6 Zwanenzang

10 1 1
                                    

Op het moment dat gij daar ligt in mijn armen, naakt en zo kwetsbaar, zal ik u bedekken met mijn woorden. En gij zult de mooiste van alle vrouwen zijn, het meisje van de gouden verhalen. Het licht en mijn ogen die samen op jou vallen en mijn handen die hun aanraking laten nazinderen tot lang nadat ze uw huid koesterden. Rust, mijn liefste. Gij zult het nodig hebben., want ons vuur is in nog geen eeuwigheid geblust.

Ik heb ver boven de hoofden van mensen rondom mij leren vliegen, op liefdesverklaringen, leugens en fout begrepen liedteksten, ik ben verdwaald geraakt op zoek naar antwoorden. Maar ik sla nu mijn vleugels uit om de nacht te begroeten. Haar mantel is er een van geborgenheid waarin ik mijn ogen kan sluiten en hier naartoe neem ik je mee. Hier verdiepen wij ons in elkaars diepste geheimen tot de eerste zonnestralen. Met het ochtendgloren verzegel ik mijn lippen, zacht tegen de jouwe.

Ze zweven overal rondom ons, de onuitgesproken woorden, eenvoudig om te plukken en om zinnen mee te vormen. Eenvoudig als het dansen met jou op een avond vol muziek. Ik heb nooit voorzichtig leren zijn en dat heeft mij op de meest paradijselijke plaatsen gebracht. Het leidde mijn handen naar jouw heupen en mijn mond naar je hals. Ik proef je laatste gedachten en lees jouw lichaam. Ik verslind jou pagina na pagina.

Ik voel mijn pen bloeden. Verlangens die ik heb geschapen, diep vanuit de kamers van mijn hart, vereeuwigd. Uit deze droom wil ik niet ontwaken. Laat ons in de waan, utopisch. Gij zijt als de smaak van zoete vruchten die smelten op mijn tong.

Als ik kijk naar vandaag en de wolken buiten zie wiegen op de stroming van de lucht, zie ik een stralende glimlach, zowel in de lucht als op mijn gezicht. Ik vraag mij af waar ze vandaan komen en waar ze naartoe reizen. Ik wil ze volgen, met jou aan mijn zij. Over bergen en meren, door wouden. Tot aan hun laatste rustplaats. En daar wil ik zijn. Waar wolken hun laatste adem laten. En daar wil ik jou het mooiste van mijzelf laten zien.

Het avondrood staat op jouw wangen te lezen als ik je omhels en vertel hoe ik mij voel bij jou. Het levenswater staat in je ogen en kust zich van geluk een weg naar beneden langs je gelaat. Ik vang ze op, want ik wil niets van u verloren laten gaan. De geur van bloemenvelden hangt rondom u en verdooft mijn denken.

Oude schrijvers sterven niet, ze vervagen. Hun woorden verdwijnen langzaam omdat er geen tragisch einde aan hun oeuvre kwam. Een zwanenzang is onverstaanbaar in de chaos van het dagelijkse leven. Daarom schrijf ik nu, om mijn woorden met klank bij te staan.

ZachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu