Hoofdstuk 4

75 5 0
                                    

Nee niet dood gaan. nee niet doen, niet dood gaan! Help ik ga dood help! ik schrik wakker van Finn die deze dingen zegt, ik schud hem wakker en ik stel hem gerust: stil maar Finn het is goed je gaat nog niet dood, nog lang niet zelfs! ik zie in zijn ogen dat de angst minder word en hij ontspant zich. voorzichtig vraag ik hem of het gaat? Ja het gaat wel maar ik dacht dat ik dood ging en die avond daarvoor hadden we ruzie dus dan ging ik dood terwijl we nog ruzie hadden, dat mag en dat kan toch niet gebeuren? ik hoor dat zijn stem weer op hol slaat en ik wacht even tot ik merk dat hij weer rustig is geworden.

Nee Finn dat mag inderdaad niet gebeuren je mag en je kan sowieso nog niet dood gaan! je moet me 1 ding beloven oke? ik hoor zelf nu ook aan mijn eigen stem dat ik twijfelachtig en paniekerig praat. Nina ik wi je wel iets beloven maar dan moet ik wel weten wat, want anders kan ik er niet zeker van zijn? in tegenstelling tot mij praat Finn nu veel rustiger en serieuzer. Je moet beloven dat je nog lang niet dood gaat en al zeker niet aan kanker! Maar hoe kan ik je dat nou beloven Nina? zijn stem klink nogsteeds super rustig. Beloof je het of niet? ik klink boos en verdrietig door elkaar, ik voel dat er een traan over mijn wang heen loopt. Oké Nina ik beloof het! ik ben blij met dit antwoord van hem en ik kijk op de klok: Shitt het is al veel te laat om 10 uur hebben we voor het ziekenhuis afgesproken met Finn's ouders en het is nu kwart voor 10!!!

gelukkig, precies nu we de oprit van het ziekenhuis oprijden is het 10uur dus we zijn precies op tijd! hand in hand lopen we naar de ingang en we blijven even staan, nadenkend over wat er in dit gebouw allemaal wel niet gaat gebeuren met Finn. we stappen met zijn 4ren (wij+ouders van Finn) de lift in, naar de afdeling oncologie. eenmaal aangekomen met de lift op de afdeling moeten we nog een heel stuk door de witte, kille, lege gangen van het ziekenhuis lopen. Eenmaal aangekomen bij kamer 307 lopen ik en Finn als eerste naar binnen. alle bedden zijn bezet behalve de achterste bij het raam, en daar staat ook een dokter bij. De dokter draait zich om en steekt zijn hand uit: Hallo ik ben dokter van bergen. Finn steeks als eerst zijn hand uit en zegt: Hallo ik ben Finn en dit is mijn vriendin Nina. ik ben blij dat Finn al voor me gezegd heeft wie ik ben want ik vind die dokter maar eng. ze beloven iedereen dat ze beter worden, mijn zus werd ook niet beter dus ik haat die stomme dokters maar! Nou Finn dit word voor een tijdje jou nieuwe huisje. zegt de dokter. Eigenlijk wil ik zeggen: ja helaas wel. maar ik hou me in. 

's Avond in bed voel ik me alleen en leeg, ik weet wel dat Finn het daar goed heeft in het ziekenhuis maar toch stel nou dat er iets heel erg met hem gebeurt dan ben ik niet bij hem en dan lig ik niet naast hem voor hulp. opdat moment krijg ik een appje: slaaplekker schat ly x Finn zijn appje stelt me gerust.

Een zoektocht, speciaal voor jou!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu