Met mijn zwarte kap diep over mijn hoofd getrokken, loop ik de klas uit. Ik voel me moe en helemaal van streek. Alles in me schreeuwt om even alleen te zijn, om de drukte te ontvluchten. De beste plek om dat te doen, is op weg naar het station.
Ik ren de trappen af, mijn voeten haastig en ongeduldig, totdat ik bijna struikel over mijn losse veters. De frisse buitenlucht verwelkomt me wanneer ik door de deur naar buiten stap. Eenmaal bij het station aangekomen, merk ik Scott op. Hij staat er rustig, alsof hij nergens anders hoeft te zijn. Een kleine twijfel steekt in me op. Zou ik bij hem gaan staan? Maar onmiddellijk haal ik mezelf weer terug. Nee, Alice, je hebt het gesprek van gisteren nog niet eens goed kunnen verwerken.
Ik draai me abrupt om en loop in de tegenovergestelde richting, in de hoop dat hij me niet ziet. Mijn hart klopt in mijn keel; ik voel een zekere onrust die ik niet goed kan plaatsen. Maar dan, plotseling, voel ik een vinger op mijn schouder tikken. Geschrokken maak ik een klein sprongetje, bijna alsof ik betrapt ben.
"Hey, alles goed?" hoor ik een warme, mannelijke stem zeggen. Hij is zo bekend, maar toch kan ik hem niet direct plaatsen. Ik draai me om, en daar staat hij—Scott, met een lichte glimlach op zijn gezicht.
In plaats van een simpele begroeting flapt het antwoord op zijn vraag van gisteren er meteen uit: "Ik maak ook muziek. Er zijn zo weinig mensen die dat nog doen. Toen je er in de klas over sprak, voelde ik iets... een connectie, omdat muziek mensen verbindt, zelfs als ze elkaar niet echt kennen."
Hij kijkt me aan, zijn blik lijkt in mijn ogen te boren. Er gaat een paar seconden voorbij waarin hij niets zegt, alleen nadenkt. Waar heeft ze het in hemelsnaam over? lijkt hij te denken. En dan, ineens, breekt er een lach door op zijn gezicht, een geluid dat onverwacht en verfrissend klinkt.
"Hey, Alice," zegt hij, zijn stem zachter en oprechter. "Ik ben het zat om te doen alsof ik zonder emoties leef. Zullen we opnieuw beginnen?"
Zijn woorden verrassen me, maar tegelijkertijd voelen ze als een opluchting. "Klinkt goed," antwoord ik, terwijl mijn gedachten in een razendsnel tempo doorgaan. In mijn hoofd ben ik totaal aan het flippen, niet volledig in staat te bevatten wat er net is gebeurd.
Net op dat moment rijdt de trein het station binnen. We stappen samen in, en ineens voel ik een goede vibe, een soort onverwachte klik tussen ons. We praten, luchtig en toch betekenisvol, alsof we dit al jaren doen. De woorden rollen vanzelf, en voor ik het weet, hoor ik mezelf zeggen: "Ik zou je graag eens horen spelen."
Hij lacht, een oprechte, warme lach. "Dat kan zeker. Zeg maar wanneer je langs wilt komen." Er ligt een belofte in zijn stem, iets dat ik niet helemaal kan plaatsen, maar dat me tegelijkertijd nieuwsgierig maakt.
Om de spanning erin te houden, zeg ik dat ik hem zal verrassen met mijn bezoek. Voor het eerst in lange tijd voel ik me op mijn gemak, alsof ik eindelijk iemand gevonden heb met wie ik iets belangrijks deel. Een treinmaatje, met interessante interesses die toevallig samenvallen met de mijne.
Vanaf dat moment reizen we elke dag samen. Er ontstaat een routine, een ritme waarin we elkaar leren kennen, met elke dag een nieuw gesprek en een nieuwe ontdekking. Maar er blijft altijd iets in de lucht hangen, iets onuitgesprokens, tot de dag dat ik besluit hem op te zoeken om hem te horen spelen...
JE LEEST
Wanneer liefde vergeet.
ChickLitWanneer muziek Alice en Scott verbind, begint hun verhaal. Ze worden beste vrienden en besluiten om samen straatmuziek te maken. Tot Scott betrokken raakt in een verkeesongeval en zijn geheugen verliest en niet meer weet wie Alice is. Zal hij ooit n...