Even was Zwartpoot compleet uit het veld geslagen. Dat idee spookte al een tijdje door zijn achterhoofd, maar nu Grijspoot het zo doodgewoon zei leek het ineens absurd. Zwartpoot schudde even zijn kop. Grijspoot, die dit gebaar niet ontgaan was, vroeg met zijn hoofd een beetje schuin: 'Of niet soms? Je weet dat wat hij doet tegen de krijgscode is.' Zwartpoot gaf zijn broer gelijk. Maar toch, het idee stond hem niet aan. Ze zwegen allebei een poos. Daarna zei Grijspoot: 'Laten we gaan slapen. Morgen hebben is het grote vergadering.' En met die woorden rolde hij zich op in zijn nest en sloot zijn ogen. Algauw snurkte hij zachtjes. Ondertussen kwamen ook de andere leerlingen binnengestroomd. Eerst Vlampoot en Vogelpoot, de jongsten. Daarna Kreekpoot, die vrolijk tegen Roodpoot en Wolfpoot praatte. Tot slot sloop ook Schaduwpoot het hol binnen en rolde zich op in het achterste nest. Zwartpoot's oogleden voelden zwaar aan maar de slaap wilde maar niet komen. Stil stond hij op en sloop voorzichtig, om de andere leerlingen niet wakker te maken, het hol uit. Zijn staart streek langs Kreekpoot's neus. Ze murmelde iets maar viel terug in slaap. Wat heb jij een geluk dat Schaduwpoot zich niet op jou concentreert, dacht Zwartpoot mistroostig. Een bijna volle maan scheen neer op de kampholte. Over enkele uren zal het grote vergadering zijn dacht Zwartpoort. Hij zou oog in oog staan met de katten die Tijgerstaart hadden gedood en zou geen klauw naar hen mogen uitsteken. Hij zuchtte. Plotseling hoorde hij pootstappen achter zich. Hij opende zijn mond en proefde de lucht. Zwartpoot rook Kreekpoot's zoete geur. Ze was dus toch wakker geworden. Hij keek over zijn schouder. Kreekpoot's vacht leek van puur zilver toen ze in het maanlicht stapte en Zwartpoot's adem stokte onwillekeurig in zijn keel. 'Is er iets mis, Zwartpoot?' vroeg ze. 'Nee' loog Zwartoot. 'Ik kan gewoon niet slapen.' Hij voelde zich schuldig omdat tegen haar loog. Maar hij kon haar niet ophitsen tegen haar eigen broer. Kreekpoot ging naast hem zitten en samen keken ze naar de sterren. De stilte leek eindeloos en slechts een tel te duren tegelijk. Uiteindelijk zei Kreekpoot: 'Laten we maar terug gaan slapen, anders kunnen we morgen niet op onze poten staan.' Zwartpoot knikte en samen trippelden ze terug naar hun nest. Zwartpoot rolde zich op, zijn hart zo licht als een veertje terwijl Kreekpoots mooie, zilveren vacht voor zijn gesloten ogen danste. Met een gelukzalig gevoel viel hij uiteindelijk in slaap.
Badend in het zilverwitte maanlicht trippelden Zwartpoot, Grijspoot, Kreekpoot en Roodpoot achter hun mentoren aan over de harde ondergrond in de richting van de grote heuvels. De volle maan scheen helder op hen neer. Zwartpoot was zenuwachtig. Het was niet zijn eerste grote vergadering maar de gedachte aan de Fretclan deed zijn haren te berge rijzen. De zwart-witte kater wist dat Droogster vast van plan was om het Stormclanbos terug te veroveren. Zwartpoot keek over de schouders van de katten voor hem. Droogster trippelde met zijn kop trots omhoog gericht voorop, geflankeerd door zijn commandant Wolkstorm aan de ene kant en de oudste krijgers Kiezelvlam en Vederpels. Roodpoot gaf hem een duw tegen zijn schouder. 'Hé, stomme haarbal, waarom sta je zo naar Droogster te kijken?' Zwartpoot keek de rode leerling gespeeld verontwaardigt aan: '"Stomme haarbal?"' Herhaalde hij. 'Denk je dat je daarmee indruk kunt maken? Want wat je zegt ben je zelf hoor!' Roodpoot keek hem koeltjes aan: 'Is dat het enige waar je opkomt? "Wat je zegt ben je zelf?" Niet erg creatief hoor.' 'Hou eens op jullie twee! Jullie kunnen beter ophouden, want we zijn er!' Lijsterlicht keek de leerlingen nijdig aan. 'Sorry Lijsterlicht.' Mompelde Roodpoot. Zwartpoot keek naar zijn poten. Hij voelde zich op zijn nummer gezet. Alsof hij nog maar een kit was. Lijsterlicht keek ook hem met samengeknepen ogen aan. Zwartpoot keek op en knikte. Lijsterlicht keerde zich van hem af en draafde terug naar Sintelstaart en Donswolk. Zwijgend zagen de twee katers de grote heuvels voor zich opdoemen. Nog steeds in stilte beklommen de Stormclankatten de steile hellingen. Op de top aangekomen botsten ze op een wolk van Fretclanstank. Even deinsden de nieuw aangekomen katten terug maar Droogster klom al gauw naast Arendster, de Fretclanleider, op het rotsblok dat ver boven de krijgers om hen toe te spreken. Nog voor de Stormclankrijgers zich goed en wel hadden geïnstalleerd begon de grote donkerbruin gestreepte kater te praten: 'Wel, nu de Stormclan gearriveerd is kunnen we beginnen. Droogster. Ga je gang.' Arendster deed een stap terug en maakte plaats voor de grote bleekrode kater. Droogster begon: 'Het gaat goed met de Stormclan, ondanks dat we kort geleden twee verliezen hebben geleden. Zoals de Fretclan hoogstwaarschijnlijk wel weet - Droogster wierp een beschuldigende blik op Arendster - 'is onze commandant Tijgerstaart overleden. Wolkstorm heeft zijn plaats ingenomen.' De Stormclan juichte hun commandant toe. Ook de Fretclan juichte mee. 'Ook is onze moederkat Wolkvlok overleden aan een mysterieuze ziekte.' Droogster's stem trilde terwijl hij deze woorden uitsprak. Wolkvlok was zijn partner geweest en Zwartpoot voelde een golf van medelijden voor zijn leider. Maar de grote kater leek zich te vermannen en ging verder: 'Haar kits eerder zijn nu leerling geworden: Vogelpoot en Vlampoot!' Zwartpoot, Grijspoot, Kreekpoot en Roodpoot juichten voor hun medeleerlingen, die te midden van de Stormclankrijgers verlegen hun kop introkken. Toen het gejuich verstomde sprak de bleekrode kater verder: 'Ook is onze krijger Dennenhart naar de kraamkamer verhuist. Binnenkort heeft de Stormclan weer kits!' Droogster zette een stap naar achter en gaf het woord aan Arendster. De donkerbruine kater stapte naar voren en begon te spreken: 'De Fretclan heeft er vier nieuwe krijgers bij gekregen, deze maan: Havikstorm, Varenvlam, Scheurkreet en Roggetand!' Zwartpoot keek zoekend om zich heen en merkte vier Fretclankatten op. Twee katers, een rood met grijs gevlekte en een donkergrijs gestreepte, staken trots hun borst vooruit terwijl twee poezen, grijs met witte en een donkerbruin met witte, verlegen hun borstvacht likten . 'Verder heeft Kiezelstof een nestje kittens het leven geschonken: Loofkit, Donkerkit en Muiskit liggen nu gezond en wel te slapen in onze kraamkamer.' Arendster keek in het rond of iemand nog iets te zeggen had. Alle katten zwegen. 'Dan is hierbij de vergadering afgesloten.' Arendster sprong van de rots af en mengde zich onder zijn krijgers. Droogster volgde zijn voorbeeld. 'Kom, we gaan Havikstorm, Scheurkreet, Roggetand en Varenvlam feliciteren.' Siste Grijspoot. Op de voet gevolgd door de andere leerlingen wurmde hij zich door de menigte katten. Zwartpoot zag hoe Vogelpoot en Vlampoot een gesprek aanknoopten met Roospoot en Roodpoot, de Fretclanleerlingen. Valkbries, Spreeuwpels, Wezelstaart en Berkvacht discussieerden over de beste manier om een das onschadelijk te maken. 'Nee, ik zeg je, krab zijn ogen uit voor hij iets kan doen!' Donswolk, Lijsterlicht en Sintelstaart waren aan het samentongen met Regenhart en Meerglans van de Fretclan en roddelden erop los. Goudklauw, een ervaren Fretclankrijger, stond aan de voet van de rots met Stormwolk te praten. Eenmaal aangekomen bij de kersverse Fretclankrijgers stuitten de Stormclanleerlingen op een muur van andere katten die net als zij Havikstorm, Roggetand, Scheurkreet en Varenvlam kwamen feliciteren. Toen ze zich eenmaal een weg door de menigte hadden gevochten stonden ze eindelijk voor de vier katten. 'Gefeliciteerd jongens!' piepte Kreekpoot enthousiast. Varenvlam keek verlegen terug. 'Ik wou dat iedereen niet zo'n heisa maakte, ik hou er niet van om in het middelpunt van de belangstelling te staan!' Kreekpoot spon blij voor haar grijs-witte vriendin. Ondertussen wensten Zwartpoot, Grijspoot en Roodpoot Havikstorm, Roggetand en Scheurkreet het beste als krijger. Na hen bedankt te hebben voegde de nieuwe krijgers zich bij de Fretclankatten die op het punt stonden te vertrekken. Ook Droogster riep zijn katten bijeen. Zwartpoot haastte zich naar zijn clangenoten toen de maan plotseling verduistert werd. De stemming sloeg in één klap om van vrolijke gezelligheid naar panische angst. Katten begonnen door elkaar te schreeuwen en er ontstond totale verwarring. Angstig keek Zwartpoot naar Kreekpoot. De zilverwitte poes staarde bang naar de nu met wolken bedekte maan. Toen begon het te stormen. Plotseling viel de regen met liters tegelijk naar beneden en binnen een tel waren de clankatten doorweekt. Donder rommelde, bliksem flitste en de Fret en Stormclankatten kropen dicht tegen elkaar aan, op zoek naar troost en bescherming tegen het noodweer dat hen terroriseerde. Toen sloeg de bliksem in op de rots. Enkele katten hadden eronder een enigszins droge schuilplaats ontdekt en tussen hen stegen nu geschrokken pijnkreten op. Één van de katten die schuilde riep: 'Wezelstaart! Hij is dood!'
JE LEEST
Warrior Cats; De Laatste Clans; Schaduw In De Stormclan
FanfictionZwartpoot, Grijspoot en Poelpoot werden als kitten in het enige groene deel van het Stormclanterritorium gevonden. Schaduwpoot, die jaloers is op Zwartpoot, probeert hem talloze keren te doden. Wanneer Zwartpoot de waarheid over Schaduwpoot aan het...