Hoofdstuk 4

10 1 1
                                    

Na een korte tijd is de aardappel alweer op, ik had echt honger. Nog steeds heb ik honger, maar het is iets gestild. Maar al deze tijd heb ik niks gedronken, dat is ook heel belangrijk natuurlijk. Ik moet haar vragen of ik drinken mag, ik moet het haar vragen, ik mag hier niet doodgaan! Ik adem in, ik vind het eng om tegen Caty te praten, maar het moet. 'Mag ik drinken?' Vraag ik snel. Zou dat onbeleefd zijn geweest? Alsof ik beleefd moet zijn, ze heeft me gekidnapt.. Maar toch.. 

'Misschien krijg je binnenkort wat drinken. Ik denk er nog over na, het is leuker om te spelen als je je zorgen maakt.'

Ik zucht, ik had niet veel anders van haar verwacht. Ik ken haar niet lang, maar ik heb het gevoel alsof ik alles al over haar weet.

'Ga je je eten nog opeten?'

Met eten bedoelt ze natuurlijk de meelwormen, maar dat beschouw ik niet als eten hoor. Maar ze heeft wel gelijk, ik weet niet wanneer ik de volgende keer eten krijg en ik zit nu ook niet helemaal vol. Ik kijk naar de meelwormen, in heel veel landen eten is het heel normaal om ze te eten.. Ik pak er een van de grond, hij wiebelt angstig tussen mijn vingers. Ik sluit mijn ogen, ik moet dit doen.. Ik stop de worm snel in m'n mond, kauw en slik snel door. Dat was eigenlijk niet eens zo verschrikkelijk als ik gedacht had. Ik pak de rest van de grond en eet ze in een hap op, ik ga er niet heel lang over doen, zo lekker is het ook weer niet. Het smaakt naar nootjes die over datum zijn, als dat überhaupt kan. 

'Goed zo. Wil je door naar de volgende opdracht? Of wil je nog langer wachten? Ik kan niet wachten, ik heb de nieuwe opdracht best goed bedacht als ik eerlijk moet zijn.' 

Ik knik, ik doe het wel gewoon, er valt niks te verliezen. Hoe eerder ik hier vanaf ben hoe beter. Een paar seconden na mijn knikken hoor ik de volgende deuren al openen. Ik loop er naartoe en stap de nieuwe ruimte binnen. Ik schrik me helemaal rot, bijna alles staat onder water. En er liggen dingen op het water, een beetje wit, grijze dingen. Wat houd dit in?

'Welkom bij opdracht 2! Vandaag zijn er twee moeilijkheden voor je Lila. Je lichaam is in gevaar en deze situatie zou misschien mentaal een beetje moeilijk zijn. Maar Lila, je moet het niet als moeilijk zien, geniet er juist van. Nou, de opdracht dus, de deur naar de volgende gang is over het water. In het water zitten bloedzuigers, deze zijn heel speciaal en ik denk niet dat je ze op je wilt hebben. Dus, zwemmen gaat het niet worden. De witte dingen op het water zijn je misschien al opgevallen. Wil je weten wat het is?'

Gaat ze het vertellen? Het is stil ineens, ze is gestopt met praten. Misschien wacht ze op een antwoord. Ik knik. Er gebeurd niks. Ik wacht en eindelijk, ik hoor wat, er is iets op de grond gevallen. Ik kijk om me heen, links, rechts, voor me, achter me.. En daar licht het, ik spring naar achteren van de schrik en van net niet in het water. Het is, het is een schedel! Een schedel.. Ik voel ineens een herinnering opkomen.. 

Ik zie een jongetje, ik loop met hem door het veld. Hij stopt midden in het weiland en roept mijn naam. Ik ren naar hem toe, 'wat is er?' vraag ik hem. Hij wijst naar de grond, 'Het is, het is een schedel!' Hij rent weg en ik blijf bij het schedel staan, verstijft. Er loopt een kever over het schedel, ik pak hem er vanaf en laat hem over mijn hand lopen. Ik lach, het kietelt! Ik ga zitten en speel met de kever, tot het jongetje weer terug komt met een volwassene vrouw. Ze kijkt me geschrokken aan, ik kijk terug en laat haar mijn kever zien. Ze pakt me snel mij mijn oor vast terwijl ze de politie belt en weg loopt. 

Dat jongetje was mijn broer, hij was 10 toen we het schedel vonden en ik was 8. Het was een mensenschedel, mijn broertje schrok en haalde mijn moeder. Maar ik zag een kever, ik schrok er eerst van en bleef daarom verstijft staan, maar hij was lief. Ik pakte hem van het schedel en ging ermee spelen. Ik vond de kever belangrijker dan het schedel, ik schrok niet eens van het schedel! 

Ik loop naar voren en kijk naar het schedel.

'Je moet over de schedels lopen om naar de overkant te komen, elk schedel is van een vorig kind. Als jij hier sterft kom je ook in het water terecht.'

Dat is best makkelijke opdracht, natuurlijk, het is verschrikkelijk dat deze mensen zijn gestorven. Maar aan de andere kant, als ze nog leefde had ik deze opdracht niet kunnen doen. Ik pak het schedel voor me van de grond en leg hem in het water, tussen de grond en het eerste schedel was te veel water. Ik had dat nooit kunnen springen, Caty wist dat ook, er was een platform die net iets minder diep was, hier paste het schedel precies op. Nu hoef ik alleen maar naar de overkant te springen. Ik stap op het eerste schedel, naar het tweede, de derde, tot ik bij het einde ben. Dat was totaal niet moeilijk! Maar.. Waarom had het geen inpact op me? Waarom had ik geen moeite met de schedels die hier lagen? Ik gebruikte ze, ik stapte er op zonder enige spijt. Misschien ben ik hier wel voor een reden, misschien is dit een straf, omdat ik een slecht persoon ben. Nee! Nee nee nee! Dit is precies wat Caty wilt! Ze wilt me gek maken! Maar dat gaat niet zomaar bij mij! Dat dit zo makkelijk ging was puur een survival instinct. Ik open de deur en loop door de gang. Op naar opdracht 3. 

-Dit was een iets korter hoofdstuk maar ja. Bedankt @SimoneSlokker voor het idee :)-

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jun 27, 2020 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The GameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu