Tov Tineke
Kyran dacht dat hij binnen mocht komen. Maar dat was verkeerd gedacht. Ik opende de deur 'Ik dacht dat ik duidelijk ben geweest. Je moet uit mijn leven verdwijnen. Voor altijd' schreeuwde ik. Ik zag dat hij schrok, maar hij liep me gewoon voorbij en ging voor het raam staan. 'Je woont hier prachtig' zei hij. Ik werd echt kwaad. 'Buiten!' Riep ik en ik wees naar de deur. 'Tineke, het spijt me voor alles, maar jij bent speciaal voor mij. Dat is zo en dat blijft zo' Ik werd echt razend: 'daarom heb je me tien jaar geleden opgesloten of wat?' Riep ik. Ik zag tranen in zijn ogen. Eigenlijk vond ik het wel zielig, maar ik was het nog niet vergeten wat hij mij had aangedaan. Het deed zelfs pijn als ik er gewoon aan dacht. 'Weg!' Riep ik en hij gehoorzaamde deze keer wel. Ik denk dat ik hem gekwetst had met die woorden. Maar dat deed me niets. Ik opende de deur en Kyran stapte buiten. 'Ik wil jou hier nooit meer zien' riep ik hem na en ik smeet de deur dicht. Ik keek naar de living, het was zo leeg. Ik wou dat Koen er was, dan kon ik alles tegen hem zeggen. Ik nam mijn gsm. Niets, zelfs geen melding op Facebook. Ik kroop in de zetel en snikte. 'Koen' zei ik zacht.
Tov Koen
Ik zat op de steen. Ik nam een kiezeltje en gooide hem in een plas. Barry lag naast me op een stok te kauwen. 'Barry, wat denk je jongen. Gaan we terug?' Vroeg ik. Barry keek me aan. Ik maakte zijn leiband terug vast en vertrok. Het was nog een eindje dus ik had nog genoeg rust. Ik wou wel terug naar Tineke, maar we moesten echt praten. Ik zag Tineke graag, maar ik zag ze niet graag ongelukkig. Stiekem hoopte ik dat Kyran met haar had kunnen praten. Ze kende elkaar van vroeger dus ik hoopte dat Kyran iets tegen haar gezegd heeft want als ik probeerde klapte ze dicht. Vanaf dat ik het woord Kyran zei liep ze weg. Ik wist niet wat er gebeurd was, maar je moet het verleden laten rusten. Dat had mijn mama me vroeger geleerd. 'Koen we leven nu, niet gisteren' ik lachte. Dat was één van haar vele zinnetjes. Ik dacht veel aan haar. Ze was fantastisch. Maar ik kon de tijd niet terug draaien. Als ik dat kon had ik heel mijn leven veranderd op één iets na: Tineke. Zonder haar had ik niets. Ik hield echt ziels veel van haar. Ik wandelde verder. 'Barry niet zo trekken' zei ik kordaat. Hij wist dat we naar huis gingen. 'Het is al goed' zei ik zuchtend en ik begon te lopen. Dat gingen veel sneller, dus was ik sneller bij Tineke. We draaide haar straat in. Ik keek voor me en achter me: geen auto's. Ik liet Barry los en hij liep naar Tineke haar huis. Toen ik er aankwam zat hij braaf voor de deur. 'Flinke man' zei ik en ik gaf hem een koekje. Voorzichtig opende ik de deur. Ik zag Tineke in de zetel liggen. Ik liep naar haar toe en...