Hoofdstuk 8

19 1 0
                                    


Als ik Mees naar mij zie kijken glimlach ik. Hij had nooit maar dan ook echt nooit zijn grootste zwakte moeten laten zien. Ik loop door de mensenmassa naar het podium waar Mees en een bewaker op staan. De bewaker buigt zijn hoofd naar mij. Mees die kijkt mij alleen maar boos aan en zegt niks. "Ik wil dat iedereen die hier op dit moment niks te zoeken heeft weer terug aan werk gaat." Zeg ik tegen de mensen die op het plein staan kijken. De mensen druppelen in groepjes het plein af. Dan kijk ik Mees aan. "Dat was niet zo slim he? Mij je grootste zwakte vertellen." Zeg ik tegen Mees. "Ai hod yu in. Dat moet je weten." Zegt Mees en ik begin te grinniken. "Oh dus je vermoord mijn broertje omdat je van mij houdt? Je doet mij pijn omdat je van mij houdt? Volgens mij klopt dat niet helemaal of denk jij daar anders over?" Zeg ik. "Nova ik snap dat je boos op mij bent en dat ik je pijn hebt gedaan maar jij doet mij nu pijn is dat niet genoeg? Zegt Mees. "Nee dat is niet genoeg. Ik ga er namelijk voor zorgen dat jij en je vrienden nooit meer welkom zijn in dit dorp." Zeg ik. Mees kijkt mij even verschrikt aan. Ik weet dat hij zich afvraagt waarom ik hem en zijn vrienden niet vermoord omdat hij alle namen genoemd heeft. "Nou Mees om antwoord te geven op de vraag die je waarschijnlijk nu wilt stellen. Nee ik ga je niet vermoorden en hetzelfde geld voor je vrienden." Zeg ik. "Wat ga je dan wel doen?" Vraagt hij. Weer glimlach ik maar ik zeg niks en draai mij om en loop van het podium af.

Opzoek naar de bewakers dan maar. Eenmaal aangekomen bij een van de bewakers zie ik dat ze iedereen al meegenomen hebben. "Neem ze mee naar het podium en laat het hele dorp weer terugkomen." Zeg ik tegen de bewaker waarna hij knikt en wegloopt. Dan loop ik weer terug naar het podium en zie ik Liam staan. "Hey Liam heb zin om bij mij op het podium te komen?" Vraag ik hem. Ik zie hem vragend kijken. "Liam je bent mijn man en hebt het recht om met mij op het podium te staan. En we hebben deze beslissing samen genomen." "Je weet dat het dorp het meestal pas toestaat als ik je kinderen heb gegeven he?" Vraagt Liam en ik knik. "Maar ik ben de leider dus nu zijn het mijn regels." Zeg ik en hij knikt en loopt met mij mee het podium op.

We draaien ons beide om naar de mensen. "Dit besluit heb ik samen met mijn man en beste vriend genomen en daarom staat hij nu ook hier op het podium. Mees en zijn vrienden worden niet vermoord voor verraad zoals normaal gebruikelijk is. Mijn man en ik hebben besloten om deze personen te verbannen en nooit meer te verwelkomen in dit dorp. Wij gaan er vanuit dat iedereen in dit dorp deze beslissing accepteert." Zeg ik tegen het dorp. "Breng ze buiten het dorp en zorg ervoor dat ze niet meer terugkomen." Zeg ik tegen de bewakers. Ze doen wat ik zeg en leiden ze het podium af. "Oso gonplei nou ste odon." Schreeuwt Mees boos. "Oh jawel ons gevecht is al heel lang over." Zeg ik terug.

Nadat ze zijn afgevoerd kijk ik Liam aan en glimlach ik naar hem. "We hebben het gedaan. Hij kan ons nu nooit meer pijn doen." Fluister ik tegen hem. Hij knikt maar lijkt niet overtuigd. We lopen samen het podium af en gaan naar huis. "Liam wat was er net?" vraag ik. "Niks het was alleen een beetje vreemd om op het podium te staan." Zegt hij. "Je moet er toch aan gaan wennen in het vervolg gaat dat vaker gebeuren. Samen met onze kinderen hoop ik." Zeg ik maar het laatste deel zeg ik zachtjes zodat Liam het niet hoort.

Acht weken later

In de afgelopen weken is er niet heel veel verandert. Behalve dan dat ik steeds vaker vermoeid ben of misselijk. Liam heb ik niks verteld net als de rest van het dorp trouwens. Ik ben steeds maar aan het denken waardoor het zou kunnen komen maar elke keer krijg ik geen antwoord. Misschien is het toch maar een goed idee om even naar de genezer te gaan. Even zucht ik diep. Liam merkt het op. "Nova wat is er?" Vraagt hij. Ik denk even na of ik het hem wel of niet wil vertellen maar besluit toch dat ik het maar doe. "Liam ik ben de laatste tijd snel moe en vaker misselijk en ben aan het twijfelen of ik naar de genezer moet gaan." Voordat ik dat had gezegd wist ik Liams antwoord al. "We gaan nu. Als je wilt zal ik bij je blijven, je moet echt gaan Nova straks is er iets aan de hand." Ik knik en loop met hem mee naar de genezer. Voordat we naar binnen gaan zucht ik weer een keer diep. "Heda wat kan ik voor u doen?" vraagt de genezer. Nu is het moment van de waarheid. "De laatste tijd ben ik steeds vaker moe en misselijk en ik wil graag weten waar dat vandaan komt." Zeg ik. "Ik zou u graag even willen onderzoeken Heda." Zegt de genezer. Ik knik. "Ik zal jullie dan even alleen laten." Zegt Liam. "Beja nou bants." Zeg ik. Liam knikt. "Rustig maar ik blijf al." We lopen beide achter de genezer aan. Ik moet even op een bedje van stro gaan liggen en hij begint een onderzoek. "Heda wanneer heeft u voor het laatst gebloed?" Vraagt de genezer. Even denk ik na en dan weet ik het antwoord. "Twee maanden geleden voor het laatst." Zeg ik. Ik zie de genezer glimlachen en vraag mij even af waarom.

"Gefeliciteerd Heda, u en uw man krijgen een kindje. Over ongeveer zeven maanden kan het dorp hun nieuwe leider ontmoeten." Zegt hij.

Even kijk ik de genezer geschokt aan. Dan kijk ik naar Liam die op zijn beurt weer naar mij kijkt. Ik begin te glimlachen en zie dat Liam hetzelfde doet. Liam komt naar mij toe gelopen en geeft mij een knuffel meteen knuffel ik hem terug. "Ik hou van je Liam." Zeg ik. "Ik ook van jou Nova. Ik ook van jou." Zegt Liam.

En zonder dat ik het wist was ik even alles om mij heen vergeten en kon ik even een moment echt gelukkig zijn.

I am not weak (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu