2 Noorderlicht

35 2 1
                                    

Ik wou dat jij een boek was. Dat ik me keer op keer kon laten inspireren door jouw teksten. Je kon delen met anderen. Opdat jouw woorden nooit verloren zouden gaan met als enige reden de vergankelijkheid van het vlees. Gij en uw woorden zijn de eeuwigheid zelve en een herinnering alleen is niet genoeg. Gij draagt hoop in uw hart en wijsheid in uw geest. Gij zijt een baken van licht in mijn duistere momenten en doet de tranen van geluk stromen over mijn gezicht. Als ik u hoor, voel ik mijn leegte opgevuld raken. Mijn ogen staan op oneindig.

Uw woorden hebben zich geankerd in de zee van emoties die mijn hart dagelijks overspoelt maar de getijden maken mij tot een wrak. 

Bij eb voel ik mij verlaten en moedersziel alleen. Bij vloed verdrink ik in uw liefde. In jouw armen ben ik het Noorden kwijt. Zoals een sirene, zingt de tijd haar lied en stort ik mij genadeloos op het lot dat voor ons beschreven staat. Een onzichtbaar geluk.

Uw lichaam zoekt zich een weg tot bij mij. Tot tegen mij. Onze handen verkennen elkaar. Wij zijn al lang geen kinderen meer en onschuld is ons vreemd. Mijn spieren spannen zich op, mijn longen vullen zich met veel te veel zuurstof, mijn ogen slaan naar achter. Gij doet mij naar nog meer adem snakken. Gij zijt de metershoge vlammen in mijn vuur. Hoe kan het dat gij mij zo in vervoering brengt? Ik hoor en zie niets meer dan mijn dromen en die staan een voor een in teken van jou. Avonden op het strand. Onder de oneindige sterrenhemel. Ochtenden op bergtoppen met de mist over de toppen van lager gelegen wouden.

Gij zijt het antwoord op mijn gebed. Gij zijt alles. Ik wil samen met u mijn leven heersen. Ik wil met u de troon van de toekomst bestijgen. Mijn koningin, laat mij u liefhebben. Laat mij u verheerlijken voor het aangezicht van de wereld. Want ik heb mijn geluk in u gevonden. Gij zijt het fruit dat traag smelt in mijn mond. Het water dat mijn eeuwige dorst lest.

Zoet als wijn verdooft gij mij zacht. En met elke teug leer ik de begeerte naar uw lippen opnieuw kennen. Uw armen om mij heen. Het voelt alsof uw vingers strelen over de kamers van mijn hart. Elke deur staat wagenwijd open en mijn bloed pompt steeds sneller door mijn lichaam. Mijn pupillen verwijden. Ik zie u overal en om mij heen. Gij omvat mij. Elk van mijn zintuigen ervaart u als perfectie.

En ook ik schreeuw het uit als ik geen uitweg zie. Een kreet die voorbij onze menselijkheid gaat. Als een beest, zo rauw. En dan staat gij daar. Ogen bloedrood en vol tranen. Omdat mijn pijn recht door uw lijf gaat. Het ons allebei snijdt. Maar uw aanraking heelt mij. Gij maakt mij compleet. Gij vernieuwt mij. Vergeeft mij de fouten die ik heb gemaakt.

Onze menselijke gebreken houden ons niet tegen om levenslang lief te hebben. Neen, het brengt ons net dichterbij. Want liefde zal er altijd zijn. Voor u en voor mij. En iedereen. Tot het einde der tijden en ver daarna.

ZachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu