Ik loop rustig het gebouw uit. Het is 12 uur en ik ben kapot moe van de reis en dan ook nog bewaken. Niet dat het heel moeilijk was. Maar ik ben gewoon moe. Opeens komt er een arm om mijn schouders te liggen en word ik de andere kant op geloodst. "Ik zei toch nee.." zeg ik zuchtend. "En ik neem geen genoege met nee." Ik zucht en ga dan toch maar mee. Gewoon omdat ik geen zin meer heb in moeilijk doen. Ik word een Audi in gedrukt en de deur gaat ook al dicht voor ik er bezwaar tegen kan maken. Matthijs stapt aan de andere kant in en rijd weg zonder ook maar iets te zeggen. "Waarom.." zeg ik dan uiteindelijk. Hij kijkt me aan voor een moment en focust dan weer op de weg. "Omdat je moeilijk doet... niemand zal ooit moeilijk doen tegen mij." Ik draai met mijn ogen. "Gefeliciteerd." Zeg ik dan en kijk uit het raam. "Als je maar niks in je hoofd haalt, ik wil niks van je." Zeg ik dan na een tijdje. "Estelle Bergkamp... dat zeggen ze allemaal." Ik denk even na en dan dringt het tot me door dat ik me nooit heb voorgesteld aan hem. "Hoe weet je mijn naam..." hij lacht. "Ik weet alles van jou en je gezin.." nu lach ik. "Je weet niks van mij..." zeg ik dan. Hij stopt de auto voor een groot huis. "Dan heb jij de hele nacht om over jezelf te vertellen.." zegt hij en stapt uit. Hij opent de deur voor mij en pakt dan mijn hand. Ik frons. "Wat doe je..." hij haalt zijn schouders op en trekt me mee naar binnen. "Doe alsof je thuis bent..." zegt hij. Oké, ik pak mijn wapens en leg die op het kastje. En met wapens bedoel ik mijn geweer en vijf messen. Hij kijkt er met grote ogen naar. "Wil je het nog steeds weten?" Vraag ik als ik zijn angstige blik zie. "Je vermoord me niet toch?" Ik kijk hem aan alsof hij het domste zegt dat iemand ooit heeft gezegd. Wat ook zo is. "Als ik dat had gewild dan had ik dat in de auto al gedaan.." hij glimlacht een beetje ongemakkelijk. Ik zucht. "Ik leef niet met bloed aan mijn handen voor als je dat denkt.." hij kijkt naar mijn handen. "En wat is dit dan?" Ik lach. "Ik had een bloedneus en dat is echt waar..." hij lacht nu ook en neemt me mee naar de woonkamer. "Wil je iets drinken.." vraagt hij dan terwijl hij me op de bank drukt. "Doe maar water." Hij kijkt even nadenkend. "Ik weet niet of ik dat nog heb." Ik frons. "Ik vertrouw het water uit de kraan niet dus ik drink water uit flessen.. maar ik zal even kijken." Hij loopt de keuken in en komt dan terug met twee glazen water. "Toch wel." Zegt hij dan glimlachend en geeft me een glas. Ik ruik er aan. "Ik drogeer je niet als je dat denkt.." ik haal mijn schouders op. "Vaak genoeg geprobeerd..." zeg ik dan terug en neem een slokje. "Waarom zou ik dat willen doen?" Ik haal mijn schouders weer op. "Je hebt me ook mee gesleept zonder dat ik dat wou.." zeg ik terug. "Ik heb je niet zien tegenstribbelen." Ik draai met mijn ogen. "Ik ben moe." Hij lacht. "Want als je dat niet was had je me geslagen." Ik knik. "Dat had ik zeker gedaan.." zeg ik terug. In mijn oortje hoor ik een piepje wat betekend dat iemand contact probeert te maken. "Agent Bergkamp, waar bent u.." ik zucht. "Dat wil u niet weten..." zeg ik terug waardoor Matthijs me raar aankijkt. Ik leg mijn vinger op mijn lippen zodat Matthijs stil blijft. "Er is een gevecht aan de gang, kunt u gaan kijken?" Weer zucht ik. "Is er niemand anders in de buurt?" "Jawel.." "laat diegene gaan dan, ik wil slapen want ik heb een lange dag achter de rug en ik wil morgen weer een beetje normaal kunnen functioneren." Ik hoor wat gemompel aan de andere kant. "U weet wat u moet doen morgen?" "Ja en niemand weet er van." Zeg ik terug. "Ook hijzelf niet?" Ik draai met mijn ogen. "Nee, ook hij niet. Het komt allemaal goed, maar mag ik nu gaan slapen?" Het duurt even voor ik antwoord krijg. "Ja, morgen krijg je meer instructies." "Prima, doeg..." en mijn oortje gaat weer uit. Ik kijk weer naar Matthijs doe me raar aan kijkt. "Tegen wie was je aan het praten." Zegt hij dan. "Mijn baas, hij wou weten waar ik was. Er is een gevecht hier in de buurt en ik moest gaan kijken wat er aan de hand was.." Matthijs fronst. "Moet je dan niet gaan kijken?" Ik schud mijn hoofd. "Ze sturen iemand anders, ik heb er geen zin meer in vandaag..." zeg ik zacht en wrijf in mijn ogen want ik kan zo in slaap vallen. "Wil je slapen?" Vraagt hij. "Ja, maar je zal me wel niet naar mijn hotel brengen." Matthijs lacht. "Nee, je slaapt mooi bij mij." Ik zucht. Goed dan, dichterbij mijn missie kan ik niet zijn. "Kom, dan gaan we naar boven." Zegt hij en pakt weer mijn hand vast.

JE LEEST
New mission
Lãng mạnEstelle is de dochter van een oud Nederlands voetballer. Ze reist de hele wereld over voor haar werk. Ze is namelijk spion/geheim agente. De hele dag staat ze op de uitkijk voor gevaar. Dan ontmoet ze een jonge Nederlandse voetballer als ze als bewa...