Hoofdstuk 7

60 5 0
                                    

Hoofdstuk 7.

'Weet je eigenlijk wel waar we heen gaan?' Wolf gaat naast Dove lopen, die al de hele weg met een verschrikkelijk snel tempo voorop loopt. Dove houdt zijn pas een beetje in en zegt: 'Mijn moeder heeft me voor we weg gingen de weg gewezen.' Hij loopt nog steeds hard en Wolf heeft moeite om hem bij te houden. 'Welke richting is dat?' 'Waarom wil je dat weten?' Dove kijkt achterom. Horse slentert achter hen aan. In gedachte verzonken. 'Nou gewoon, als jij dood gaat dan weet ik tenminste nog een beetje waar we heen moeten.' zegt Wolf. Dove lacht. 'Verwacht jij dat ik dood ga dan?' 'Nou misschien...' Wolf verandert van gedaante. Achter hen doet Horse hetzelfde. 'We gaan naar het noorden.' zegt Dove zacht. 'Naar een burcht in het noorden.' Hij kijkt nog een keer over zijn schouder, en vervolgt:  'Ik vertrouw erop dat je dat aan niemand verteld.' Dan komt Horse tussen hen door draven, en veranderd ook Dove van gedaante. In stilte vervolgen ze hun weg.

Na een tijdje komt de schemering opdagen. Horse verandert naar zijn jongensgedaante en kijkt om zich heen. De anderen houden stil en doen hem na. 'Moeten we niet eens een slaapplek zoeken? vraagt Horse. Hij kijkt naar Dove. Hij denkt zeker dat ik het antwoord op die vraag niet weet. denkt Wolf. Koppig geeft hij antwoord op Hore's vraag: 'Ja natuurlijk moet dat! Kijk die bosjes daar, dat is een perfecte plek.' Maar Horse negeert hem en vraagt: 'Wat zeg jij ervan Dove?' Dove schudt zijn hoofd en antwoordt: 'Ik denk dat we het beste kunnen doorlopen, die bosjes zijn zeker niet de goede plek.' Horse knikt en kijkt Wolf spottend aan. Die kijkt vlug een andere kant op. 

Na een tijdje komen ze aan bij een groot meer. De drie jongens kijken naar hun eigen weerspiegeling in het water. Horse zucht. 'Wat?' vraagt Dove. 'O, niets.' Horse kijkt vlug naar de bomen die om het meer heen staan. 'Ik check wel even of er ook dieren in die bomen wonen, we willen niet bespioneerd worden.' En hij staat op. Wolf kijkt op van zijn weerspiegeling. 'Ik ga even een stukje zwemmen.' zegt hij. Weer schudt Dove zijn hoofd. 'Je weet niet wat er in het water zit Wolf.' Hij zegt het met een toontje dat Wolf helemaal niet aanstaat. 'Voor je het weet trekken de Algen je naar beneden.' Hij staat op. 'Vanavond slapen we in de bomen.' Hij kijkt Wolf aan. 'Help je me even met het vuur?' Wolf knikt en loopt achter Dove aan. 'Als jij nu hout gaat halen, dan maak ik alvast een beginnetje.' zegt hij tegen Dove. Dove loopt het bos in. Als Wolf zeker weet dat hij weg is, trekt hij zijn kleren uit. Hij rent als een speer het water in. Een heerlijke koelte trekt langs zijn lichaam. Hij zwemt rustig een paar keer heen en weer. Plots voelt hij iets aan zijn enkel. Een glibberige tentakel wikkeld zich om zijn been. Als Wolf het probeert los te maken, trekt het hem onder water. Wolf voelt hoe hij steeds dieper onder water wordt getrokken. Hij snakt naar lucht. Zijn keel knijpt. Hij heeft dringend zuurstof nodig. Langzaam voelt hij hoe hij zijn bewustzijn verliest. Dan voelt hij opeens twee armen die hem aan zijn oksels omhoog trekken. De lucht komt steeds dichterbij. Zijn hoofd komt boven water. Wolf spuugt een hap water uit en verliest dan zijn bewustzijn. 

