5.

40 3 0
                                    

-4 weken tot de hongerspelen.-

Maar de slaap kwam niet. Ik lag maar te rollen in mijn bed. Slapen in een Capitool bed. Het voelde niet goed. Alsof ik mijn gewoontes zou verraden.
Ik bleef ook steeds terug denken aan de droom. Waarom keken mijn ouders zo teleurgesteld? Moest ik mij verzeten tegen mijn "trekking" of juist niet? Het was natuurlijk maar een droom, maar het zag er zo erg realistisch uit. Uiteindelijk besloot ik het maar te laten rusten. Na een paar uur rollen in mij bed besloot ik om wat water te gaan halen in één van de gezamenlijke coupé's. Langzaam liep ik uit mijn kamer naar een coupé. Mijn kamer was in een lange gang. Ik liep de gang door tot aan het einde. In de coupé waar ik mijn rare droom had gehad brandde licht. Ik deed de deur open en zag daar Finnick zitten met een glas water. 'Hey' zei ik. 'Hoi' kreeg ik terug. Ik liep naar een mini bar die achterin de coupé stond pakte een glas en vulde die met water. Met het glas in mijn hand liep ik om Finnck af. Ik ging naast hem zitten. De nachtjurk die ik nog steeds aanzat viel meteen goed toen ik ging zitten. 'Heb je de dolk nog steeds?'
'Ja, ik heb hem nog hij, ligt in mijn coupé.' Finnick leek erg opgelucht. 'Zou je me 1 ding willen beloven?'
'Ja, tuurlijk.'
'Als we aankomen in het Capitool, en je krijgt de gelegenheid om er mee te trainen, doe dat dan. Het mes is erg bijzonder en het zou je leven kunnen redden in de arena.' Ik snapte niet hoe de dolk bijzonder zou kunnen zijn. Maar ik durfde het ook niet te vragen. Dus zei ik maar 'Oké'

Daarna keken we nog wat spelen van de vorige jaren. Toen we bij Finnicks spelen waren, zag ik Finnick uit mijn ooghoeken heel erg vreemd kijken. Het leek wel alsof het hem erg pijn deed. Niet alleen maar geestelijk, maar ook fysiek. Hij greep namelijk naar zijn knie en masseerde het. Na alle spelen zei ik Finnick gedag en liep weer naar mijn kamer. Eenmaal aangekomen pakte ik mijn tas waar de dolk inzat. Ik greep de dolk en bekeek het opnieuw. Het was nog steeds dezelfde kleur. Zwart en grijs. Opeens hoorde ik dat er een gesprek had plaatsgevonden buiten mijn slaapkamer. Zo te horen waren het 2 mannen. Ik herkende de stemmen niet.
'Alles hangt nu van haar af.'
'Ja dat klopt, maar is ze wel de goede?'
' Dat weet ik niet, Snow zegt dat ze precies degene is die hij zoekt. Het schijnt dat hij een groot plan heeft.'
'Ik vertrouw haar niet ze is typisch een 4, naïef en roekeloos, en volgens mij is ze nogal slecht met wapens.'
'Ja dat zou goed kunnen.'
Langzaam werden de stemmen zachter en uiteindelijk hoorde ik ze niet meer. Ik wist zeker dat ze het over mij hadden. Naïef en roekeloos... naïef en roekeloos... NAÏEF EN ROEKELOOS! Zo dacht iedereen dus over mij. Ik had de dolk nog steeds in mijn hand en smeet het op mijn bed. Zelf kroop ik onder de lakens en deed mijn ogen dicht. Ik had het gevoel dat ik me zou moeten bewijzen, Dat ik niet zo was. Dat ik anders was. Bij die gedachte viel ik in slaap. Ik hoopte erop dat ik me de volgende dag anders zou gaan voelen.

De 73ste hongerspelen. Alles is al in gang gezetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu