'S... Slang?' vroeg Zwartpoot aarzelend. De enorme kater keek hem met amberen ogen aan. 'Gember zei... dat jij hebt gezien hoe twee bruine katten hun kittens naar het bos droegen.' Slang zweeg nog steeds. Zijn ogen verrieden niets. Zwartpoot wist niet hoe hij verder moest gaan. Gelukkig begreep Slang hoe hij zich voelde en wenkte hem met een zwaai van zijn staart. Zwartpoot volgde de zwarte kater naar een stille hoek van de schuur. Slang nestelde zich in het hooi en Zwartpoot ging ongemakkelijk tegenover hem zitten. Hij voelde een stukje stekend stro maar hij dwong zichzelf muisstil te blijven zitten. 'Je doet me aan iemand denken.' zei Slang zacht. Zijn stem klonk ongewoon vriendelijk voor een door littekens getekende kat als hij. Waar Kraai's stem gezag uitstraalde, sprak die van Slang van vriendelijkheid, loyaliteit, vertrouwen. Slang dwong natuurlijk ook respect af, maar op een andere manier dan zijn leider. Zwartpoot hield zijn kop een beetje scheef. 'Aan wie dan, als ik vragen mag?' Slang keek hem aan. 'Aan een van de kittens.' Onmiddellijk begreep Zwartpoot over welke kittens Slang het had. 'Wie waren mijn ouders?' vroeg hij meteen. 'Ik kende ze niet, maar ik weet wel dat ze bij Ikay wonen.' Slang had deze woorden nauwelijks uitgesproken of Zwartpoot vuurde zijn volgende vraag al af op de kater: 'Wie is Ikay? Waar vind ik hem?' Slang keek Zwartpoot even aan. 'Zoveel vragen...' zei hij. Meteen stamelde Zwartpoot: 'Oh sorry, ik, ik bedoelde het niet...' Maar Slang snorde geamuseerd. 'Niet erg hoor, kleine clankat. En ja, ik weet wie Ikay is en waar je hem kan vinden.' Zwartpoot keek Slang met grote ogen van verwachting aan. 'Hij woont aan de rand van de tweebeenplaats, in de buurt van het Afval. En het afval vindt je vooral met je neus.' voegde hij er aan toe, voor Zwartpoot ook maar de kans had zijn mond te openen. Slang knikte hem toe. 'Ga nu kleine clankat, je clangenoten wachten op je.' En met een zwaai van zijn staart verdween hij. Zwartpoot keek verwonderd naar de plaats waar Slang verdwenen was. Toen begon hij luid te snorren en sprong zijn clangenoten achterna.
Zwartpoot trippelde achter Tijgerstaart aan de stal uit. Grijspoot vertelde Kreekpoot en Roodpoot over wat hij had gedaan met Vlam en Vis. 'In het kamp leer ik jullie die coole achterwaartse trap die Vlam me heeft geleerd!' verstond Zwartpoot net. Maar hij was elders met zijn gedachten. Hij probeerde te bedenken hoe hij de krijgers zover kon krijgen dat ze hem, een kersverse leerling, in zijn eentje naar de rand van de tweebeenplaats zouden laten gaan. Volgens de oudsten zat het daar vol zwervers, poesiepoezen en honden. Zwartpoot kwam tot de conclusie dat hij stiekem uit het kamp zou moeten sluipen. Maar hij wist niet eens in welke richting hij moest gaan om de tweebeenplaats te vinden. Hij besloot het idee in zijn achterhoofd te houden tot hij wist in welke richting hij moest zoeken. 'Ik heb gezien dat je met Slang praatte.' Zwartpoot schrok op van Tijgerstaart diepe stem. 'I... inderdaad' stamelde Zwartpoot. Hij wist niet wat Tijgerstaart's volgende woorden zouden zijn. Hij dacht dat hij niets verkeerds gedaan had dus wachtte hij maar af. Tijgerstaart zweeg, tot Zwartpoot's nieuwsgierigheid overkookte en hij vroeg: 'Waarom? Is daar iets mis mee dan?' Misschien had hij te brutaal geklonken want Tijgerstaart zwiepte nijdig met zijn staart. 'Nee, daar is niets mis mee. Maar die kater zegt soms gewoon te veel.' met die woorden ging Tijgerstaart naast Sintelstaart draven.
Een paar zonsopgangen later...