Wolf wordt wakker van zacht zonlicht dat over zijn gezicht glijdt. Als hij zijn ogen open doet, hoordt hij een zucht van verlichting. 'Dove kom eens kijken!' Horse zit met bezorgde ogen over Wolf heen gebogen. 'Blijf rustig liggen, raak niet in paniek, sluit je ogen.' Horse geeft Wolf aan een stuk door instructies. Hij kan niet anders dan gehoorzamen, ookal had hij dat liever niet gedaan. Nu voelt Wolf pas dat hij op een zacht bed ligt. Hij kijkt om zich heen. De kamer waar hij ligt is klein, maar warm en knus. De haard brandt, net als de kaarsen op de tafel. Wolf bekijkt de schilderijen. Vele bloemenvelden en drukke dorpstraten, allemaal geschilderd met vrolijke kleuren. De deur gaat open. Horse veert geschrokken op. Dove komt binnen. Achter hem aan loopt een slanke vrouw met bijna witte haren. Ze heeft een vuil schort aan en een baret op. In haar handen heeft ze een dienblad met daarop de heerlijkste dingen. Dove glimlacht naar Wolf. Wolf is opgelucht. Hij was bang geweest dat Dove naar hem uit zou vallen, omdat hij zo dom was geweest niet naar hem te luisteren. 'Hoe voel je je?' Dove voelt aan zijn voorhoofd. 'Fantastisch.' bromt Wolf. Hij had zich nog nooit zo slecht gevoelt. Zijn hoofd bonkte en zijn buik leek half uiteen te spatten, zo'n zeer deed die. 'Dit is Swan.' zegt Dove. 'Ze heeft me geholpen jou beter te maken.' Wolf probeert rechtop te gaan zitten, maar Horse duwt hem weer terug op zijn plek. 'Het is me een genoegen om kennis met u te maken.' De vrouw gaar wat dichterbij staan. Haar naam verbaasde Wolf niet. Met haar witte haar en lange nek lijkt de vrouw ook in haar mensengedaante verdacht veel op een zwaan. 'Mijn naam is Wolf.' zei hij tegen haar. Ze knikt. 'Dove heeft me alles verteld.' Wolf kijkt naar Dove, maar die zegt niets. 'Ik heb wat te eten voor u.' Swan geeft hem het dienblad. 'Ik zal ook wat kleren voor u halen.' Ze loopt de kamer uit. Wolf richt zich op Dove. 'Wat heb je haar vertelt?' 'Ik heb gezegd dat jij Wolf was en dat je een boodschap moet overbrengen aan jouw tovenaar, maar dat je in het moeras een eindje hiervandaan door Algen naar beneden bent getrokken.' 'Algen?' 'Zeer irritante wezens. Ze wonen onder water, in het gedaante van een plant. Ze trekken hun slachtoffers naar beneden en veranderen van gedaante. Dan bijten ze. Zo veranderd het slachtoffer ook in een Alg.' 'Dus ik was bijna een Alg?' 'Ze zijn met velen, duizenden slachtoffers. Gelukkig voor jou was Horse net op tijd.' 'Horse?' 'Heeft hij dat niet verteld? Horse heeft je gered!' Opeens had Wolf wat respect voor de jongen, die daar gegeneerd in een hoekje van de kamer zat. Die jongen had hem gered van een eentonig verderbestaan. Wolf was hem dankbaar. Horse keek naar hem alsof hij elk moment een klap in zijn gezicht verwachte of een ijzige blik. Maar wat hij kreeg was een goedkeurende knik, en een dankwoord. Swan kwam binnen met een set warme kleren en liet Wolf een plekje zien om zich om te kleden. Wolf zag echter de bezorgde blikken die Dove en Horse wisselden niet, en toen hij in de spiegel keek slaakte hij dan ook een kreet van schrik.

The Wolf with the eyes of a CatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu