Hoofdstuk 18

490 6 0
                                    

Peter:

Ik word gebeld door Dimitri, midden in de nacht rond een uur of 03:00/ 03:30 ergens. Hij vertelt mij dat Anna een zwaar auto/ongeluk heeft gehad, dat ze nu geopereerd wordt in het ziekenhuis. Toen ik dat hoorde schoot ik recht op in bed. Zei, Anna heeft wat!? Een auto/ongeluk gehad, zegt hij nog een keer. Mijn zoon, zeg ik dan. Marcos was er niet bij, hij was thuis samen met mij en Yorick toen het gebeurd is. Wij zijn nu in het ziekenhuis en wachten op nieuws van de dokter. De politie wilt ons zo ook nog even spreken. We hopen zo meer te horen, zegt Dimitri. Oké ik kom er zo snel mogelijk aan. Doe rustig aan Peter, je kan toch niet veel meer doen dan alleen maar wachten. Voordat hij nog meer kan zeggen hang ik op. Ik ga op het rand van mijn bed zitten met mijn hoofd in mijn handen. Oh die lieve Anna toch. Ik moet er heen, ze heeft geen vader en met haar moeder ruzie. Ik ben haar stiefvader. Ik zou er voor haar moeten zijn. Ik had de rol van vader op mij moeten nemen, daar heb ik in gefaald. Maar nu niet meer, nu ben ik er voor haar. Ik sta verdoofd op, als alles maar goed gaat. Begin mij aan te kleden. Als ik mijn kleren aan heb, kijk even op mijn mobiel of er iets over het ongeluk op staat. Ja al snel vind ik een post van een krant. Met een foto. Dat is haar auto, niet te missen die blauwe kleur met die zwarte strepen. Oh die foto is echt heel heftig. Ik hoop zo dat ze het overleeft want dit ziet er niet best uit voor haar. Dan lees ik het artikel dat bij de foto staat.

De krant.

Jonge vrouw van in de twintig heeft rond een uur of twee vannacht een zwaar ongeluk gehad op de snelweg. Ze denken dat ze de controle over het stuur is verloren, door het slechte weer en daardoor in de vangreel terecht is gekomen. Door de snelheid meerdere keren over de kop is gevolgen. De auto is op het dak beland en nog een paar meter zo over het wegdek heen doorgeschoven. De vrouw is wonder boven wonder levend, maar buitenbewustzijn uit de auto gehaald. Met spoed naar het dicht bij zijnde ziekenhuis gebracht. Hoe het nu met haar gaat weten we nog niet. Hoe het ongeluk nu precies is gegaan, wil de politie en de brandweer nog niets over loslaten. Zodra we meer nieuws hebben zullen we dat onder dit bericht er bij posten.

Toen ik het las en de foto's bekeek die er bij stonden, zakte de moet me in de schoenen. Dit was wel heel heftig. Hoe zou Marcos het nu handelen. Ik moet naar ze toe, ik moet voor Anna en mijn zoon er zijn. Maar ik kan nog niet opstaan. Ik zit nog helemaal te shaken. Ik besluit maar, mijn chauffeur te bellen. Want ik ga zo niet rijden. Dat is niet veilig. Langer wachten wil ik ook niet.

Hallo Jop, sorry dat ik je zo laat nog bel en je nu wakker bel. Maar ik heb je hulp nodig. Zou je mij naar het ziekenhuis kunnen brengen? Anna heeft een ernstig ongeluk gehad. Maar ik kan er gewoon niet van rijden, kan jij mij brengen, ratel ik aan een stuk door. Hij kan geen woord geven. Meneer P (zo noemt hij mij altijd). Doet U is even rustig. Haal even adem. Tuurlijk breng ik U. Ik ben onder weg, binnen tien minuten ben ik bij U voor de deur. Hoor ik hem zeggen en dan niets meer. Hij heeft op gehangen. Ja hij is binnen tien minuten voor mijn huis, ik stap in. Hij rijdt meteen weg. Hoe is het met Anna, vraagt hij dan voorzichtig. Ik weet het niet Jop, zeg ik met een zucht. Ik weet alleen dat het ongeluk heel heftig moet zijn, dat ze met spoed naar het ziekenhuis is gebracht en dat ze haar nu aan het opereren zijn. Meer dan dat weet ik ook niet. We zijn er al snel, ik stap uit en Jop parkeert de auto en blijft daar dan op mij wachten tot ik terug kom of hem bel dat hij kan gaan. Als ik binnen kom lopen, is er al meer dan een uur voorbij na het telefoon gesprek tussen mij en Dimitri. Ik zie Dimitri staan praten samen met Yorick en nog een andere jonge man. Ik loop naar ze toe maar zie Marcos nergens. Heren, zeg ik dan. Hallo peter, hoor ik Dimitri en Yorick zeggen. Hallo meneer, ik ben Noah, zegt de jonge man terwijl hij zijn hand naar mij uitsteekt. Ik ben Peter de vader van Marcos en stiefvader van Anna, zeg ik dan. Aangenaam kennis te maken, ik ben een goede vriend van Anna, zegt hij terug. Weten jullie al wat er allemaal met Anna gebeurd is en waar is mijn zoon? Rustig Peter, zegt Yorick. Marcos is bij Anna. Ze ligt inmiddels hier op de afdeling en slaapt nog. Het gaat goed met haar. Ze had een ernstige bloeding aan haar bovenbeen. Die hebben ze weten te stoppen. Alles komt goed. Het is een wonder dat ze niets ernstigs overhoudt. Ze kan voor de rest van haar leven wat last van zenuwpijn houden in haar bovenbeen, waar de wond zit. Maar als ze daar last van heeft, kan ze er wat voor krijgen, heeft de arts gemeld. Dus het komt allemaal goed met haar. Ze moet wel een paar dagen hier blijven. Om te kijken of ze geen infecties opgelopen heeft en of de wond goed geneest. Oké, zeg ik dan. Peter? Ja. Het was niet haar schuld. Ik weet niet wat je allemaal weet, zegt Dimitri voorzichtig. Alleen wat er op internet staat, dat ze de controle over het stuur moet hebben verloren en daardoor een paar keer over de kop is geslagen. Dat is dus niet wat er is gebeurd, hoor ik Yorick nu zeggen. Oh wat is er dan gebeurd. Ze is van de weg gedrukt door iemand. Die heeft een paar keer tegen haar auto aan gebeukt, dat is wat er uit het onderzoek kwam. Ze is daardoor met volle vaart in de vangreel gereden en toen over de kop gevlogen. WAT! Zeg ik. Waarom? Hoe kan dit? Dat weten we niet vervolgt Dimitri, Yoricks verhaal op. We weten dat de politie er mee bezig is. Anna is denk ik, degene die het wel weet, maar zie is nog niet wakker geworden. Oké, zeg ik dan. Ik ga even kijken hoe het met haar is. Ik moet haar zien. Dat snappen we, zeggen alle drie de mannen. Ik loop naar haar kamer. Als ik naar binnen wil. Zegt een verpleegster, sorry meneer U mag daar niet naar binnen, alleen familie. Ik moet U wegsturen. Ik ben familie. Ik ben haar stiefvader. Ze kijkt me moeilijk aan. Als U mij niet geloofd vraagt het dan aan één van de jongens of ze mij kennen en wat ik van Anna ben. Ze loopt op de jongens af en vraagt ze wie ik ben. Ja mevrouw hij is haar stiefvader, zegen ze dan. Oké dan, U mag wel even naar binnen. Niet te lang hoor, zegt de verpleegkundige. Ik loop zachtjes naar binnen. Ik zie dat ze samen met mijn Marcos in bed ligt, dat hij haar beschermend vasthoudt. Ze liggen zo diep in slaap. Marcos heeft zijn hand in het gips merk ik op. Ik loop weer naar de gang en doe de deur zachtjes dicht. Ik loop naar de jongens, zeg ze slapen. Wat is er met de hand van mijn zoon gebeurd? Hij heeft zijn hand gebroken, omdat hij uit woede en frustratie tegen de buitenmuur heeft geslagen, antwoord Dimitri terwijl hij zijn hoofd zachtjes schut. Ik zucht, typisch Marcos, omdat te doen. Altijd al een beetje een heet hoofd geweest. Hoe vaak ik die jongen wel niet op heb moeten halen op het politiebureau, voor ordeverstoring en vechten in de kroeg of omdat hij te dronken was. Maar nu hij met Anna heeft, heb ik geen enkel telefoontje meer gehad van af het politiebureau of Anna moet hem er ophalen of hij is nu rustiger met haar. Denk ik dan. Ik ga, ik ga even langs het politiebureau, kijken of ze al wat meer weten.

mijn stiefbroer de badboy (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu