Hoofdstuk 1

60 12 37
                                    

3 september 1888

De regen kletterde neer op de ramen van haar koets en de druppels gleden langs het glas naar beneden. Door de natte striemen werd een hele nieuwe, vervormde wereld aan haar tentoongesteld. Eliza concentreerde zich op de druppels, volgde ze naar beneden, totdat ze uiteindelijk van haar raam gleden.

De koets begaf zich in de drukke straten van Londen, waar mensen zich met open paraplu's zich nog op straat begaven, alsof ze zich niets aantrokken van het water dat als een waterval uit de lucht viel.

Eliza zakte onderuit en beet op haar nagels, een onaangename gewoonte die haar moeder haar al jarenlang probeerde af te leren. Onrustig keek ze naar haar voeten, die net onder haar donkerrode jurk uitstaken. Nu ze er bijna was werd ze steeds nerveuzer. Ze wist wat haar te wachten stond; ze wist wat er van haar verwacht zou worden, maar ze zag er zo tegenop.

Ze wist dat ze dom was geweest. Haar moeder had gelijk, iedereen had meer van haar verwacht. Zelfs zij, Eliza, had meer van zichzelf verwacht.

Ze verplaatste haar blik weer naar buiten en keek naar de wazige mensen op de Londense straten, die doorgingen met hun normale leven. Geen van hen had door dat er een koets voorbij reed met een jonge vrouw, wiens toekomst wel eens beschadigd kon zijn.

Dit was wat ze verdiende, dat wist ze, maar het liet haar de wereld waarin ze leefde nog meer haten.

Dit was geen leven.

Eliza werd uit haar gedachten getrokken toen de koets abrupt tot stilstand kwam. Een gil verliet haar mond en ze werd naar voren geslingerd. Bijna kwam ze van haar plaats, zo op de bank tegenover haar, maar nog net wist ze haar plek te behouden.

Ze hoorden de paarden hinniken en de koetsier vloekte.

Eliza haalde haar haren uit haar gezicht en krabbelde terug op de bank.

'Mijn excuses!' riep de stem van een jonge vrouw.

Eliza keek opzij en zag door het raampje van de koets een vrouw tevoorschijn komen met de meest zwarte haren die ze ooit had gezien. Op haar gezicht stond een speelse grijns en ze hief een hand, voordat ze zich weer omdraaide om haar weg te vervolgen. Toen ze zich omdraaide, vielen haar ogen even op Eliza en ze gaf haar een klein knikje.

'En dat is waarom ik een hekel heb aan deze helse plek,' hoorde ze de koetsier boos mompelen. De jonge vrouw verdween weer in de mensenmassa. 'Dat is waar ik het over had, juffrouw Elizabeth, ze hebben hier geen manieren,' riep hij vanaf zijn plek voorop de koets in haar richting. Het leek Eliza niet het beste idee om de Londenaren in hun eigen stad uit te schelden, maar James gaf hier niets om. 'Geen wonder dat men hier dood op straat eindigt,' mompelde hij nog gefrustreerd. Eliza fronste haar wenkbrauwen, maar voordat ze James kon vragen wat hij bedoelde, kwam de koets weer in beweging en werd hun weg vervolgd door de drukke mensenmassa.

Eliza haalde diep adem en sloot haar ogen. Ze probeerde zich af te sluiten van al de herrie om haar heen.

Waar zij vandaan kwam, een klein, onbenullig dorpje enkele uren ten noorden van Londen, waren er soms ook veel mensen op straat, maar dat was niets vergeleken met de drukte hier. En dan was het ook nog eens aan het regenen!

Natuurlijk was dit niet de eerste keer dat Eliza de grote stad betrad, maar nog nooit eerder was ze hier naartoe getrokken, niet wetende wanneer ze deze hel weer kon verlaten. Normaal gesproken telde ze de dagen af, verlangend naar haar huis. Nu moest ze net zo lang blijven totdat ze zichzelf had bewezen.

De reis door de drukke straten zette zich voort en het begon nog harder te regenen. De grijze wolken boven de stad werden nog angstaanjagender, waardoor er bijna geen licht meer de koets in viel. Op de achtergrond begon het zelfs te donderen.

Door het abrupte stoppen van de koets, was Eliza even vergeten waarom ze hier was. Nu ze de reis echter weer vervolgden, kwam haar nervositeit snel terug.

Eliza slaakte een diepe zucht en begon met haar jurk te spelen, opnieuw een gewoonte die haar moeder maar al te graag had zien verdwijnen.

Maar Eliza was een eigenwijs kind geweest.

En nu, met haar negentien jaar oud, was ze nog altijd een eigenwijze jongvolwassene.

De koets reed nog een tiental minuten door, waarna het uiteindelijk midden op straat, recht voor een reusachtig huis te midden van het grote Londen, tot stilstand kwam.

Haar hartslag begon te versnellen en Eliza wist niet of ze ooit in haar leven zo nerveus was geweest.

Waarom had ze die stomme fout gemaakt?

Met trillende handen duwde Eliza zich overeind en met een rechte rug bleef ze op haar plek zitten totdat de deur aan haar linkerkant werd geopend door James. Hij hield een paraplu voor haar op.

Eliza haalde een paar keer diep adem en schraapte haar moed bijeen. Trillend kwam ze overeind. Ze pakte James' uitgestoken hand aan en stapte het trappetje af de straat op.

Met haar nette, schone schoenen stapte ze in de modder. Ze trok haar jurk iets op, maar het was al te laat. De dure stof viel op de natte straat en werd doordrenkt met modder.

Eliza kon de strenge stem van haar moeder al door haar hoofd horen galmen en ze kon zich alleen maar voorstellen wat voor een moeilijkheden ze straks zou krijgen.

'Het komt wel goed, juffrouw Elizabeth,' zei James, die al doorweekt was. 'Voor u het weet kunt u weer naar huis,' verzekerde hij haar. Hij mocht er misschien vertrouwen in hebben, maar Eliza vreesde voor het ergste.

Eliza was geen nette jongedame die zich aan de voorschriften hield. Het liefst wilde ze haar eigen weg gaan en haar eigen toekomst bepalen. Maar alleen de meiden in haar verhalen hadden deze optie. Eliza, die woonde in de echte, harde wereld, moest aanvaarden hoe het leven was. Ze moest meegaan met de ideeën van haar moeder, die het liefst alles voor haar uit wilde stippelen.

Voor een laatste keer schraapte Eliza haar moed bijeen. Ze trok haar jurk nog iets verder omhoog en kwam in beweging, waarna ze het trappetje naar de deur op stapte.

Net voordat ze haar handen wilden heffen om op de deur te kloppen, werd deze geopend door een oudere, maar strengere dame. Haar mondhoeken trokken iets omhoog.

'Elizabeth,' zei ze bij wijze van begroeting. 'Kom binnen, schat.' Ze wenkte en deed een paar stappen naar achter. Haar mond trok samen in een dunne, rechte streep, waarmee het al gelijk duidelijk werd dat ze Eliza oordeelde. Het onheil was al begonnen.

Ze stapte naar binnen, het warme en droge huis in. De vrouw boog zich naar haar toe en gaf haar een kus op haar wang. 'Wat is het fijn om je weer te zien, lieverd. Wat ben je gegroeid.' De vrouw liet haar los en bekeek haar van top tot teen. Er was nu een kleine, amuserende toon merkbaar in haar stem.

Eliza kon alleen maar bitter glimlachen. 'Het is ook fijn om u weer te zien, grootmoeder.' 

En dat was het eerste hoofdstuk :) Zoals velen van jullie waarschijnlijk nu pas voor de eerste keer zien, TheRealCinderpelt heeft een banner voor dit verhaal gemaakt :)

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

En dat was het eerste hoofdstuk :) 

Zoals velen van jullie waarschijnlijk nu pas voor de eerste keer zien, TheRealCinderpelt heeft een banner voor dit verhaal gemaakt :)

De SchaduwordeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu