chapter eight

685 0 0
                                    

zachtjes verliet Skip zijn kamer, eenmaal beneden zorgde hij ervoor dat hij muis stil was, lopend alsof hij op wolken liep, stak hij voorzichtig zijn hoofd om het hoekje van de deur. Skip was altijd voorzichtig wanneer hij de tempel der wijsheid wou bezoeken op dit late tijd stip. Zijn vader had hem alleens betrapt waarnaar hij snel maar zonder geluid zijn weg terug naar zijn kamer had vervolgd. Hij had zijn vader in die grote stoel zien zitten met het schemerlampje naast de stoel aan, die zijn boek belichte. Niets vermoedend was Skip binnen gelopen, twee ogen bekeken het kleine gestalte dat uit de donkere schaduwen van de nacht, de lichte kamer binnen liep. De volgende morgen was een van die dagen die Skip liever vergat. Zo nu was Skip vol angst weer naar beneden gelopen, en waagde hij om het hoekje te kijken, ditmaal zag hij niemand de kamer was donker en leeg.

Skip zocht een boek uit een van de vele boekenkasten die er in de kamer stond, eenmaal een interessant boek gevonden haalde hij zijn zaklantaarn uit zijn pyjamabroek. Hij zetelde zich in de grote stoel, en klemde de zaklantaarn tussen zijn tanden, het licht belichte net zijn boek zodat hij de letters goed kon lezen, maar het stralende licht bereikte niet de hal. Het licht kon zijn aanwezigheid in de tombe der oudheid niet verraden, zelfs niet als iemand een late avond snack uit de keuken wou halen. De bibliotheek die ze in het grote huis hadden, was het favoriete plekje van Skip, maar hij was ook het verboden plekje in het hele huis. Skip bekeek de voorkant van het boek, waar een afbeelding van de hersenen opstond. “Wow” fluisterde Skip tegen de rug van het boek. “Psychologie voor beginners” stond er dik gedrukt op het boek, het zei Skip niets en nieuwsgierig als hij was opende hij het boek al snel en las tot diep in de nacht.

De avond was nog jong zei men, deze avond had al lang geduurd en zou spoedig afgelost worden door de stralende zon. Skip besloot snel naar zijn kamer te gaan, zodat hij aanwezig was voordat zijn broer wakker zou worden voor de dagelijkse ochtend training. Het was nog steeds donker de gang had iets onguurs, er was iets niet pluis. Al snel begonnen de schilderijen hem uit te lachen, Skip voelde hoe zijn hoofd zwaarder werd met elke stap die hij zette. “Je vader komt je halen”, “Hij weet het! Hij weet het!” gevolg door veel gelach van die onbekende en vooral oude mensen. Sommige schilderijen stamde uit het jaar 1568! Skip pakte angstig de houten leuning vast met zijn glibberige handjes. Zweet dansten op zijn voorhoofd, terwijl hij pijnlijke steken in zijn maag voelde. Uiteindelijk zette hij dan eindelijk voet op overloop. De donkere schilderijen maakte hem nog steeds belachelijk en bang dat zijn vader achter- voor- of naast hem stond. Maar niets was minder waar. Zijn hoofd tolde van alle geluiden die hij meende te horen, al wist hij diep van binnen dat het tussen zijn oren zat. Schilderijen praatte niet! Zijn lichaam protesteerde, fysiek en mentaal was hij uitgeput, kruipend naar het donkerste hoekje van de hele overloop, hoopte hij door de duisternis opgezogen te worden. Letterlijk door de grond te zakken. Met zijn handen door zijn bruine lokken, hoorde hij een stem boven al die stemmen uitgalmen. “Sebastian wat doe jij op dit late uur van de avond!?” Helemaal in een gedoken lukte het zijn hoofd tussen zijn knieen vandaan te toveren, met zijn handen op zijn oren probeerde hij de stemmen te dimmen. Zijn ogen werden groot bij het zien van zijn vader, hij was te laat.

“Sebastian sta op en praat jongen” Ongeduldig wees zijn vader met zijn vinger, die beschuldigende vinger! Sebastian wist hoe laat het zou worden, en hoopte op een wonder. De stemmen in zijn hoofd werden zachter tot ze uiteindelijk waren verdwenen. “Sebastian hielp mij” Sebastian had naar beneden gekeken, geknipperd met zijn ogen, om daarna naar boven te kijken. Achter zijn vader stond Katy. “Katy we weten allebei dat, dat niet waar is. Dus ga nu terug naar je kamer wil je” Het was geen vraag en dat wisten ze allebei, Katy liet zich echter niet zo snel afwimpelen en ging voor Sebastian staan met haar handen achter haar rug. “Vader, ik durfde niet alleen naar het toilet te gaan, Sebastian heeft me begeleid maar werd zelf ook bang…” Skip raakte de handen van zijn zusje aan ‘Dankjewel’ wilde hij hiermee zeggen, en zijn zusje wist het. Skip stond nu achter zijn zusje, dat eigenlijk een jaar ouder was dan hijzelf. Al was het leeftijdsverschil niet te merken, ze hadden net zo goed een tweeling kunnen zijn, vonden zij.

“Nou goed, ik ben in een goede bui… Nu gaan jullie beiden naar jullie slaapkamers maar natuurlijk verwacht ik Sebastian bij de ochtend training.” Katy huppelde weg naar de linker gang, de overloop had een splitsing, Skip nam de rechter gang waar zijn slaapkamer was. Dankbaar voor dit kleine wondertje. Hun vader liep de trap af naar beneden.

“Dankjewel Katy”

“Je bent te nieuwsgierig” beschuldigde Katy hem terwijl ze al snel haar armen open hield.

“Weet ik” Skip nam de uitnodiging voor een knuffel dankbaar aan, zijn hoofd legde hij op haar nek neer, waar hij de geur van de lente opsnoof. Even lang, bijna even oud, broer en zus.

“Ik zal je altijd steunen” Skip keek zijn zusje na,  haar bruine krullen danste tijdens het huppelen op en neer, terwijl hij haar groene ogen nog steeds doordringend naar hem zag kijken."Ik jou ook" fluisterde hij na, terwijl hij uitgeput naar zijn kamer liep.

SKIP; Why is life so hard?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu