Samen met Ridder Devin liep ik naar mijn nieuwe kamer. Ingebouwd tussen andere huizen, lag een klein huisje. Speciaal voor dierbare gasten. Nou, een gast zou ik niet meer genoemd worden, hoopte ik. Het was een nauwe kamer, tochtig en leegjes. Ik zou en moest dan ook het als mijn thuis laten voelen.
Ik droeg een ring om mijn ringvinger. Deze had ik van mijn oma gekregen, vlak voordat ze was overleden door een ziekte. Huilend lag ik bijna altijd naast haar op bed, niemand kon mij laten stoppen met huilen. Ik was verdwaald, ik was van het goede pad af - zo leek het, en wilde ook niet meer het pad terug zoeken. Door mijn vader, die mij hielp, had ik het goede pad uiteindelijk teruggevonden. Om mijn verdriet volledig af te sluiten, mocht ik van hem op ridder lessen waar ik uiteindelijk mijn ding vond: dit wilde ik maar al te graag doen.
Ridder Devin opende de deur voor mij. Indrukwekkend leek hij, alsof het niet geloofwaardig was dat hij niet een deur kon openmaken voor een dame.
"Fiacre Sloane, wanneer u zich aansluit bij de Raad van Clarimond, heb ik hier niets meer te zoeken in Ahuva. Mijn plicht was om jou, veilig en wel, Ahuva te bereiken en daar iets te vinden voor je - waar je je werk in kan combineren." Hij stond bezorgd in de deuropening te wachten. Hij keerde zich om en zei: "Mijn ridderes." en knielde. Hij liep de kamer uit, richting het plein.
Verbaasd en verbluft stond ik daar dan, alleen, in mijn kamer. Ik zou hier een heel nieuw leven moeten beginnen, met niemand die ik echt goed kende. Ik probeerde mijn tranen te bedwingen, maar tevergeefs. Ik, Fiacre Sloane, zat te huilen... Te huilen omdat ik niemand meer had. Triest, eigenlijk, voor woorden. De tranen stroomden van mijn wangen, mondjesmaat kwamen ze op de grond terecht.
De volgende dag werd ik wakker op mijn bed, niet wetend wat ik allemaal gisteren nog gedaan had. Ik opende de gordijnen, die een grote raam bedekten, en keek in een felle zon. Het was super mooi weer buiten, het liefst wilde ik de hele dag paardrijden door de weilanden - maar de Lierse oorlog had alles verpest. Ik wilde eigenlijk gewoon die hele oorlog vergeten en genieten van de prachtige wereld en natuur... Ik droomde nog even verder weg terwijl ik mijn ogen inmiddels al gesloten had...
Al snel werden mijn dromen verstoord door een mannelijke lage stem, een stem die ik niet herkende. Ik keek om en schrok mij 'dood'. Ik had de deur niet open horen gaan, wat heel vreemd was want die maakt een naar geluid bij opengaan.
"Mijn jongedame, de koning verwacht u bij zijn vergadering over een halfuur. Zorg dat je wel en netjes bent aangekleed, of je kan weer naar Impler gaan." aldus de stem. Verbaasd knikte ik en de man verliet mijn kamer. Ik deed de kleding aan die ik van mevrouw Selicena Doranx had gekregen. Dat waren de enigste kleding die ik had, samen met de kleding waar ik in gekomen was.
Voorzichtig liep ik de gang op, ik had geen flauw idee waar ik naar toe moest komen. Maar dan opeens sprong er een man op het pad voor mij. Hij had bruin kort haar, mooie groene ogen en geweldige witte tanden. Ik voelde mijn hart sneller knoppen, verschrokt stapte ik naar achteren en kneep mijn handen dicht. De man keek op naar mij en liep snel verder op het pad. Geen sorry, nee, niks. Geschrokken liep ik verder, minder haastig zoals de man deed, maar wel met een beetje tempo erin. In mijn blauwe jurk liep ik dan het pad verder af, wat eigenlijk helemaal niet goed voelde. Dit was niet mijn thuis, nee nu nog niet, maar later misschien wel... En een ridderes in een jurk? Dat zou wel heel erg vreemd overkomen...
"Fiacre! Loop met mij mee, als je wilt, tenminste." Ah, wat was ik blij dat ik de koning zag. Nu had ik geen zorgen meer en kon ik gerust met hem mee lopen. De koning zag er chique en simpel uit. Kleine mooie details droeg hij, wat zeker bewust was gedaan. Samen liepen we een grote kamer in, een grote tafel zat in het midden met aan het hoofd een grote stoel. De andere stoelen waren normaal en in het zwart.
JE LEEST
Lupi
FantasyHet land Vallutus wordt aangevallen door de volk De Liren. Ze zijn erg krachtig en sterk, en daarom neemt Koning van Vallutus - genaamd Aodhan Reagan, een extra koningsraadgever aan. Een meisje. Volgens de mensen van de raad is hij compleet gek gewo...