“Als je dat joch nu niet mee kunt laten werken, zorg ik ervoor dat zijn moeder in de frontlinie terecht komt met hem erbij. Maak hem dat duidelijk. Begrepen?”
Het is vijf dagen later en het gedoe met Luke is er absoluut niet beter geworden en de band met mijn vader wordt er ook niet beter op.
“Ja vader.” Ik kijk hem niet aan. Echt niet dat ik Luke ga bedreigen. Ik word nu al als een of ander monster gezien. Als ik ook nog moet gaan dreigen, ben ik het hele team kwijt inclusief de soort van vriendschap die ik nu heb met Teagan en Alexander. Geen idee of ik het echt vriendschap kan noemen, maar zij doen in ieder geval normaal tegen me.
“Je moet dat team van je beter onder controle krijgen, dame. Op dit moment ben je waardeloos bezig. Je stelt mij diep teleur Maddelyn. Wat zou je moeder wel niet zeggen als ze zou zien hoe slecht je het team leid?”
Ik staar naar de grond en slik om het opkomende gekwetste en vooral pijnlijke gevoel weg te krijgen. Ergens weet ik vrij zeker dat als mijn moeder er nog was, ik hier niet had gestaan.
Geen idee wat hij verder allemaal heeft gezegd, maar zijn telefoon gaat en onderbreekt hem midden in een zin.
“Wegwezen en onthoud wat ik heb gezegd. Dat joch en zijn moeder belanden in de frontlinie als hij nog een keer weigert mee te doen.”
Ik maak me snel uit de voeten. Het was de zoveelste uitbrander deze week. Luke is na die eerste dag alleen maar lastiger geworden. Hij doet het liefst niks, behalve een grote mond geven, tegenwerken en vooral niet luisteren. Iets wat niet alleen hem, maar ook mij een hoop gezeur oplevert en vooral ook veel aanvaringen met mijn vader. Hij ziet mij als schuldige. Ik ben tenslotte verantwoordelijk voor mijn team. Iets wat uiteraard waar is. Hij heeft op dat gebied een punt. Alleen zijn wij niet echt een team. Op Alexander en Teagan na, luistert de rest alleen als het niet anders kan. Iedereen, op Luke na tenminste, die blijft zelfs dan dwars doen.
Ik loop wat rond. Terug naar de kamer wil ik nog niet. Kan ook nog niet. Niet nu ik me zo voel, daar gaat hij zeker gebruik van maken en echt terugtrekken kan ik hier ook niet. Ik friemel aan de draadjes van de armband waardoor ik opnieuw aan mijn moeder denk. Deze armband was vroeger van haar. Het is het laatste wat ik van haar heb gehad. Dit soort discussies waarbij mijn vader begint over haar en wat zij wel niet van me moet hebben gevonden, maakt me gewoon verdrietig. Ik weet dat ze van me hield en dat ik haar kende. Maar de opmerkingen die hij maakt, maakt me aan het twijfelen of dat wel echt zo is. Misschien had ze dit alles wel goed gekeurd, zou ze inderdaad vinden dat ze niet goed genoeg haar best doet… ik staar uit een raam naar buiten.
Mijn wangen voelen nat als ik in één keer voetstappen hoor. Snel wrijf ik over mijn wangen en blijf naar buiten staren terwijl ik niks kan zien omdat het al donker is. Via het raam zie ik dat het Kai is. Hij loopt wel vaker rond in de avond en aangezien ik meestal in de avond bij mijn vader op gesprek moet komen, zie ik hem wel vaker. Ik blijf koppig naar buiten staren. Kai blijft even staan, maar loopt uiteindelijk toch door. Ik hou me stil en zucht best wel opgelucht als hij doorloopt en er niet over begint. Ergens vraag ik me wel af of hij er wat van meekrijgt. Gister liep hij langs de deur van het kantoor van mijn vader toen ik er net uit kwam. Hij moet er wel wat van mee hebben gekregen, hier is de ruimte namelijk niet geluidsdicht, maar hij zei niks ook al zag ik hem wel naar mij kijken. Ik ben zelf toen weggelopen zonder wat tegen hem te zeggen.
Uiteindelijk kom ik maar overeind en loop traag terug naar hun kamer. Ergens hoop ik dat iedereen al slaapt, maar ik weet inmiddels dat die kans klein is. Ze liggen er nooit vroeg in nu ze het zelf voor het zeggen hebben. Ik loop nog een rondje en kom opnieuw Kai tegen.
“Gaat het?” vraagt Kai als ik hem voorbij loop.
Ik kijk om en haal uiteindelijk mijn schouders op. “Jawel.” Het blijft even stil. Ik zucht uiteindelijk als ik een militair de hal in zie lopen. “Het wordt geloof ik tijd om terug naar de kamers te gaan.”
Kai kijkt om en ziet waar ik op doel. “Dat geloof ik ook ja. Gelukkig zeggen ze ons nog net niet wanneer we naar bed moeten.”
“Waarschijnlijk hopen ze dat we verstandig genoeg zijn om op tijd te gaan slapen.”
“En zijn we dat?” vraagt Kai terwijl we beide langzaam terug lopen. De militair laat ons met rust als hij ziet dat we op de terug weg zijn
“Hangt van de persoon en dag af. De meesten bij mij in ieder geval niet.”
“Dus het zijn eerder een stel losgeslagen tieners?” Hij grijnst. “Bij mij ook hoor. De meesten tenminste. Zo vaak krijgen ze de kans niet om alles zelf te bepalen.” We lopen de tweede gang in.
“Dat is zo,” stem ik uiteindelijk toe. Ik heb die ene avond alleen ook genoten en me absoluut niet gehouden aan wat mijn vader anders wil. Om 1 uur vond ik het wel eens tijd om naar bed te gaan. Uiteraard was dat we meteen de laatste avond. Nu met de rest erbij , word hem dat niet meer.
“Ze komen er vanzelf achter dat meerdere dagen zo laat naar bed gaan in combinatie met het trainingsschema hier niet samen gaan. Al doende leert men.” Hij haalt zijn schouders op.
“Moeten ze zich wel aan dat schema willen houden,” mompel ik en kan de irritatie en machteloosheid niet uit mijn stem houden.
“Ik geloof inderdaad dat je niet het makkelijkste team hebt.” Kai kijkt mij onderzoekend aan.
“Kan het ze ook niet kwalijk nemen. Niemand wil de dood in gejaagd worden.” Ik zucht diep, wat dat aan gaat snap ik ze wel, ook al ben ik het niet eens met hoe ze doen. Mijn blik gaat de saaie witte gang door.
“We moeten het positief bekijken. Geloof jij dat jouw vader, de president, zijn eigen dochter daar heen zou sturen als de kans groot was dat je het niet zou overleven?” Kai kijkt mij aan en is blijven staan omdat we bij de kamer van mijn team zijn.
“ja, ik zie hem ervoor aan dat wel te doen.” Ik zucht. “Ik… ik bedoel: nee, dat zou hij inderdaad niet doen. Ik zie je morgenochtend wel weer.” Voordat hij kan reageren houd ik mijn pas voor de scanner en ga de kamer in, Kai achterlatend in de hal en zelf de drukte weer in. Er word keiharde muziek gedraaid en zo te zien gaan ze aardig erop los. Even kijk ik toe. Die zijn morgen dus weer niks. Ik schud mijn hoofd en loopt dan door naar de slaapkamer waar ik tot mijn verbazing Alexander aantref. Hij zit een boek te lezen op het bed waar ik slaap. We delen een stapelbed. In de ruimte staan nog vier stapelbedden en tegen de wanden staan een stel kasten met onze namen erop waar kleding en andere spullen in liggen. Blijkbaar ziet hij mijn verbaasde gezicht:
“Je denkt toch niet dat ik een trainingsdag overleef, door nu te gaan lopen feesten? Ik ben niet gek. De beetje kans die we hebben om dit te overleven, wil ik graag serieus nemen.” Alexander kijkt mij aan en ik knik. Ergens ben ik blij dat tenminste één iemand het serieus neemt. Hij heeft ondertussen het boek weggelegd en klimt zijn bed op terwijl ik me om begin te kleden. Even later lig ik er ook in en hoor Alexander al slapen. Het duurt even door het muziek en luide gedoe in de kamer ernaast, maar uiteindelijk val ook in slaap.
Ik word de volgende ochtend wakker van Alexander die van bed komt.
“Zullen we de strijd om ze wakker te maken aangaan of laten we dat over aan de militairen?” Alexander kleedt zich ondertussen aan in het groene sportoutfit waar onze namen op staan.
Ik kleed me ondertussen ook aan. De bedreiging van mijn vader hangt nog in mijn hoofd en ik kijk even naar de andere bedden. “Laten we het op zijn minst proberen.”
“Wat jij wil.” Hij loopt naar de deur en drukt het licht aan. “Goedemorgen dames en heren over een half uur worden we bij Sutton verwacht.” Alexander grijnst bij het horen van al het gekreun en gemopper dat klinkt.
“Donder toch op!” Ik hoef niet eens te kijken om te zien wie dat zegt.
“Het is door ons of straks door de militairen en jullie weten hoe dat gaat.”
Ik ben blij dat Alexander dit doet en dat ik het niet hoef te doen. Ik had al een hele scheldkanonnade over mij heen gehad en waarschijnlijk ook de nodige spullen naar mijn hoofd geslingerd gekregen. Teagan, Evyana en Ramon komen ondertussen overeind en zijn bezig zich aan te kleden. De rest blijft liggen.
“We gaan maar eten,” zeg ik en ik loop met Alexander de slaapkamer uit. Teagan, Evyana en Ramon volgen al snel en samen lopen we naar het ontbijt. Ik desinfecteer mijn handen direct naast de deur als ik de zaal in loop en draai me al wrijvend om naar de militair met een lijst in handen om iedereen af te tekenen. “De rest ligt nog in bed en wilde er niet uit komen.”
“Ik geef het door. Neem plaats.” Mijn blik gaat de zaal rond. Mijn vader staat hoofdschuddend en met de geïrriteerde uitdrukking aan de andere kant van de zaal en loopt dan weg. Ik zucht. Ik ben dat gecontroleer van hem zat. Het was thuis altijd al erg, maar dit breekt records. Het is me allang duidelijk dat ik er niks van bak.
We gaan aan een tafel zitten. Hoewel ik inmiddels al geen zin meer heb in eten, eet ik uiteindelijk toch maar een broodje op.
Een kwartier later worden we vergezeld door de rest van het team met chagrijnige gezichten. Alexander kijkt mij grijnzend aan. Ik bijt op mijn lip en kijk van hem weg naar de andere teams. Team 1 is compleet. Van team 2 komt Sky met een chagrijnig gezicht ook aanlopen. Blijkbaar is mijn team vandaag niet de enige met een opstartprobleem. Bij ons aan de tafel is het stil omdat niemand wil praten en dan vooral niet met mij erbij, maar dit keer vooral om het humeur van het viertal dat laat aan tafel verscheen.
“Op naar de training.” Ik zucht terwijl Teagan en Alexander ook op staan. Gevolgd door Ramon en zelfs Beau staat op. Als ook de rest op staat volgen Luke, Savea en Pascal.
De training gaat wonder boven wonder best goed. Nu gaat het ook om alleen maar joggen. Maar iedereen, zelfs Luke, doet zonder protest mee. Uiteraard zag ik al snel mijn vader ook staan. Ik voel me toch wel goed nu hij ziet dat we als team zonder gedoe aan een training meedoen. Mijn ogen zoeken zijn blik, maar die staat volledig neutraal. Hij kijkt mij ook aan, maar draait zich dan om en loopt weg. Er is geen goedkeuring of wat dan ook te zien. Zelfs zijn houding is wat ingezakt. Ik onderdruk een zucht en ren maar weer door.
Ik kom net onder de douch weg en sta aangekleed in de gezamenlijke ruimte met een glas drinken. Bijna iedereen is klaar. Alleen Alexander en Luke staan nog onder de douch en over tien minuten moeten we bij de training survivallen zijn. Een redelijk vrije training. We krijgen instructies wat we moeten doen. De leraar kijkt toe en als we niet meer willen, of we zijn klaar, dan mogen we stoppen. Alleen wel pas als de theorie van die dag klaar is. Het praktijkgedeelte is ons eigen verantwoordelijkheid. Doe je het niet, dan niet. Doe je het wel, is McEver bereid te helpen als je er niet uit komt.
Gister hebben we geleerd om vlotten te bouwen. Het was eigenlijk best leuk, alleen Luke wilde weer eens niet mee doen. Maar ondanks dat, hadden we best wat lol en dat was eigenlijk de eerste keer sinds dit alles. Ergens hoop ik dat het nu weer goed gaat, maar ik weet ergens al dat dat valse hoop is. Luke ging net al met een chagrijnig gezicht onder de douch. Dat voorspelt niet veel soeps ben ik inmiddels achter.
Even later is iedereen compleet en lopen we naar buiten, het terrein op. Vlak naast de ingang staat McEver. Eigenlijk verraste het me totaal niet toen ik erachter kwam dat het een militair was. Het iets wat je verwacht van survivallen. Team 1 en 2 zijn er ook deze les weer bij. McEver is weer volledig in uniform. Ook wij hebben nu de kleding aan die we aan zullen hebben als we naar die planeet worden gestuurd: zwarte wat wijder zittende broek met best veel zakken en afritsbare piepen, een bordeaurode strakke t-shirt en een zwarte jas die ook strak zit. Alleen de tassen hebben we nog niet. Ze zijn wel al besproken in de les en ik ben dan ook niet verbaasd dat ik ze nu zie liggen en zo te zien met alles erin.
“Vandaag gaan we een kamp opbouwen. Jullie hebben de theorie gehad, hebben de afgelopen dagen met verschillende onderdelen ervan kunnen oefenen en nu brengen we het in de praktijk. Dit gebeurd uiteraard in de teams en de teamleiders zijn de baas. Zij delen de instructies uit van wie wat doet, zien toe en helpen waar nodig.”
Oh hemel. Dit zal absoluut niet goed gaan. Ik zucht diep. Waarom moest die vent mij zo nodig als teamleider aanwijzen? Hij had zelf toch ook wel na kunnen gaan dat niemand zal luisteren. Ze mogen hem niet en automatisch geldt dat dan ook voor mij. Daarbij heb ik ook absoluut dat gezag niet om de baas te spelen. Ik blaas uit en pak een tas als iedereen de tassen pakt. We gaan naar de open plek waar we meestal oefenen.
“En begin maar.” McEver gaat op een afstandje op de grond zitten terwijl de drie teams zich verspreiden om een plek voor hun team te maken. Wij lopen naar de verste uithoek.
Nog voor we goed en wel kunnen beginnen, gaat Luke demonstratief tegen een boom aan zitten en zakt onderuit. Ik zucht diep en besluit het te negeren terwijl ik even rond kijk. Mijn blik blijft hangen op McEver, of nou ja, meer op de man die er naast staat: mijn vader. Uiteraard. Waarom zou hij ook een training voorbij laten gaan zonder te komen kijken. Mijn vader kijkt mij aan en ik draai me snel we zodat ik zijn blik om het gedrag van Luke en ik die de leiding niet neem, te ontwijken. Ik haal diep adem en probeer mijn zenuwen onder controle te houden. Ik kijk ook even naar Luke. Hij kijkt me alleen maar uitdagend aan en ik besluit maar gewoon te beginnen en te kijken wat hij gaat doen. Werk alsjeblieft mee, Luke. Ik wil niet dreigen, dan ben ik zeker weten iedereen kwijt.
“Evyana, Ramon, zoeken jullie hout voor het vuur? Alexander vul jij de waterflessen in de rivier? Savea en Beau kunnen jullie alvast een plek maken voor het vuur zodat jullie als het hout er is, vuur kunnen maken? Luke, Pascal en Teagan, jullie kunnen de tenten op gaan zetten. Evyana, Alexander en Ramon komen helpen zodra ze klaar zijn.”
“Echt niet.” Luke kijkt vanaf de plek waar hij zit uitdagend naar mij.
Ik onderdruk een kreun. Dit gaat zoals verwacht. “Kom op Luke. Kom in beweging en help de anderen.” Luke doet zijn armen demonstratief zijn armen over elkaar terwijl de anderen maar alvast bezig gaan. “Nu Luke.” Ik loop wat meer naar hem toe, vooral omdat ik op de plek sta waar je het beste een vuur kunt maken.
“Nee. Ik ga niet meewerken.”
“Kom op zeg. Doe niet zo stronteigenwijs.” Ik voel de ogen van mijn vader branden in mijn rug waardoor ik alleen maar geïrriteerde word.
“N E E. Nee. Je zoekt het maar uit. Ga lekker naar die papa van je, die wacht toch alweer op je.” Luke knikt in de richting waar mijn vader staat.
“Jezus Luke. Werk verdomme eens een keer mee. Als je zo tegen blijft werken zullen ze je moeder naar de frontlinie sturen. Is dat wat je wil bereiken? Ben je daar op uit? Ga dan vooral zo door. Je hebt je laatste kans inmiddels te pakken.”
Luke verstijft en ik slik omdat ik dat stomme dreigement van mijn vader nu toch heb gebruikt. Om me heen valt het stil. Ik voel meerdere blikken branden, en niet alleen van mijn eigen team, maar ik hou me ogen gericht op Luke. Ik voel aan alles dat dit hem raakt en ergens wou ik dat ik dit terug kon draaien. Deze dreigement wilde ik niet gebruiken en al helemaal niet zo. Luke draait zich traag om naar mij. In zijn ogen zie ik verslagenheid.
“Werk mee.” Het is al niet meer dan een fluistering. Ik draai me van Luke weg en wil weglopen om zo mijn eigen emoties de baas te blijven als Beau van zijn plek op staat en mij de weg verspert.
“Dus zo staan de zaken ervoor? Als je niet meewerkt word je familie gedood?” Beau kijkt me recht aan. Ik druk mijn eigen emoties weg zoals ik al jaren doe een kijk hem dan recht aan.
“Als jij het zo opvat, moet je dat doen, Beau. Ik geef het alleen maar door. De training is voorbij.”
Ik loop dan langs hem heen, snel weg van mijn team en de andere teams die ook stil zijn gevallen. Pas als ik merk dat niemand mij achter nakomt, laat ik mijn emoties de vrije loop en begin te huilen.
JE LEEST
De Exonen, deel 1
FantascienzaWat als je naar een planeet word gestuurd waar al leven blijkt te zijn? De derde wereldoorlog is gaande en door de opwarming van de aarde zijn er steeds minder plekken bewoonbaar waardoor de duizenden mensen die nog leven, ontzettend dicht op elkaar...