te leren kennen. Het was Jasper ook opgevallen dat de jongen die mij gered had, zijn naam nog niet had gezegd. Hij gaat naast hem lopen en port hem in zijn zij.

"Hee gast, jij hebt nog niet gezegd hoe je heet. Of is je naam zo raar dat je je ervoor schaamt? Als dat zo is, mag je het ook in mijn oor fluisteren." De jongen grinnikt.

"Zo'n groot geheim is het niet hoor. Ik ben Julian." Eindelijk een naam bij mijn redder in nood. Maar Jasper lijkt het al niet meer te interesseren. Hij trekt een sprintje naar Monty en springt bij hem op zijn rug. Ondertussen luister ik ook een beetje het gesprek af tussen Octavia en Clarke achter me. Ik kan er niet veel van horen maar volgens mij valt er "Finn is van mij." en "Je mag hem hebben." Clarke en Finn lijken best close te zijn. Finn is volgens mij ook een leuke en lieve jongen. Mijn blik valt weer op Julian die zo'n 3 meter voor mij loopt. Deze jongen is het prototype van een gesloten boek. Dat kan je aan alles zien. Zijn gezichtsuitdrukking, de manier hoe hij overkomt, hoe weinig hij praat. Hij doet me een beetje denken aan mijn vader. Mijn vader was ingeneur op de Ark en hij was ook een lid van de Raad. Hij had geheimhoudingsplicht in de Raad en hij deed dan net als hoe Julian nu doet. Geheimzinnig. Of hij heeft een berg aan geheimen, of hij draagt een enorme pijn met zich mee. Emotioneel beschadigd, misschien? Dat is moeilijk om van jezelf toe te geven, maar ik denk dat ik emotioneel nu ook niet lekker loop. Op een bepaalde manier ben ik ook vastbesloten om erachter te willen komen wat er achter deze jongen schuilt. Normaal gesproken zou ik mezelf er lekker buiten houden, maar iets in mij zegt dat ik dit moet doen.

Na ongeveer een half uurtje lopen en na een schrikmomentje van het feit dat we een hert met twee koppen hebben gezien, komen we aan bij een meer. Voordat ik mezelf bedacht hebt dat het misschien geen goed idee is om er zomaar in te gaan, trekt Octavia een sprintje en kijkt over de rand naar beneden. Ze draait zich om naar ons.

"Wie gaat er mee zwemmen?" Langzaam trekt ze haar kleren uit tot ze in haar ondergoed staat. Julian reageert meteen en trekt zijn jas en trui uit, zodat hij in zijn hemd en broek staat. Ja, natuurlijk gaat hij mee het water in. Octavia is een heel mooi meisje. Huh, wacht.. hier moet ik niks bij voelen? Als ze allebei bij de rand staan, komt Clarke naast me staan.

"Is het wel een goed idee om te zwemmen? Misschien is het water giftig."

Octavia haalt haar schouders op. "Daar kunnen we maar op één manier achter komen, niet?" Ze kijkt Julian aan, pakt hem bij zijn pols en trekt hem het water in. Als de gesprongen zijn, loopt iedereen naar de rand om te kijken of het goed is gegaan. En ja hoor, daar liggen ze in het water. Octavia zwemt een stukje van Julian weg. Julian gaat even kopje onder. Het lijkt dus veilig. Ik hoor Jasper naast me naar Monty fluisteren. "Oh god, Aarde is goed." Zijn blik blijft hangen op Octavia. Jasper wil net zijn kleding uit gaan trekken als hij ineens bevriest en zijn ogen groot worden. Ik volg zijn blik en ik snap gelijk waar hij zo van schrikt. In de verte komt er iets heel snel aanzwemmen. Ik kan niet zien wat het is, maar door het water wat beweegt, kan je zien waar het is. Ik kom gelijk in actie.

"Octavia, Julian, kom het water uit! Snel!" schreeuw ik tegen ze. Ze kijken me eerst stomverbaasd aan, maar dan wordt Octavia kopje onder getrokken. Julian staat er als versteend naar te kijken en kan zich niet meer veroeren. Clarke is minder van haar stuk gebracht. Ze rent naar een partij stenen en kijkt vol adrenaline onze kant op.

"Finn, Monty! Help me op deze steen in het water te gooien. Dan raakt het afgeleid en laat het Octavia misschien wel los!" De jongens doen wat ze gevraagd wordt. De steen valt met een plons in het water. En inderdaad, het laat Octavia los. Ze komt proestend boven en zwemt naar de kant. Jasper vliegt de rots af en trekt haar de kant op. Hoestend en proestend probeert ze op adem te komen in Jasper's armen. We zijn allemaal zo op Octavia gefocust, dat we niet doorhebben dat Julian zijn poging om naar de kant toe te zwemmen is mislukt, omdat het beest hem nu te pakken heeft en hem kopje onder trekt. Hij schreeuwt voordat hij onder water verdwijnt en ik draai mijn hoofd met een ruk om. Shit! Ik kijk om me heen. Die stenentruc gaat natuurlijk niet meer lukken. Ik zie tegen de rots een hoop kleine stenen liggen. Ik pak er een vast en richt op het beest. Het wordt nog een dingetje om Julian niet te raken. Op hoop van zegen dan maar. De eerste steen verlaat mijn hand en valt ongeveer een meter naast het ophopende water, waar Julian in gevecht is met het beest, neer. Ik pak een tweede steen neer en gooi hem. Dit keer is hij wel goed raak en wonder boven wonder schiet het beest weg naar de kant waar het vandaan kwam. Julian komt hoestend boven en probeert naar de kant te zwemmen, maar dat lukt niet helemaal. Zonder er bij te aarzelen, spring ik het water in, zwem ik naar hem toe en ondersteun hem naar de kant. Julian wordt op de kant getrokken door Monty en Jasper en ik door Clarke en Finn. Julian blijft even liggen om op adem te komen en ik heb dat momentje zelf ook nodig. Met mijn ogen dicht, dwingt ik mezelf om een paar keer goed in en uit te ademen. Als ik het idee heb dat ik mijn hartslag weer op orde heb, doe ik mijn ogen open en verschijnt Julian's gezicht in mijn gezichtsveld. Zijn haar zit alle kanten op, alsof hij het uitgeschud heeft. Met een glimlach steekt hij zijn hand uit en ik pak hem aan. Vrij makkelijk trekt hij mij omhoog. Hij plukt een paar zeewierslierten uit mijn haar.

RadioactiveWhere stories live. Discover now