Hoofdstuk 6

121 10 1
                                    

Pov Emily

Oké, als ik heel stil ben, kan ik misschien wel wegsluipen. Eigenlijk moet ik alleen niet gezien worden door mijn ouders en de gasten, die zullen dan dingen gaan vragen. Maar natuurlijk gaat de bediening niks aan mij vragen, ze zullen toch zeker niet tegen de kroonprinses ingaan.

Ik zet een stap richting de deur als er opeens een man en een vrouw voor me staan. Ze buigen allebei voor mij.

'Hoogheid,' zegt de man, 'gratulatione met uw nieuwe titel.'

Oh nee toch, ik hoop niet dat dit een lang gesprek wordt. Ik glimlach lief naar het paar.

'Danku meneer, danku mevrouw.'

Ze gaan weer rechtop staan en glimlachen naar mij. De man heeft een net pak aan en de vrouw naast hem draagt een sluier voor haar gezicht. Je kan zien dat ze allebei wel genoeg te eten hebben.

'Wat wilt u het eerste gaan doen. Ik bedoel nu u gekroond bent.' Vraagt de man.

Daar weet ik het antwoord wel op, maar ik kan niet vertellen dat ik het liefste de straat op wil gaan. Inplaats daarvan verzin ik iets anders.

'Ik wil me nu gaan focussen op mijn huwelijk, wilt u mij excuseren?'

Ik loop tussen het echtpaar door naar de deur. Ze komen niet achter me aan. Gelukkig. Het was misschien niet zo netjes, maar hier heb ik geen zin in. Ik loop vlug verder en probeer zo normaal mogelijk over te komen, maar ik ben toch wel zenuwwachtig. Ik loop de deur door en werp nog een blik naar de dansvloer, maar niemand let op mij. Gek eigenlijk, een feestje voor jezelf waar niemand op je let.

Als ik eenmaal de deur heb gesloten wacht ik heel even tot er niemand naar me toe komt. Dan pak ik de onderkant van mijn jurk beet en ren naar mijn eigen kamer. Ik kan niet zomaar in een grote jurk de straat oprennen. De mensen zullen mij voor gek klaren. Ik pak snel een simpele jurk uit mijn kast en een mantel. Zo zal ik niet herkent worden.

●●●●

Het is koud en donker buiten. December is ook geen maand om naar buiten te gaan. Ik kijk omhoog en zie het licht in het paleis branden op de derde verdieping. Rustig loop ik verder naar de straat.

Eenmaal in de stad aangekomen kan ik mijn ogen niet geloven. Overal zijn mensen aan het dansen en aan het zingen. Ze hangen versieringen op en zetten lampignons neer aan de kant van de straat. Het hele pad is verlicht. Kinderen rennen en spelen met elkaar. Het is prachtig. Ik stop een pluk haren achter mijn oren en kijk naar boven. Wauw. De hemel is verlicht met tallozen sterren. Ik heb nog nooit zoiets moois gezien. Ik hoor muziek uit alle hoeken van de straten komen.

In gedachte verzonken loop ik verder. Het lijkt wel een sprookjeswereld. Kleine huisjes maken het straatje zo ontzettend knus.

'Prachtig....' Zeg ik tegen mezelf.

En het is ook prachtig. Ik zit liever hier de hele nacht dan op mijn eigen feestje voor 5 minuten. Ik loop verder de straat door. Waar ben ik in hemelsnaam beland? Ik besluit het iemand te vragen.

'Mag ik u vragen waar ik precies ben?' Zeg ik tegen een man links van me.

Hij onderzoekt me van top tot teen. Zijn Bleumond schittert in het maanlicht.

'Je bent dichtbij het koningshuis.'

'Weet u ook waar precies.'

De man kijkt me wantrouwend aan.

'Waarom wil je dat allemaal weten?'

'Waarom zou ik dat niet mogen vragen?'

Hij is stil. Dan brengt hij zijn hand dichter bij mij. Mijn capuchon valt af en ik deins achteruit. Ik kan niet weg, er staan mensen achter me. Hij raakt met zijn hand mijn diamant op mijn voorhoofd aan. Ik krimp ineen en probeer mijn hoofd weg te draaien. Waarom doet hij dat?! Wie is die engerd? Hij voelt even aan mijn Bluemond en haalt dan zijn hand weer weg.

Hij kijkt me bedachtzaam aan en zegt dan: 'Dit deel van het rijk heet het Ramses. Het ligt dicht bij het koningshuis, er wonen alleen maar Bleumonds en het is vernoemd naar Keizer Ramses.'

Waarom zei hij dat niet meteen? Zo raar is het niet om te vragen waar je bent. Ik stotter een dankjewel en loop dan vlug tussen de mensen door verder.

Een stukje verderop voeg ik me tussen een groepje mensen die aan het dansen en kletsen zijn. Ik doe vrolijk met hun mee. Op koninklijke feestjes moet je je netjes gedragen, daar hoort wild dansen niet bij. Ik ben blij om hier te zijn en voel me een stukje vrijer, een stukje van mij die ik nooit gekent heb en die eindelijk in mij loskomt. En het voelt fijn.

●●●●

Die nacht ben ik de hele tijd gebleven, de tijd vergeten, mijn eigen feest vergeten. Niemand heeft me herkent, na een tijd had ik mijn mantel afgegooid. Er was ook een meisje genaamd Noraly. Ik vond haar meteen aardig. Eerst wat wantrouwig, maar daarna hebben we veel gekletst. Ze kon vetellen, aan één stuk door. Over haar familie, over vrieger, haar vrienden en de omgeving. Ik vond het fijn dat ze niet doorvroeg over mij, eigenlijk wel verbaasd waarom.

Op het laatst had ze me gevraagd vaker langs te komen. En dat ga ik natuurlijk zeker doen.

☆☆☆☆☆☆

Chapteerrrr six already! Do you like the story!? Xx

They are humanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu