From Enemies To Lovers

Hoofdstuk 5

Ze brengen Dean naar boven zonder dat hij iets kan doen. De trap was wat moeilijker om Dean omhoog mee te nemen omdat hij tegen stribbelde, maar het is ze gelukt.

"Wat zullen we met hem doen ?", vraagt een leerling als ze helemaal boven zijn. Dean kijkt ze nu al beangstigend aan "We moeten hem gewoon knock-out slaan!", zegt de andere leerlingen agressief. "Ja dan doen we dat!!", zegt Kaj en is de eerste die een schop geeft aan Dean gericht op zijn gezicht. Daardoor krijgt hij direct een bloedneus. Dat deed flink pijn. Direct houd hij een arm voor zijn hoofd en kruipt in elkaar. Langzamerhand druipt het bloed uit zijn neus op zijn shirt. "Zo dat was leuk. Wie wilt er nu!?", zegt Kaj enthousiast.

King en Diva juichen. Dean hoor je snikken van pijn en angst. King is de volgende die een schop geeft in Deans buik. Daardoor valt hij op de grond op zijn zij. King lacht en geeft en nog één. "Goed zo King!", juicht Diva. Dean probeert zichzelf zo veel mogelijk te beschermen door in elkaar te kruipen en met zijn armen zijn hoofd te bedekken. Tegelijkertijd komen alle jongens op Dean af om het te schoppen. Dean voelt overal pijn.

Ze stoppen niet. "Hé Dean, wie komt je nu redden!", zegt Kaj terwijl hij lacht. Als hij op probeert te staan word hij direct weer onderuit getrapt. "Laten we zijn kleren knippen. Een nieuwe stijl" zegt King. Uit zijn tas pakt hij een paar scharen en geeft er één aan iedere jongen. Eén jongen houdt Dean zijn handen vast zodat hij ze niet weg kan duwen. "Nee!", roept hij en probeert met alle kracht de jongen weg te duwen zodat hij weg te komen al heeft het geen zin. De tranen lopen over zijn wangen en ook het bloed uit zijn neus. Een andere jongen begint teknippen bij Deans boven kleren. "Stop!", zegt hij huilend van de pijn en dat er in zijn kleding word geknipt.

De jongens stoppen niet. Ze lachen hem allemaal uit. Dean wordt behandeld als vuil. Een stukje vuil. Ze willen hem manipuleren naar een klein. Hij wilt dat ze stoppen. Hij wilt dat ze ophouden. Wat heeft hij gedaan om dit te verdienen? "Sukkel, watje,  baby, loser ", zeggen ze allemaal. En het blijft maar herhalen en herhalen.

Na een tijdje zijn ze eindelijk klaar en heel zijn shirt is kapot geknipt. Kaj begint te blozen. "Mooie lichaam heb jij zeg." Huilend houdt Dean zijn handen voor zijn gezicht. Hij wil dit niet meer. Dean zijn hele lichaam trilt van angst terwijl de tranen van zijn wangen op de vloer vallen. "Ik wil ook!", zeggen de anderen en gaan naar zijn broek. Dean krijgt een schok door zijn lichaam. 'Nee! Stop! Niet doen!' "Hmm effe kijken hoe hij zal smaken", zegt Kaj en pakt Dean bij zijn kin. "Stop Kaj", huilt hij zacht. "Alsjeblieft stop." Hij kan niet eens meer zien door alle tranen. "Alsjeblieft, stop het." "Zo cute", zegt Kaj. Hij raakt bijna Deans lippen en.....kust hem. "Gast wat doe je!", zegt één van de jongens en kijkt hem vies aan. Hij stopt en staat op. "Mond dicht", zegt Kaj geïrriteerd. Dean huilt nogsteeds van wat er allemaal gebeurt is.

"Wat ben je aan het doen Kaj", zegt iemand vanachter Kaj en houd Kaj schouder knijpend stevig vast. "Hou je mond zeg. Zie je niet dat ik bezig ben", zegt Kaj als hij Dean los laat. Hij draait zich boos om en ziet een demon voor zich. "Gast...", zegt een jongen en doet een stap bang naar achteren. De andere jongens volgen zijn voorbeeld. Het is Ace. Hij kijkt van Kaj naar Dean. Ace klikt met zijn tong. De andere groep jongens worden er ook bang van. Zelfs zijn vrienden, Diva en King.

Ace kijkt Kaj aan. Hij pakt hem bij zijn shirt en slaat hem op Kaj gezicht. Daarbij bloed zijn lip doordat hij een tand door zijn lip heeft gekregen. Dean hoor je op de achtergrond snikken. Iedereen kijkt geschrokken. Kaj schreeuwt het uit van de pijn. Zelfs Dean is er verbaasd van. "Gast waarom deed je dat!!?", schreeuwt Kaj tegen Ace. "Ik doe gewoon precies hetzelfde wat je bij Dean deed!", antwoord Ace Kaj.

"Ac...c...e?", hoor je Dean zacht zeggen. Ace kijkt Dean aan. Deans neus bloed en de bovenkant van zijn kleding is helemaal gescheurd terwijl de tranen over zijn wangen lopen. Zijn haar zit door de war en je kan de blauwe plekken al zien verschijnen op zijn lichaam.

"Kaj", begint Ace. "Kom niet in de buurt van Dean meer. Hij is niet van jou." "Wat praat jij nou?", zegt Kaj en kijkt hem verward aan. "Je hebt me gehoord toch?!" Ace kijkt hem dreigend aan. "O.. oké dude rustig, we waren alleen een beetje aan het spelen met hem." "Ik noem dit geen spelen." Dean gaat vermoeid overeind zitten en kijkt Ace en Kaj met tranen aan. "Kom niet meer in mijn buurt of in Deans buurt. Je bent gewaarschuwd." Ace laat Kaj los. En loopt naar Dean toe. Hij prikt hem in zijn wang. Dean kreunt van de pijn.

Alle jongens staan echt versteld te kijken. "Laten we gaan", hoor je iemand in de groep zeggen. Ze knikken allemaal. Een paar jongens helpen Kaj op te staan. En verlaten de plek zonder iets tegen Dean of Ace te zeggen.

Dean houd een hand om zijn buik heen en kijkt Ace huilend aan. Ace kijkt hem meelevend aan. Hij tilt Dean op voorzichtig. Al zou Dean het willen zou hij er toch niets tegen kunnen doen. Ace zegt niks tegen Dean. Hij brengt Dean naar een auto. De school lessen boeien nu op dit moment niet. Heel zijn lichaam trilt en zijn shirt, zo ver daar nog van over is, zit onder het bloed.  "Je moet heel even geduld hebben. Ik ben geen dokter, maar ik maak je wel weer beter", zegt Ace en laat Dean goed zitten. Als hij denkt dat het goed is gaat hij naar de bestuurderskant en start de auto. Dean spreekt niet tegen Ace in en knikt alleen maar. Hij vindt alles prima zolang hij maar weg is van school. Ace rijdt rustig over de snelweg. Maar niet richting het ziekenhuis. Dean beweegt een beetje onrustig in de auto. Ace heeft nog geen ene woord tegen hem gezegd. Het enige wat hij doet soms is over Deans been aaien. Na een tijdje rijden stopt hij. "We zijn er" zegt Ace rustig. Ace stapt uit loopt naar Dean zijn kant van de auto en tilt hem uit de auto. Dean houdt Ace niet tegen.

Hij brengt Dean naar een huis, Ace huis. Het lijkt erop dat niemand thuis is, want het is doodstil. Ace loopt naar een kamer. Het is zijn kamer. Hij legt Dean daar voorzichtig op neer. Hij helpt Dean met het uittrekken van het gescheurde shirt. Hij kijkt naar de wonden. Ze zijn blauw. Ace klikt met zijn tong. Hij staat op en loopt naar buiten. Hij komt terug met zo'n EHBO doosje. Hij verzorgt de wonden zo zorgvuldig mogelijk. Dean kijkt met een pijnlijk gezicht naar wat hij doet.

"Sukkel", zegt Ace tegen Dean terwijl hij bezig is. Dean gaat achterover liggen en laat Ace zijn ding doen. "Ik weet het..." Ace grinnikt in zichzelf. " Zo je bent klaar", zegt hij. Dean probeert langzaam rechtop te gaan zitten. "Niet jezelf forceren sukkel", zegt Ace. Dean gaat weer achterover liggen en zucht diep uit. "Ik maak wat te eten voor je", zegt Ace verzorgend.

"Ace!", zegt Dean en pakt snel zijn pols voor hij weg kan lopen. Ace kijkt Dean verbaasd aan. "Waarom help je me?", vraagt Dean aan Ace. Ace denkt na "Gewoon zomaar. Ik wil niet dat anderen mensen je aanraken. Vooral wat Kaj je heeft gedaan." Ace wilt zichzelf niet verraden dat hij Dean leuk vindt. Dean laat hem los en knikt. "Dankje, Ace." Ace glimlacht. "Geen probleem". Hij denkt eerst na maar gaat het toch doen. Hij pakt Dean bij de kin en geeft hem een kus op de mond. Daarna laat hij hem los. "Dit is mijn prijs omdat ik je heb geholpen." Dean is er niet eens meer verbaasd van, maar maakt wel duidelijk dat hij het er niet mee eens is: "Stop daarmee, dat moet je echt alleen met je lover doen." "Sorry hoor", zegt Ace en glimlacht.  "Hm", zegt Dean en doet zijn ogen dicht. Ace knikt tevreden en loopt uit de kamer.

Hij komt terug met een dienblad met eten. Maar Dean is ondertussen al per ongeluk in slaap gevallen. Ace kijkt Dean aan. En legt het dienblad op zijn bureau. Het huis is zo stil dat je alleen Dean hoort ademen in zijn slaap. Ace pakt zijn bureaustoel en gaat zitten. Hij legt zijn hand onder zijn kin en kijkt Dean aan. Plots beweegt Dean even in zijn slaap maar valt dan weer stil. Ace veegt de haren weg van Deans gezicht. Ace kijkt hem nog even aan. Dean slaapt stilletjes. "Sis", mompelt Dean "Sis." 'Ow dus Dean heeft een zus', denkt Ace verrast. Dean kijkt even moeilijk in zijn slaap. "Sis." "Je zus is er niet sukkel", zegt Ace. Uiteindelijk is Dean weer stil. Als hij stil is geworden, verlaat Ace de kamer.