“Luke!” De paniek in zijn moeders stem laat hem opkijken. “Soldaten.”
Luke verstijft terwijl zijn blik blijft hangen op zijn zevenjarig, verboden zusje Claire. Ze waren aan het spelen met de poppen. Claire komt echter zelf al overeind. “Ik moet naar de verborgen kamer.” Ze rent de kamer uit naar achteren. Luke gaat snel achter haar aan en duwt een zware kast opzij. Een ruimte erachter wordt zichtbaar. Er brandt licht, er staat een bank met een tafel en wat speelgoed. Ernaast is nog een ruimte waar een bed staat.
“Mama of ik halen je er zo snel mogelijk uit.” Luke gaat met zijn hand door haar bruine haar en doet snel de wand dicht en dan ook de kast er weer voor.
“Ze komen hier heen. Het is mis, ze weten van Claire. Wat moeten we doen? Wat moeten we doen?” Zijn moeder loopt heen en weer door de kamer.
“Ga koffie en thee zetten, mam. Of ga stofzuigen. Dit gedrag is verdacht. Claire houdt zich stil, ik ga naar de deur en zorg dat ze niet binnen komen.” Luke blaast uit. Hij ziet via het raam dat er minstens drie legervoertuigen voor hun deur staan. Vijf man staan gewapend bij de auto’s en vier lopen hun kant op. Hij ziet nog minstens drie naar achteren lopen, naar de achterzijde van hun huis.
Oké, ze zijn hier echt voor hun. Geen paniek. Zijn vader zou ook niet in paniek raken. Niemand weet van Claire behalve hij en zijn moeder en geen van beide zullen ooit hun mond voorbij praten over haar. De deurbel gaat. Zijn moeder slaat een verschrikte kreet.
“Stofzuigen mam,” zegt Luke zacht terwijl hij voorbij haar loopt op weg naar de voordeur.
“O, oh ja.” Ze is nog net niet aan het hyperventileren. Sinds zijn vader door de executieve dienst is meegenomen is zijn moeder een overbezorgd paniekerig wrak. Er hoeft maar legervoertuig de straat in te rijden of ze schiet in de stress. Luke klopt haar op de arm terwijl er nog een keer op de bel wordt gedrukt en er op de deur word gebonkt:
“Open doen! Executieve dienst.”
Luke ademt diep in en loopt door de geblindeerde glazen deur, de hal in. Hij sluit de deur terwijl hij zijn moeder hoort worstelen met de stofzuiger. Hij maakt zijn schouders los op het moment dat de voordeur wordt ingetrapt. Verschrikt zet hij een stap achteruit en doet zijn handen in de lucht als er drie rode punten op zijn borst verschijnen. Zijn adem stopt.
“Luke Johnson, geboren op 9 januari 2108?” Een man zonder legerkleding, maar in een zwart pak, komt de hal inlopen. Luke slikt, maar laat geen angst zien.
“Dat ben ik. Wat kan ik voor u doen, heer?” Zijn hart klopt in zijn keel, maar zijn stem klinkt, tot zijn eigen genoegen, zekerder dan hij zich voelt.
“Meekomen.”
Luke’s ogen gaan naar de deur naar de woonkamer die open gaat. Twee van de rode stippen verdwijnen van zijn borst, en verschijnen op die van zijn moeder die in de deuropening staat.
“W.wat is er aan de hand?” De stem van zijn moeder klinkt zwakjes en onzeker. “W.waarom moet mijn L.Luke nu ook mee? Jullie hebben m.mijn m.man a.al, is dat ni..niet…”
“Mam.” Luke kijkt naar de man in pak die duidelijk geïrriteerd is vanwege de bemoeienis van zijn moeder.
“Mevrouw Johnson…” de man in pak draait zich om. “Uw zoon gaat met ons mee in opdracht van de President. Dat kan vrijwillig, maar wij hebben tevens toestemming om geweld te gebruiken.”
Luke verspert snel het pad naar zijn moeder zodat de man niet verder het huis in komt en de rode puntjes op hem zijn gericht en niet zijn moeder. “Ik ga wel mee. Dit gedreig is niet nodig.”
“Mooi zo, je bent de eerste die meewerkt.” De man draait zich resoluut om, pakt Luke bij zijn arm en trekt hem mee het huis uit. Luke kijkt achterom naar zijn moeder die reddeloos in de deuropening staat en neervalt naar de grond met de steel van de stofzuiger nog in haar hand. De voordeur wordt weer dichtgetrokken, zijn moeder daardoor aan het zicht onttrokken. “Doorlopen. We moeten nog meer halen.”
JE LEEST
De Exonen, deel 1
Science FictionWat als je naar een planeet word gestuurd waar al leven blijkt te zijn? De derde wereldoorlog is gaande en door de opwarming van de aarde zijn er steeds minder plekken bewoonbaar waardoor de duizenden mensen die nog leven, ontzettend dicht op elkaar...