Hoofdstuk 7.

2 0 0
                                    

Nikki.

'Ik snap er níks van.' Met een rood hoofd gooi ik mijn wiskunde schrift driftig van me af, ver bij mij vandaan. Het belandt in een hoekje van de kamer, precies open geslagen op de bladzijde waar ik mee bezig was, alsof het me aan het plagen is. Mila staat al 40 minuten lang voor haar kledingkast alles op te noemen wat óf niet mooi is óf wat haar niet staat. Ze draait zich om met een dromerig gezicht. 'Wat?' Vraagt ze afwezig. 'Niets.' snauw ik. 'Laat ook maar.' Afkeurend klakt ze met haar tong als ze beseft wat er aan de hand is. 'Nikki, we hebben vanavond een feestje, en jij denkt aan wiskunde? Echt weer wat voor jou.' Wapperend met haar handen voor haar gezicht gaat ze de rekken in haar kledingkast nogmaals langs. 'Ontspan nou eens een keertje. Je wordt niet altijd uitgenodigd voor zo'n cool feestje, en al helemaal niet van Lexi. Er komen nog genoeg wiskunde toetsen dit jaar.' Ik rol met mijn ogen. Ze heeft een punt. Daarbij zou het misschien zelfs wel goed zijn om even met wat anders bezig te zijn. Er kwam inderdaad een nare hoofdpijn opzetten omdat ik nog geen enkele pauze had genomen van het studeren vandaag. Maar echt niet dat ik dat tegen Mila zou zeggen. Net als ik een goed tegen antwoord heb bedacht, gaat de bel. We kijken elkaar aan. 'Ik ga niet open doen, ik ben bezig' zegt Mila opstandig, wijzend naar de kast. 'Maar ik doe altijd open' roep ik zuchtend. Mila kijkt om als de bel nog eens gaat. 'We zijn nu bij jou thuis, het zou dus logisch zijn als jij open doet.'
'IK KOM AL!' brul ik naar beneden. Een gedempt gelach laat zich horen buiten de stenen muren. Terwijl ik bijna van de trap af val (die verdomde gladde sokken toch altijd) werp ik snel nog een blik op mijn spiegelbeeld in de hal. Als ik de deur open doe staat Daan, Mila's oudere broer, al voor de deur met een brede grijns. Ik herinner me nu opeens dat hij ons zou komen ophalen met zijn auto, de auto van zijn ouders dan, en dat we eigenlijk een half uur geleden al klaar hadden moeten zijn. Iets wat al sinds jaar en dag gebeurd. Je zou denken dat we er dan rekening mee houden. Niet dus.

De felrode Volkswagen Golf stond aan de overkant van de straat geparkeerd, half op de stoep. Met een snelle pas liep Daan naar de auto om te kijken of er geen bon onder de ruitenwisser lag. Het waaide flink buiten, waardoor mijn zorgvuldig gekrulde haar in slappe plukken rond mijn gezicht viel. Mila stapte zoals gewoonlijk achterin. Geen van ons zei iets terwijl we de straat verlieten en de snelweg op gingen. Het was een aangename stilte, die me de mogelijkheid gaf om na te denken. Ik wist niet of Rafaël was uitgenodigd, maar als dat het geval was, had ik mooi de gelegenheid om hem iets beter te leren kennen. In gedachten verzonken keek ik uit het raam, terwijl Mila zich als gewoonlijk moest inhouden om geen venijnige opmerkingen te maken over Daan's aanzienlijk slome en voorzichtige rijgedrag. 'Hé, je hebt de verkeerde afslag genomen sukkel.' Mila verbrak de stilte en probeerde haar broer een mep te geven, die op zijn beurt het stuur stevig vastgreep en haar kleine hand probeerde te ontwijken. Daan en Mila hielden ervan om elkaar een beetje te sarren, zo nu en dan. Ze waren wel aan elkaar gewaagd. 'Ik probeer de file te vermijden, anders zijn we er over een uur nog niet. Jullie mogen blij zijn dat ik jullie naar dat stomme feestje breng.' Om de sfeer iets minder gespannen te laten worden zette ik de radio aan en draait hem op het volume waarbij niemand meer de moeite deed om iets te zeggen. Zachtjes neuriede ik mee met de ruwe tonen van een of ander nummer waarvan ik de naam niet wist maar het liedje wel kende.

Zo'n 25 minuten, een plaspauze en 2 omwegen later reden we de overdreven brede laan op richting Lexi's villa. Ik was al vaker bij haar thuis geweest, voor de studiegroepjes die Lexi's moeder organiseerde. Die beperkten zich eigenlijk altijd alleen tot de keuken. Ik was heel nieuwsgierig naar de rest van haar huis. Met opgetrokken knieën scande ik de auto's die op de parkeerplaats stonden. Het waren er behoorlijk veel, zo te zien had iedereen een ritje kunnen regelen. Hoe zou Rafaël hier gekomen zijn? Heeft hij een oudere broer? Of zus? Of zou hij op de fiets komen? Hij is best sportief. Ik rukte mijn blik los van de auto's en rilde. Gauw sloeg ik een sjaal over mijn schouders.

Het was niet de kou die me een rilling gaf, maar de spanning in de lucht. De villa stond er statig bij, met de grote ramen en moderne uitstraling die contrasteerde met de kleine en eenvoudige huizen in de straat. De muziek was van al ver te horen, een helse herrie die door de muren van het huis dreunde. Terwijl we uitstapten, voelde ik hoe de spanning in mijn buik toenam. Het idee om op een feestje te zijn, waar ik waarschijnlijk niemand goed kende behalve Mila, was best wel ongemakkelijk. En dan was daar nog Rafaël. Hij was het enige waar ik mijn gedachten echt niet van af kon krijgen.

'Kom op, Nikki, je gaat je toch niet verstoppen, hè?' Mila had mij al door, zoals gewoonlijk. Ze kende me beter dan ik mezelf soms kende. Ik probeerde een geforceerde glimlach op te zetten. 'Ik ben niet van plan me te verstoppen hoor,' zei ik snel. 'Het is gewoon... ik weet niet. Iedereen is zo...'

'Zo perfect?' Mila maakte mijn zin a af, haar ogen glitterend van plezier. 'Dat is dan jouw probleem, niet het mijne. Jij hebt altijd de neiging om je in je hoofd te verstoppen en alles te overdenken. Dit is een feest, Nikki. Ontspan eens een keer. Het is niet het einde van de wereld.'

Ik zuchtte diep. 'Ik weet het. Ik ben gewoon een beetje... zenuwachtig.' Ik stak mijn handen in mijn zakken en sloeg de sjaal nog een extra keer om. Toen volgde ik Mila naar de ingang van het huis. Daan was al verderop richting de deur gelopen en gaf ons een kort knikje over zijn schouder.

De gang in Lexi's huis was precies zoals je je een villa voorstelt: groot, wit, een open trap die naar een tweede verdieping leidde. Groepen mensen stonden met drankjes in hun hand te kletsen, te lachen en te dansen. Ik voelde me opeens heel klein tussen hen, alsof ik hier niet thuishoorde.

'Waar is Lexi?' vroeg Mila, die precies wist wat ze moest zeggen en wie ze moest aanspreken. Ze had die charme waar ik altijd jaloers op was. Terwijl ik mijn ogen over de kamer liet glijden, viel mijn blik op een groep jongens aan de andere kant van de kamer. Ze stonden tegen de muur geleund, een beetje apart van de rest, hun gesprek afgeschermd door een belachelijk hoge stapel plastic bekers.

En daar was hij. Rafaël. Hij stond daar met een glimlach die het ene moment aanstekelijk was, het andere moment veel te serieus. Ik wist niet wat het was, maar iets in de manier waarop hij zijn blik over de kamer liet dwalen, iets in zijn houding, maakte dat ik even twijfelde of hij me überhaupt had opgemerkt.

Maar voor ik het me verder kon bedenken, stond Mila al bij de deur naar de woonkamer en keek ik naar de verlichte hal die leidde naar het feest. De angst die ik voelde zakte af toen ik de mensen zag lachen en zich vermaken. Ik zou hier niet zijn om me zorgen te maken over wiskunde of over Rafaël of wie dan ook. Het was een feestje, een kans om even alles los te laten.

En dan zou ik zien of ik de moed had om die blik van Rafaël te beantwoorden.

Echte liefde kent geen grenzenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu