Hoofdstuk 3

226 14 1
                                    

Will zuchtte. Het lukte gewoon niet om raak te schieten.... Hij was al dagen bezig met het oefenen laatst was hij tot de 1 meter naast gekomen. Hij had het als vooruitgang genoemd maar nu kon hij het weer niet dus het was gewoon geluk geweest. Hij was nog steeds de gevangene van Akeles dat was de naam van de broer van Erak. Hij had ook gehoord dat er een 1 of andere opstand was tegen Erak en dat hij daarna gevlucht was, maar daar geloofde hij geen ene steek van. Hal kwam de kamer binnen. Hij was de laatste dagen erg bevriend geworden met de bediende van Akeles. "Je moet naar Akeles komen Will Verdrag hij heeft een opdracht voor je." "Ik zou oppassen als ik jou was hij is in niet zo'n goede bui" fluisterde hij erachteraan. "Oké zal ik doen" zij Will tegen hem. Als hij het kantoor van Akeles binnenloopt ziet hij dat hij achteruit op zijn stoel naar buiten aan het kijken. "Will" zegt hij. "Ik heb een opdracht voor je". "Natuurlijk zonder wapens, maar wel één met besluipen!" En hij schatert het weer uit als hij aan Will's ogen denkt. "Je moet over de bergen naar Araluen, je vermommen en de koning vermoorden en zeggen tegen zijn lelijke arrogante vrouw: je rijk of je dochter, je vader en jouzelf in de doodskist! Plus al je Grijze jagertjes en alle baronnen". Will voelt van binnen een withete woede in zich wat hij moet doen. "Never, never nooit niet, ik zal me leven geven voor die familie!!! En de Grijze jagers. En voor Barron Arald ook!" "NOU" brulde Akeles. "DAN KAN JE NAAR DE SLAVEN!!!." "Dan maar dat hoor" zegt Will terug. "Oja ik zal zeggen dat jij geen dekens tot je beschikking mag hebben en dat het Warmkruid bij jou gratis is!. Will zucht.... Dit zal nog moeilijk worden.


De Grijze JagerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu