Omdat ik zoveel pijn had, had ik besloten na mijn ontbijt weer te gaan slapen. Toen ik weer wakker werd ging ik lezen. Het verhaal gaat over een jongen. Hij is 17 en gelooft in fantasiewezens, zoals weerwolven en vampieren. Zijn vrienden hebben een van hen 'omgetoverd' tot weerwolf. Met zijn allen zijn ze naar de jongen gegaan, om te laten zien dat weerwolven niet bestaan. De jongen schrikt van zijn vriend en herkent hem niet. Dan kijkt hij naar de rest van zijn vrienden. Die glimlachen met hun tanden bloot. Allemaal hebben ze een vampierbitje in. De jongen schrikt hier zo erg van dat hij naar boven rent. De vrienden denken dat ze hem genoeg hebben laten schrikken en doen de bitjes uit. Ook helpen ze de ene vriend om zijn pak uit te doen. Als de goedgelovige jongen weer naar beneden komt, heeft hij hen af staan luisteren. Hij weet dat het zijn vrienden zijn. Alleen weten zijn vrienden dat niet. Dus stormt hij de trap af met een geweer in zijn handen. Omdat hij weet dat gewone kogels weerwolven en vampieren niet doden, heeft hij er platinum en zilveren kogels in gedaan. Platinum voor de vampieren, zilver voor de weerwolf. Als de vrienden hem zien, schrikken ze zo erg dat ze hem om vergeving smeken. Ze leggen hem alles uit. Dat ze het idioot van hem vonden dat hij zo erg in vampieren en weerwolven geloofde en dat ze het niet konden laten. De vriend vergeeft hen uiteindelijk en kan er later zelf ook om lachen. Eind goed, al goed.
*KLOP*
Sinds wanneer klopt er iemand op de deur? Ik wacht en lees de achterkant van het boek. Ze lopen vanzelf wel binnen. Ik ben het niet eens met de achterkant. Ik bedoel, de achterkant is zo anders-
*KLOP*
Oke, waarom loopt diegene niet gewoon mijn kamer binnen? Moet ik de deur open doen? Nee toch? Nee.
'Binnen!' Dat zou genoeg moeten zijn toch? Zou ik hard genoeg hebben geschreeuwd? Blijkbaar wel, want de deur gaat open. En Michael liep naar binnen. Ik had toch gezegd dat hij niet eerder moest komen dan dat mevrouw Willems was geweest?
'Michael, wat doe je hier?' Je kan het altijd beter meteen vragen toch?
'Ook een goedemorgen Sarah. Je zei gister dat ik mocht komen als mevrouw Willems was geweest, weet je nog? Vertel me nou niet dat je geheugenverlies hebt!' Hij kijkt me aan met een vrolijke uitdrukking. Die langzaam verandert in een bezorgde als hij ziet dat ik hem niet snap.
'Dat weet ik nog.' Begin ik langzaam. Michael's uitdrukking wordt er een van opluchting. 'Maar ze is hier nog niet geweest.' En nu is de gezichtsuitdrukking een en al bezorgdheid. Ik snap hem niet. Ze is hier niet geweest, waarom denkt hij dan van wel?
'Sarah, wat is er met je kamer gebeurd? Gister had je nog geen knuffelbeesten en nu ziet het eruit alsof er een stuk of tien zijn ontploft.' Heel onopvallend het onderwerp veranderd hoor. Kuch. Kuch kuch.
'Dat weet ik niet! Het is zo vreemd.' Ik heb geen zin om lang over dit onderwerp door te gaan. Ik snap er niks van en daar kan ik niet tegen. Normaal snap ik alles. Ik snap alles wat in mijn boeken staat. Waarom snap ik dit dan niet?
'Sarah, wat is er gister gebeurd?' Michael kijkt me doordringend aan. Hij kijkt bezorgd. Waarom is hij bezorgd? Hij kent me nu een dag. Michael ziet mijn twijfel. 'Kom op, je kan het me vertellen. Ik zal je niks doen. Ik beloof het.' Hij kijkt me oprecht aan. Hij wil het echt weten. 'Alsjeblieft, vertrouw me.'
'Waarom wil je dat ik je vertrouw?' Vraag ik. Hij lijkt even uit het veld geslagen te zijn, maar herpakt zich snel weer.
'Omdat ik om je geef. En ja, ik weet dat ik je pas ongeveer een dag ken, maar ik geef om je. Ik wil niet dat je iets overkomt. Dus vertrouw me alsjeblieft.' Michael is zo oprecht!
'Oke dan, ik werd vanochtend wakker en opeens zag mijn kamer er zo uit. Ik had ook een omhulsel gevonden van een levensgrote teddybeer. Michael, ik snap het niet. Hoe kan dit gebeurd zijn? Ik ben meteen na het vertrek van jou en mevrouw Willems naar bed gegaan.' Ik hoop dat hij hier iets mee kan, maar ik denk het niet. Zou hij me proberen te helpen het te begrijpen? Ik hoop het.
JE LEEST
Why do I have a mate?
WerewolfSarah Schouten denkt dat ze een normaal meisje is. Ze weet niet wat er in haar omgeving gebeurt, alleen wat er in haar kamer gebeurt. Ze gaat niet school en niet naar buiten. Ze kan zich niets herinneren van de laatste keer dat ze buiten is geweest...