'Te traag, Zwartpoot!' riep Schaduwpoot terwijl hij hem een harde mep op zijn rechteroor gaf. De tik brandde, maar Zwartpoot gaf geen krimp en sprong woest blazend op zijn holgenoot af. Schaduwpoot ontweek hem nonchalant en besprong hem nog voor zijn poten stevig op de aarde stonden. 'Weer te traag, "poeiepoes"'siste Schaduwpoot in Zwartpoots oor. Sinds ze terug kwamen van de stal had Schaduwpoot geen kans voorbij laten gaan om dat scheldwoord tegen Zwartpoot te gebruiken. Zwartpoot wist dat Schaduwpoot hem had gehoord toen hij tegen Poelpoot en Grijspoot herhaalde wat Slang hem had verteld: Dat ze hun echte ouders wellicht zouden vinden in de buurt van het Afval. Schaduwpoot beweerde sindsdien dat zijn ouders maar afgedankte poesiepoezen waren en dat zij, Zwartpoot, Grijspoot en Poelpoot, geen haar beter waren. Om de een of andere reden focuste hij met zijn pesterijen alleen op Zwartpoot en zelden op diens broers. Het feit dat Schaduwpoot slanker en sneller was, en sterker dan je op het eerste zicht zou denken, wist hij Zwartpoot tijdens de trainingen altijd een ferme klap te geven. Als hun mentoren niet keken soms zelfs met uitgestoken klauwen. Zwartpoot zei er niets over. Hij wist dat alleen poesiepoezen zouden gaan uithuilen bij een ander en die voldoening zou hij Schaduwpoot niet geven. Zwartpoot krabbelde overeind maar werd bijna even snel weer platgegooid. Even dacht hij dat het Schaduwpoot was die hem alle lucht uit de longen sloeg maar toen rook hij dat het iemand anders was. 'Roodpoot, ga van me af, stomme haarbal!' 'Oeps, sorry Zwartpoot' piepte Roodpoot geschrokken. Zwartpoot gaf zijn vriend een speelse tik om de oren. 'Geeft niet, maar probeer volgende keer iemand anders te pletten!' snorde Zwartpoot. ' Ze trippelde door de steenheide, terug naar het kamp, met Schaduwpoot en Wolfpoot, die met Roodpoot aan het trainen was geweest op de hielen. In de rotsige, met schriele bomen en struiken bezaaide holte, werden ze besprongen door twee vrolijk piepende vachtballetjes. 'Roodpoot, Wolfpoot, Zwartpoot, jullie zijn terug!' piepte de bruine kitten. 'Hebben jullie een muis meegebracht?' vroeg het rode katertje. 'Nee sorry, Vlamkit' snorde Wolfpoot. 'We waren gaan trainen.' 'Oh cool! Willen jullie me een vechtbeweging leren?' piepte Vogelkit, Vlamkits zusje. Terwijl Roodpoot en Wolfpoot de enthousiaste kittens probeerde een basisbeweging te leren, viel het Zwartpoot op dat Schaduwpoot zich afzijdig hield. De donkergrijze leerling keek enigzins afgunstig naar zijn broers die met de kits stoeiden. Toen Zwartpoot even nadacht besefte hij dat de kittens Schaduwpoot niet hadden begroet. Schaduwpoot zag Zwartpoot kijken en draaide zich met een zwaai van zijn donkere staart om en verdween in het leerlingenhol. Even voelde Zwartpoot een scheutje medeleven voor de dinkere leerling. Maar toen brandde zijn oor weer en vergat hij het gevoel. Hij ging zitten en keek toe terwijl Wolfpoot een uithaal naar Roodpoot deed. Deze sprong naar achteren om de slag te ontwijken en Zwartpoot kon zich maar net op tijd opzij rollen voor hij opnieuw door Roodpoot geplet zou worden. Na een paar minuten naar de stoeiende leerlingen en kittens te hebben gekeken draaide hij zich om en trippelde Schaduwpoot achterna, het leerlingenhol in. Binnen was het warm. Waarschijnlijk dacht Zwartpoot omdat het hier zo vol is. Schaduwpoot lag in zijn nest met naast hem zijn zus Kreekpoot. Houtpoot en Poelpoot wasten elkaar aan de andere kant van het hol. Stroompoot, de oudste leerling, praatte met Grijspoot over de beste manier om een duif te vangen. Zuchtend rolde Zwartpoot zich op in zijn nest en viel in slaap. Hij droomde. Hij droomde over een vos. Een enorm rood monster stond over een zielig hoopje vacht gebogen dat Zwartpoot met een misselijkmakende schok herkende als Poelpoot. Bloed droop van de grote vossenkaken en Zwartpoot zag vol afschuw dat de lichtgrijze vacht van zijn broertje al doorweekt was met helderrood bloed. Hij probeerde naar hen toe te stormen, de vos de ogen uit zijn kop te krabben. Maar het lukte niet. Het was alsof zijn poten aan de grond onder hem vastkleefden. Hij probeerde te schreeuwen, om hulp te roepen, maar er kwam geen geluid uit zijn keel. Plotseling zag hij een donkere schim tussen de bomen achter de vos. Eindelijk hulp! Dacht Zwartpoot hoopvol. Toen herkende hij de schim. Het was Schaduwpoot. Maar hij deed niets behalve Zwartpoot vol haat aan te kijken. Zwartpoots bloed veranderde in ijs. Schaduwpoot stond daar, doodleuk kijkend hoe zijn holgenoot badend in het bloed door de vos aan stukken werd gescheurd. Zwartpoot snikte. En zo werd hij ook wakker. Snikkend en badend in het angstzweet. Hij keek meteen naar waar Poelpoot sliep. Hij lag er nog. Geen bloed. Geen vos. Opgelucht ademde Zwartpoot uit. Hij sloop naar voren en nestelde zich nog na hijgend van de nachtmerrie tegen Poelpoot aan. Langzaam werd zijn ademhaling rustiger en viel hij weer in slaap.
JE LEEST
Warrior Cats; De Laatste Clans; Schaduw In De Stormclan
FanfictionZwartpoot, Grijspoot en Poelpoot werden als kitten in het enige groene deel van het Stormclanterritorium gevonden. Schaduwpoot, die jaloers is op Zwartpoot, probeert hem talloze keren te doden. Wanneer Zwartpoot de waarheid over Schaduwpoot aan het...