Hoofdstuk 6

3 0 0
                                    

Versuft was Zwartpoot terug gestrompeld naar het kamp. Achter de krijgers aan. Roodpoot kwam naast hem lopen. De rode leerling keek zijn vriend meelevend aan. 'Het moet erg voor je zijn, om zo kort na elkaar dierbaren te verliezen.' Zwartpoot kon alleen maar knikken en verder strompelen. Ook Wolfpoot voegde zich bij hen en ook hij wierp een meelevende blik op Zwartpoot. Al snel kwam de kampholte in zicht. Als hij de energie zou hebben gehad was Zwartpoot er snel als de wind vandoor gespurt om zich in zijn nest op te kunnen rollen. Maar hij kon nauwelijks een stap zetten. Alleen de gedachten aan zijn zachte mosbed wisten ervoor te zorgen dat hij niet ter plekke in slaap zou vallen. In het kamp strompelde hij het leerlongenhol in. Kreekpoot en Grijspoot zaten duidelijk vol spanning op de uitslag van de strijd te wachten. 'En? Hebben jullie ze ingemaakt?' Vroeg Grijspoot gretig. Zwartpoot zei niets maar rolde zich op in zijn nest en viel meteen in slaap.

'Laat alle katten die oud genoeg zijn om de Steenheide te betreden zich verzamelen onder de Hoogrots voor een clanvergadering!' Droogsters oproep galmde over het kamp en rukte Zwartpoot uit zijn slaap. Nu klaarwakker krabbelde Zwartpoot zijn nest uit en voegde zich bij zijn clangenoten. 'Tijgerstaart is gedood door de Fretclan. Hij stierf om zijn clan te beschermen, zoals het een krijger betuigt en de Sterrenclan zal hem eren. Zomenteen zullen we bij zijn lichaam waken. Maar het is bijna maanhoog en een nieuwe commandant moet worden benoemd. Ik spreek deze woorden uit over het lichaam van Tijgerstaart zodat zijn geest het kan horen en mijn keuze kan goedkeuren. Wolkstorm wordt de nieuwe commandant van de Stormclan. Goedkeurend gemompel steeg op uit de rijen Stormclankrijgers. Wolkstorm was nog jong en alom geliefd. Droogster had een goede keuze gemaakt. Toen begon de clan de naam van hun nieuwe commandant te scanderen. 'Wolkstorm! Wolkstorm!' klonk het van alle kanten. Verlegen stapte de grijze kater naar voren. Zijn oren stonden fier rechtop en zijn groene ogen glinsterden. 'Dank je wel voor deze grote eer, Droogster.' Zei hij. 'Ik beloof dat ik de Stormclan zal dienen. Al is het het laatste dat ik doe.' En opnieuw begon de clan te juichen. Maar Droogster was nog niet klaar. 'Zwartpoot, kom naar voren.' Zwartpoot vroeg zich af wat de Stormclanleider voor hem in petto had. 'Zwartpoot, Tijgerstaart was jouw mentor. Je zal je training voortzetten met een nieuwe mentor. Berkvacht, jij hebt Poelpoot's training niet af kunnen maken. Ik hoop dat het je met Zwartpoot wel lukt.' Berkvacht boog zijn kop na Droogster's woorden en trippelde op zijn nieuwe leerling af. Zwartpoot raakte zijn neus aan en ging terug bij de andere leerlingen zitten. Droogster kondigde aan dat de clanvergadering voorbij was en sprong van de smalle richel waar hij op had gezeten. Zwartpoot voegde bij de katten die aanschoven aan de hoop verse prooi. Roodpoot trok een dik konijn van de hoop en sleurde hem mee naar de ingang van de leerlingengrot. De andere leerlingen vielen aan op het konijn. Het smaakte lekkerder dan Zwartpoot gewoon was en even vergat hij al zijn zorgen. Toen het konijn op was keek Zwartpoot tevreden rond. Zijn clangenoten lagen vredig samen te tongen. De oudsten, Vinkpels en Sneeuwvlucht vertelden de jongste leerlingen, Vlampoot en Vogelpoot, verhalen. Rietstorm en Hertveder verzorgden de wonden die Vederpels en Kiezelvlam hadden opgelopen toen ze weerstand probeerden te bieden tegen de Fretclan. Ongerust zag Zwartpoot dat Vederpels bijna niet bewoog. Hij keek naar zijn andere clangenoten. Witvlek en Dennenhart, die zich ook in de kraamkamer had terugfetrokken vanwege haar dikke buik, lag enlanguit uitgestrekt voor de kraamkamer terwijl Witvlek's kittens, Maankit en Vorstkit, over hen en elkaar heen buitelden. Donswolk en Lijsterlicht lagen voor hun hol samen te tongen en te roddelen. De andere krijgers deden hetzelfde of deelden prooi. Droogster, Wolkstorm, Luipaardpoel en Donkeroor zaten echter verwoed met elkaar te discussiëren: 'We moeten zo snel mogelijk toe slaan, we hebben meer krijgers en zijn beter getraind!' siste Luipaardpoel. 'Dat aantal klopt, maar bij het tweede zijn er genoeg uitzonderingen.' bracht Donkeroor ertegenin. Luipaardpoel wilde al iets zeggen maar Donkeroor was haar voor: 'Velen van ons kunnen ze wel aan, maar we hebben jongere katten. Vergeet dat niet.' terwijl hij dat keek hij veelbetekenend in de richting van de oudste leerlingen. Meer hoefde Zwartpoot niet te horen om te weten waarover ze het hadden. Ze wouden de Fretclan aanvallen. Aan de ene kant was Zwartpoot het volledig met hen eens, maar aan de andere kant... Schaduwpoot zou het als een perfecte kans zien om met hem af te rekenen. Plotseling voelde het heerlijke konijn in zijn maag als een steen. Zwartpoot trippelde neerslachtig het leerlingenhol in en ging in zijn nest liggen. Hij begon zich te wassen. Een schaduw na het weinig licht dat door de ingang van de grot naar binnen scheen. Zwartpoot keek op. Het was Grijspoot. De grijs gestreepte kater liet zich in zijn nest naast dat van Zwartpoot vallen. Zonder een woord te wisselen begonnen ze elkaars vacht te wassen. Dit hadden ze zo vaak gedaan. Het waren momenten dat ze elkaar begrepen zonder dat er gesproken taal bij kwam kijken. Wanneer ze zwijgend ervaringen deelden. Voor Zwartpoot waren ze alles waard. Hij begreep dat zijn broer wist dat hij iets kwijt moest. Om zoiets geheim te houden kenden ze elkaar al te lang. En uiteindelijk stelde Grijspoot de vraag die hem al zolang op de lippen had gelegen: 'Wat is er nu precies mis?' Zwartpoot kon niet weigeren te antwoorden. Als hij dat zou doen zou Grijspoot's nieuwsgierigheid de kop op nemen en zou de grijze leerling alsmaar vragen stellen. Dus gaf hij gewoon antwoord: 'Het is Schaduwpoot. Om de een of andere reden kan hij me niet uitstaan. Hij scheldt me constant uit voor poesiepoes, houdt zijn nagels niet ingetrokken tijdens training, wil me vermoorden en heeft dat al talloze keren geprobeerdt...' 'Hoe bedoel je, talloze keren?' onderbrak Griijspoot de woordenstroom kalm, alsof de misdrijven van Schaduwpoot de gewoonste dingen ter wereld waren. 'Wel, de vos, heeft hij op ons afgestuurd, de val, heeft hij gemaakt en noem maar op.' antwoordde Zwartpoot zuchtend. Grijspoot knikte, alsof hij dat allemaal al wel wist. 'Dus... het is zijn schuld dat Houtpoot en Poelpoot...' hij hoefde zijn zin niet af te maken. Zwartpoot knikte al treurig. Grijspoot zweeg. 'Kunnen we er iets aan doen?' vroeg hij uiteindelijk zacht. 'Naar wat jij vertelt zal hij niet rusten voor jij dood bent. Waarom eigenlijk?' Zwartpoot schudde zijn kop. Ook hij wist geen antwoord op Grijspoot's laatste vraag. 'Ik weet misschien wel hoe we hem kunnen tegenhouden.' Zei Grijspoot met een iets vastberadener stem. 'We gaan naar Droogster.'

Warrior Cats; De Laatste Clans; Schaduw In De StormclanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu