Hoofdstuk 11 - Victor, de zoon van de heer

20 12 7
                                    

Victor, die in een pleeggezin zit, sluipt de winkel in, het is nacht, alle winkels behalve deze hebben het geluk dat ze goed op slot zitten, hij heeft kort zwart haar en een bruine huid, hij sluipt een eindje verder de donkere winkel in. Klang! Tegen een blikje aan, snel springt hij de hoek om, en daarna kijkt hij vlug langs de rand, doodstil, er komt niemand aan.

Hij ademt uit, gelukkig, niemand heeft zin om middernacht in een winkel te zijn. Snel sluipt hij verder, zijn schoenen zijn geruisloos, hij veegt het zwarte haar uit zijn gezicht en loopt verder. Het is helemaal stil en hij hoort niets. Hij komt eindelijk hij de afdeling vlees, het is nog steeds pikkedonker, en met tegenzin pakt hij zijn zaklamp en zet hem aan, het smalle licht is net fel genoeg om op de koude vleeskassen te schijnen.

Hij pakt zijn zakmes en peutert even tussen de ijskoude deuren, met een lichte klik springen ze open, zucht, eindelijk weer wat te eten vanavond. Hij moet vaker gaan, zijn andere stief zusje deed dit eerst, alleen die kon de deuren niet openkrijgen en dat was irritant. Daardoor heeft hij twee weken groenten gegeten.

Hij maakt de kasten open, en pakt er allemaal pakjes uit, vis, varken, koe, alles wat eigenlijk goed eetbaar is en goed vult, hij pakt dat allemaal en doet de deur weer dicht. Daarna sluipt hij terug de nacht in en gaat naar huis om eens lekker te eten.

Phantom | CompleetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu