<<< Augustus, 20

244 13 3
                                    

<<< Flashback <<<

De sterren staan aan de hemel en Lana trekt me mee het strand op. Als we bijna bij de zee staan stopt ze met rennen. Ik trek haar naar me toe en kus haar zachtjes op haar mond.

'Ik hou zo veel van je,' mompelt ze.

'Ik ook van jou, Lanalie.'

Lana begint ineens te lachen en pakt mij hand weer vast. Ze trekt me mee en rent dan de zee in. Onze kleren worden helemaal nat. Lana struikelt en valt helemaal het water in, terwijl ze mij meetrekt. Lachend spatten we elkaar nat.

Na een tijdje zijn we allebei moe en we krijgen het een beetje koud. We gaan samen op het strand liggen.

'Stel dat ik een paar weken geleden niet naar het kamp was gegaan, en dan had ik jou nooit ontmoet,' zegt ze, terwijl ze haar hoofd op mijn natte shirt legt.

Ik aai voorzichtig over haar haar.

'Lanalie, ik moet nog iets vertellen,' zeg ik.

'Wat is het?'

'Het is nogal... Ik weet niet. Ik haat het.'

Lana gaat rechtovereind zitten en kijkt me aan.

'Is het iets ergs?' vraagt ze ongerust.

'Ja... Lanal, ik ga weg,' zeg ik terwijl ik vecht tegen mijn tranen. 'Ik ga naar verhuizen. Naar Engeland.'

Lana slaat een hand voor haar mond. 'Nee...' zegt ze, terwijl ze haar snikken probeert te onderdrukken. 'Nee, alsjeblieft niet!'

Na een paar uur, valt Lana half huilend op mijn schouder in slaap, op het strand.

Maar ik kan niet slapen. Ik zie de maan verdwijnen en de zon opkomen. Ik zie dat het eb wordt. Ik zie Lana, slapend op mijn schouder. De dag daarna had ze heel lief een afscheidsfeest voor me georganiseerd. En daarna was ik weg. Weg uit Nederland. Verdwenen uit haar leven.

VandaagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu