proloog

39 7 3
                                    

Alice Kruidnagel loopt over het zandweggetje, dat buiten de stadsmuren ligt, naar haar huis met in haar ene hand een tas  en in haar andere hand boeken. Ze ziet eruit als een typische inwoner van het land Gnymfea, met haar olijfkleurige huid en golvend bruin haar dat mooi kleurt met haar groene ogen. Het lijkt wel een eeuwigheid te duren om thuis te komen. Buiten de poorten lijken al die hoge bomen zo op elkaar. Maar toch weet ze deze uit elkaar te halen, te herkennen. Ze vraagt zich af of dat ook komt door haar gave; de gave om de juiste plantjes te kiezen om te genezen. Een zucht ontsnapt. Niemand weet nog iets over gaves, krachten zijn ten slotte veel beter. Als het kon zou ze haar gave willen ruilen door krachten, misschien wel de kracht om elementen te beheersen. Iedereen die dat kan wordt door de koning uitgenodigd, in het hof, om daar te wonen. Met krachten ben je speciaal, maar gaves... dat is enkel iets zwaks.

Alice fantaseert over hoe fijn het zou zijn om een element te beheersen, ze voelt een fris briesje, de winter is net voorbij en de lente laat al wat van zich merken. Bloemen bloeien en het gras kleurt weer mooi groen. Ze hoort water stromen en loopt die richting uit, wetende dat ze vlakbij de poorten moet zijn. Ze stapt weg van het zandweggetje om een weg te banen naar het beekje. Verderop wordt het brugetje al zichtbaar, waarna ze daar over loopt en geniet van het weer.

De geur van vers gebakken brood vermengd met vis komt haar tegemoet naderhand ze de stadspoorten nadert. Eenmaal aangekomen groet ze de twee bewakers die aan weerskanten van de poorten staan. Ze herkennen haar aan de kleding die alleen in deze stad gedragen word. De kleuren en stof zijn gekozen door de beste klerenmaker in het land. Er word gezegd dat de koning regelmatig hier zijn kleding laat ontwerpen door onze kleermaker, terwijl in de Hoofdstad Aster de beste designers wonen. Alice moet toegeven, deze kleermaker heeft het goed getroffen met zijn gave. 

Ze steekt het plein over, loopt door de drukke straten en hoopt dat ze snel thuis zal aankomen. Maar niets is minder waar, het is veel drukker dan normaal, waarschijnlijk omdat het jaarlijkse lentefeest eraan komt. Een traditionele feest om te vieren dat de winter voorbij is en de planten en bloemen weer kunnen groeien. Gnymfea is een land waar iedereen gesteld is op de natuur. Ze houden van bloemen, planten en bomen. Het lentefeest is daarom niet niks, want de wintertijd is het heftigste seizoen van het jaar waar helemaal niks groeit en het volk gedwongen is een wintervoorraad aan te nemen. Niet alleen voor voedsel, maar ook voor water. De waterputten zijn dan bevroren en het enige water dat je dan nog kan gebruiken is het sneeuw van de daken die je moet smelten.  De genezers hebben in de winter een beperkt voorraad aan planten met geneeskrachtige werking waardoor ziektes zich sneller verspreiden, de kans op overleving is heel klein. 

Een vaag geschreeuw is te horen in straat. Alsof dat een sein was, begonnen de mensen in de straat plaats vrij te maken. Nu Alice dan eindelijk kan lopen zonder op iemand op te botsen, heeft ze toch het gevoel dat er iets mis is. Ze begint sneller te lopen, de blikken van haar stadsgenoten negerend. De herbergiers,  de kroegen en kledingzaken ziet ze vanuit haar ooghoek voorbij flitsen terwijl ze de straten door rent. Ze staat stil voor haar wijk, waar ze een koets ziet staan van het hof. De buren hebben hun gordijnen dichtgetrokken en de ramen en deuren zijn potdicht.  Dan hoort ze het gejammer van het meisje van wie ze het meest houdt. Ze draait zich om naar de stem en ziet haar zusje zich stevig vastklampen aan de rokken van haar tante.

"Tante ik wil niet gaan!" Gilt ze.
"Nathalie!" Alice rent naar haar zusje, de tranen springen in haar ogen, maar een soldaat houd haar tegen.
"Orders van de koning." Zegt de man nors. Er zit geen enkele emotie in zijn ogen, Alice vraagt zich af of hij dit doet voor zijn plezier, gezinnen uit elkaar scheuren. Een boodschapper, die op de voorste zitplaats zit, zoekt het een en ander bij elkaar.

Alice duwt de soldaat opzij om bij haar zusje te komen die met betraande wangen in haar armen vliegt. "Ik wil niet gaan." Snikt ze.
De woorden breken Alice's hart, maar ze probeert sterk te blijven. Ze houdt Nathalie stevig vast, hoopt ergens dat de soldaten medelijden zullen krijgen en het erbij laten. Ze weet al wat er komen gaat en wilt haar zusje niet bang maken."Het komt goed." Fluister ze dan.

Giftuinen | De begaafdenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu