20

86 7 3
                                    

Ik glimlachte van zodra Brigitte, die naast mij lag, haar ogen opende. Ze strekte haar lichaam uit en keek me met kleine oogjes aan. Een kleine glimlach kwam op haar gezicht tevoorschijn. "Goedemorgen." Zei ik zacht. Ze draaide zich op haar zij en trok het deken stevig tegen zich aan, wat aanduidde dat ze het koud had. Ik grinnikte, legde me dichter tegen haar aan en nam haar in mijn armen. Ze glimlachte en keek me aan. "Is alles weer oké tussen ons?" Vroeg ze me voorzichtig. Ik drukte mijn lippen op haar haren en wreef met de toppen van mijn vingers over haar rug. "Tuurlijk. Onze officiële belofte is pas voor binnen enkele weken, maar ik beloof u nu al dat we altijd samen gaan vechten, tegen eender wat dat op ons pad komt." Ze legde haar hand rond mijn lichaam en nam mij stevig vast. "Ik had zoveel schrik om u te verliezen." Zei ze emotioneel. "Sorry dat ik u zoveel onzekerheden heb gegeven." Zei ik schuldig. Ze keek me aan en schudde zacht haar hoofd. "Het was mijn eigen fout." Deze keer schudde ik mijn hoofd. Ik legde mijn hand op haar wang en wreef met mijn duim over haar zachte huid. "Laten we dat nu maar gewoon achter ons laten en focussen op de toekomst." Ik drukte mijn lippen op de hare. Ik voelde dat ze even verschoot, maar er toch minst even hard van genoot als mij. 

Toen we op het kantoor aankwamen merkten we al meteen op dat we vroeger waren dan anders. Het gebeurde niet veel dat we de collega's van het andere korps tegenkwamen tijdens onze shiftwisseling. Al leek dat nu wel op het perfecte moment te gebeuren. Bij het zien van Marie die zich tegen de deur van de kleedkamers had gezet, dacht ik meteen aan al hetgeen dat zij al had gedaan. Al van de eerste dag dat ik met haar moest samenwerken, was ze aan het flirten. Ik had haar nochtans meteen duidelijk gemaakt dat ik niet geïnteresseerd was, maar zelfs nadat ik haar vertelde over mijn relatie met Brigitte, bleef ze doorgaan. Zo had ze mij ook meermaals gestuurd en kon ze perfect weten over Tristan aangezien dat hier meteen aan iedereen werd vermeld, wat ik toen onnodig vond, maar het gebeurde toch. En de laatste keer dat ze zo flirtend naar mij toekwam en Brigitte vies bekeek betuigde ook niet van veel respect. Het kon dus perfect zijn dat zij degene was die ons zo treiterde, die ons die kaartjes en berichtjes stuurde en perfect kon weten waar we werkten en ons van daaruit kon volgen. Al had ik opgemerkt, in de weken dat wij moesten samenwerken, dat ze niet ongezien kon werken. Zo zaten we eens te observeren in een restaurant en bleef zij de persoon in kwestie constant aankijken waardoor die ons aansprak en we niets anders konden doen dan de missie af te blazen. 

Marie draaide zich om en keek me met een glimlach aan. Ze streelde met haar vingers door haar haren, die deze keer gestijlt over haar schouders lagen, en draaide een lokje rond haar wijsvinger. Ze beet op haar onderlip, die vuurrood waren, en begroette me. Ik had door de gedachtes die mij te binnen waren geschoten, meteen woede opgestapeld die ik zeker niet stilhield. "Bon Marie," ik zette mij met een rechte rug voor haar en keek haar doordringend aan, "zijt gij degene die ons al enkele weken treitert?" Ze haalde haar hand uit haar haren en fronste haar wenkbrauwen. Ze leek plots van een andere wereld te komen waardoor ze niet begreep hoe het hier in elkaar zat. Ze duwde haar lichaam af van de deur en richtte haar blik op Brigitte. "Maakt zij jou dat wijs misschien?" Vroeg ze mij bevreesd. Haar ogen hadden niet afgeweken van Brigitte, die geen idee had van wat zich hier afspeelde, wat ook beter zo was. Ik kon niet begrijpen wat Brigitte zo verkeerd had gedaan dat Marie zich zo tegen haar keerde. Brigitte was altijd degene die vriendelijk was en mij zei dat ik me normaal moest gedragen ondanks haar gedrag. Ik mocht volgens Brigitte niet veranderen als persoon, omdat iemand mij zo op de hielen zat en ik gaf haar gelijk. Ik moest gewoon mezelf blijven, maar ik was Marie zo beu dat mij dat niet meer lukte. "Ik meen het Marie. Als ik te weten kom dat gij het zijt dan zorg ik er persoonlijk voor dat ge u dat uw hele leven zult beklagen." Zei ik kwaad, maar niet te luid zodat niemand mij zou horen. Ze keek me geschrokken aan. "Ik weet echt niet waarover je het hebt, Eric. Ik plaagde u gewoon omdat ik weet hoe hard jij je eraan irriteerde, meer zat daar niet achter of ik heb ook niet meer gedaan." Haar stem haperde regelmatig en ze bleef me geschokt aankijken, waardoor ik snel doorhad dat ze de waarheid sprak. "Ge weet als ge liegt." Ze knikte hevig haar hoofd. "Ik zal ermee stoppen." Ze zette enkele stappen opzij en wandelde met een snelle pas het kantoor uit. Een zucht van opluchting verliet mijn mond. Ik was blij dat het niet Marie was, iemand die we zo vaak zagen en toch redelijk goed kenden. Al vond ik het ook frustrerend dat ik nog steeds niet wist wie het juist was dat ons stalkte. Ik wou er gewoon zo snel mogelijk vanaf zijn, maar het leek een onbegonnen strijd te worden.

Koen, die Marie kruiste bij zijn binnenkomst, keek mij vragend aan. Ik had de woede die ik op mijn gezicht had vertoond nog niet laten verdwijnen en dat had hij meteen opgemerkt. Ik was ook niet de persoon die snel mijn gevoelens kon verbergen, alleszins niet mijn woede. Ik controleerde of Brigitte al iets had opgemerkt en van zodra ik opmerkte dat dat niet het geval was, wenkte ik Koen tot bij mij. "Ik dacht dat zij ons stalkte." Zei ik meteen. Koen keek me vragend aan en vroeg waar ik dat vandaan hield. Nadat ik een overduidelijke zucht liet klinken, vertelde ik hem over hoe Brigitte en ik ruzie hadden gehad de dag voordien en dat ik zo snel als mogelijk wou achterhalen wie hierachter zat. Hij keek me nalaten aan. Hij leek dingen te weten die hij al langer voor mij verzweeg. Dingen die enorm belangrijk konden zijn in deze zoektocht. "Wat is er, Koen?" Drong ik aan in de hoop dat hij mij iets kon vertellen dat mij ging helpen. Hij zuchtte, kantelde zijn hoofd enkele keren van links naar rechts en leek te overwegen iets te zeggen. "Ik mag dat eigenlijk niet zeggen. Ik weet ook niet of dat waar is." Zei hij op de intonatie dat aantoonde dat hij het toch wou zeggen. "Koen, als het ons vooruit kan helpen moeten wij dat weten." Hij knikte zacht en keek om zich heen. "Ik heb gehoord dat Willem is vrijgelaten." Ik haalde mijn wenkbrauwen op en slikte. Dit was het laatste dat ik kon verwachten en ook het laatste wat ik wou horen. Ik kon hier zelfs nauwelijks op reageren. 

Ik besloot meteen naar de chef te gaan. Hij kon mij hier meer over vertellen en kon dan ook meteen uitleggen waarom hij ons dat nooit heeft vertelt. Zoiets was enorm belangrijk om te weten en als hij zulke dingen voor ons zou verzwijgen betuigde dat niet van veel vertrouwen. Ik klopte enkele keren op zijn deur en ging na zijn signaal naar binnen. "Goedemorgen Eric, waarmee kan ik u helpen?" Vroeg hij mij vriendelijk. Ik zette me achter één van de zwarte stoelen en legde mijn handen op de rugleuning, zonder mijn ogen van hem af te wenden. "Ik heb zonet te horen gekregen dat Willem vrijgelaten is." Zei ik hem zonder rond de pot te draaien. Hij liet zijn hoofd voorover vallen en zuchtte. "Van wie heb je dat gehoord?" Ik haalde mijn schouders op. Ik keek recht in zijn ogen van zodra hij zijn hoofd weer ophief. "Is niet van belang, chef. Ik wil weten of dat waar is en hoelang al." Hij legde zijn hand op de rand van zijn bureau en duwde zijn stoel naar achter. Hij stond recht en kwam mijn richting uitgelopen. "Het klopt, hij is al enkele maanden vrij."

"Wat? Enkele maanden? Waarom weten wij daar niets van?" Vroeg ik hem met enige frustratie. 

"We wouden niet dat jullie zich constant druk moesten maken. Ik heb dat met goede bedoelingen gedaan." Aan zijn stem kon ik horen dat hij echt wel het beste met ons voorhad, maar het kon juist daardoor zijn dat wij niet alert genoeg waren. Ik haalde mijn handen van de stoel en ging met een rechte rug voor hem staan. "Waarom is hij vrijgelaten? Hij heeft zijn tijd toch niet uitgezeten?" Hij schudde zijn hoofd en liet weer een zucht ontsnappen. "Wegens goed gedrag is hij vervroegd vrijgelaten. Hij zou wel gezworen hebben jullie gerust te laten en hij heeft een contactverbod, volgens mijn bronnen is hij ook verhuisd. Ik denk niet dat jullie zich zorgen hoeven te maken." 

Hij keek me bezorgd aan door de gelaatsuitdrukking die ik hem toonde. "Is er iets?" Vroeg hij bezorgd. "Nee, het is oké. Bedankt voor de eerlijkheid, chef." Zonder nog te wachten op een reactie liep ik zijn kantoor uit en begaf mij naar het kantoor van Brigitte en mij. Ik was kwaad en gefrustreerd, maar ik wou Brigitte geen schrik aanjagen. Ze had nu juist alles achter zich gelaten en ik wou niet degene zijn dat alles weer terugbracht. Ik moest kosten wat kost verzwijgen dat Willem vrij is en dat ik naar hem opzoek was. Het beloofde dus een eenzame strijd te worden.

Achter gesloten deuren 3~ Terugkerend verledenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu