Hoofdstuk 13

38 2 0
                                    

Hoofdstuk 13.

Wolf wordt 's ochtends wakker van het licht dat door het dak heen schijnd. Als hij zijn ogen opend, ziet hij dat Horse en Dove al wakker zijn. Ze zitten aan de tafel, en eten een eitje. Wolf gaat rechtop zitten. Hij knippert met zijn ogen tegen het zonlicht. Dove kijkt hem verontrust aan. Wolf is nu aan het licht gewend en kijkt hem in zijn ogen. 'Wat?' Dove zucht. 'Het is onze lunch.' Wolf kijkt hem verwondert aan. 'Is die niet goed dan?' Hij staat op, en bekijkt het eitje aandachtig. Het is een beetje blauw geworden. Dove kijkt echter serieus. 'Nee Wolf, het is middag. Je hebt een hele dag geslapen!' Wolf kijkt bezorgt op. 'Een dag?' 'Ja een dag, ben je doof ofzo?' Voor het eerst die ochtend trekt Horse zijn mond open. Het is meteen een rotopmerking. Dove kijkt hem dan ook streng aan. 'Het komt nog steeds door die afdruk op je been.' vervolgt hij. 'Laat hem nog eens zien.' Wolf stroopt zijn broek op. Zijn aderen zijn alleen nog maar groener geworden. Dove knikt bedenkend. 'Je hebt hulp nodig. Anders raak je straks totaal verlamt.' Horse komt nu ook nieuwsgierig dichterbij staan. Hij kijkt aandachtig naar Wolfs been. 'Ik heb wel eens gehoord dat je je kracht kan verliezen door dat... dat spul.' De twijfel in zijn stem weet Wolf dat hij nu eens geen grapje maakt. Dove kijkt nog bezorgder naar Wolfs been. 'Je hebt echt hulp nodig.' herhaalt hij nog eens. 'Ik ga niet nog eens een vreemd huis binnen!' roept Wolf uit. 'Die mensen hier zijn niet te vertrouwen!' Dove kucht. 'Wolf wat Horse zegt is waar, je zult je krachten verliezen. Niet iedereen hier is slecht! Probeer ze te vertrouwen!' Dove begint een beetje overstuur te raken. Wolf sust hem. 'Wow, chill. Raak vooral niet in paniek.' Dove gromt wat. Dan richt hij zich op en kijkt in het rond. 'Pak de spullen. We gaan hier weg.' Horse kijkt hem aan alsof hij van een andere planeet komt en roept uit: 'Ben je gek! We zijn hier net!' Dove kijkt hem aan. 'Je hebt zonet zelf gezegd dat hij hulp nodig had...' Horse protesteerd. 'Dat zei ik niet! Ik zei dat hij...' Wolf loopt het huisje uit. Als hij de hoek omloopt, liggen daar twee stokken. Ze hebben een rare vorm. Dove komt achter hem staan en zegt: 'Dat zijn krukken, die zijn voor jou.' Hij pakt de stokken op en geeft ze aan Wolf. Die slaat ze echter uit zijn handen. 'Ik hoef die dingen niet!' roept hij uit. Snel verandert hij in een wolf en loopt een paar keer heen en weer, om te laten zien dat alles gaat. Dove kijkt hem afkeurend aan. 'Nou goed dan, maar dan moet je mij niet aankijken als je in de problemen komt...' Dan loopt hij weg.

The Wolf with the eyes of a CatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu