'Sarah?' Vraagt Jurgen me voorzichtig. Ik draai me naar hem om en kijk hem aan. Collin staat achter Jurgen en kijkt over Jurgens schouder mee. Als hij mijn blik ziet, loopt er een rilling over zijn rug.
'Ja, Jurgen?' Vraag ik hem, niet lettend op mijn stem, mijn ogen of de verschillende krachten in mijn hoofd. Het enige waar ik op let is Jurgen.
'Sarah.' Zegt Jurgen nu meer dan dat hij vraagt. Ik kijk hem aan, terwijl ik langzaam mijn hoofd wat schuin begin te houden.
'Ja, Jurgen?' Antwoord ik hem, nieuwsgieriger dan de vorige keer.
'Sarah.' Zegt Jurgen nog een keer, nu meer kracht in zijn stem dan de vorige keer. Ik houd mijn hoofd schuin, terwijl ik hem bestudeer.
'Ja, Jurgen?' Antwoord ik hem, dit keer wat luider dan de vorige keer. Ik zie hoe Jurgen zijn hoofd een beetje schudt. Het valt niet heel erg op.
'Collin?' Vraagt Jurgen, terwijl hij over zijn schouder naar Collin kijkt. Ik zie hoe Collin wit wegtrekt, terwijl hij snel zijn hoofd schudt.
'Nee. Nee man, dat kan je niet vragen!' Zegt Collin tegen Jurgen. Jurgen kijkt vastberaden en het duurt niet lang, voordat Collin een zucht slaakt, ten teken dat hij opgeeft en zal doen wat Jurgen van hem vraagt.
Als Collin naar voren wil lopen, richting mij, houdt Jurgen opeens een hand op. 'Wacht.' Zegt hij tegen Collin, voordat hij zich weer tot mij richt. 'Sarah?' Vraagt hij, met een uitdrukkingsloos gezicht.
'Ja, Jurgen?' Vraag ik hem nog een keer, nieuwsgierig naar de reden waarom hij de hele tijd mijn naam vraagt. Jurgen schudt zijn hoofd als antwoord en wenkt Collin naar voren.
Ik verplaats mijn aandacht van Jurgen naar Collin, Collin nu vragend aankijkend. Collin schenkt me een glimlach, voordat hij een paar stappen naar voren doet. Als hij op twee meter afstand staat, merk ik dat ik naar achter begin te lopen.
Maar dat doe ik zelf niet. Ik loop niet. Ik heb geen macht over mijn benen. Het valt me nu pas op dat de rode oogkleur terug is, dat ik niet meer mezelf ben. Het dringt nu pas tot me door dat Jurgen daarom de hele tijd mijn naam vroeg, hij wilde ervoor zorgen dat ik weer mezelf werd.
Maar nu is het te laat.
Ik focus me weer op Collin, die nog steeds naar me toe aan het lopen is. Ik kijk hem vragend aan, niet snappend wat hij wil doen. Collin ziet mijn blik en krijgt een zwakke glimlach op zijn gezicht.
'Knuffel.' Zegt hij zwakjes, terwijl hij nu met weerwolfsnelheid naar me toe komt. Ik denk in ieder geval dat het weerwolfsnelheid was, want ik zag hem niet aankomen. Opeens heeft hij zijn armen om me heen en is er geen ontsnappen meer mogelijk.
Denk ik.
Maar de rode oogkleur is het duidelijk niet met me eens en probeert me te bevrijden. Ze springt op Collins voet, waardoor Collin mij optilt, zodat ik niet meer op zijn voeten kan springen.
Even doe ik niets, te verbaasd dat hij me zo op kan tillen. Totdat de rode oogkleur beseft dat het nu moeilijker is om weg te komen.
Mijn armen en benen vliegen overal heen, hopend dat ze Collin kunnen raken. De rode oogkleur hoopt dat Collin wordt geraakt, terwijl ik hoop dat hij juist niet wordt geraakt.
'Sarah, houd op met hopen dat je Collin niet raakt. Ik weet dat je hem wil raken.' Zeg ik opeens tegen mezelf. Ik voel hoe Collin zijn grip op mijn heupen verstevigd. Ik probeer de macht terug te krijgen, maar ik word afgeleid.
Er staan verschillende mensen om ons heen, die allemaal gealarmeerd naar mij kijken. Ik bekijk ze één voor één en één voor één doen ze een stap terug met een uitdrukking vol verbazing, angst of bezorgdheid.
JE LEEST
Why do I have a mate?
WerewolfSarah Schouten denkt dat ze een normaal meisje is. Ze weet niet wat er in haar omgeving gebeurt, alleen wat er in haar kamer gebeurt. Ze gaat niet school en niet naar buiten. Ze kan zich niets herinneren van de laatste keer dat ze buiten is geweest...